14 mei: les 25 + 28

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom havo 2B!

Op tafel:

• Laptop en log in op LessonUp
• Map
• Pen

Welkom havo 2B

• Telefoon in het zakkie en rechtsboven op je tafel óf in je tas en daar blijft 'ie dan ook.
  
• Jas uit en over je stoel.
  
• Tas van tafel.

Vandaag maandag 13 mei: 

• Uitleg overtuigende teksten (les 25)
• Oefenen
• Uitleg leestekens (les 28)
• Oefenen

Kennis ophalen:

Een overtuigende tekst...

1. bestaat vooral uit de mening van de schrijver.
2. geeft informatie over een bepaald onderwerp.
3. wil jou als lezer vermaken
4. wil jou als lezer in actie brengen.

Overtuigende tekst

1. een overtuigende tekst bevat alleen feiten
2. in een overtuigende tekst staat een mening
3. een betoog is GEEN overtuigende tekst
4. een overtuigende tekst wil je iets leren

Een overtuigende tekst is een ...

1. tekstdoel
2. tekstsoort
3. tekstvorm

Een betoog is een overtuigende tekst. Wat is ook een overtuigende tekst?

1. Het weerbericht
2. Een bijsluiter van medicatie
3. een column
4. Een reclametekst

het doel van een overtuigende tekst =

1. de lezer iets nieuws vertellen
2. een mening geven / uitleggen waarom die mening waar is
3. de lezer uitleggen hoe iets in elkaar zit
4. de lezer overhalen iets te gaan doen

INFORMATIEVE TEKST

OVERTUIGENDE TEKST

Instruerende tekst

Informerende tekst

Overtuigende tekst

Amuserende tekst

Informerende tekst

Overtuigende tekst

amuserende tekst

overtuigende tekst

activerende tekst

Cirkelredenering (les 25)

Bij een cirkelredenering zijn je standpunt en je argument hetzelfde. In dat geval is je argument niet goed en dat noemen we een cirkelredenering.

• Tip: bedenk eerst wat het standpunt is en dan wat het argument is. 
• Is dit hetzelfde = cirkelredenering

Cirkelredeneringen voorbeelden

Ik heb geen zin in eten, want ik heb geen trek.

Reizen met de trein kost veel tijd. Dat komt doordat een treinreis erg lang duurt. 

Te snelle conclusie (les 25)

Een standpunt wordt onderbouwd met een argument dat maar over één specifiek geval gaat. 

• Tip: bedenk eerst wat het standpunt is en dan wat het argument is.
  
• Gaat het argument over één specifiek geval = te snelle conclusie.

Te snelle conclusie voorbeelden

Ik ging vorige week met de trein naar m'n werk en had flinke vertraging. Reizen met de trein kost dus veel tijd.

Mijn oma is 94 geworden en heeft haar hele leven gerookt. Roken is dus helemaal niet ongezond. 

Leestekens (les 28)

Goed opletten, straks komen er opdrachten. 

Welke leestekens ken jij?

Leestekens

• Punt
  -> aan het einde van een zin.
• Vraagteken
  -> aan het einde van een vraagzin.
• Uitroepteken
  -> aan het einde van een uitroep of bevel

PAS OP voetgangers
PAS OP, voetgangers
Leg het verschil uit.

PAS OP voetgangers

PAS OP, voetgangers

Leg het verschil uit.

Antwoord: 

PAS OP voetgangers > de voetgangers moeten oppassen. 

PAS OP, voetgangers > iedereen moet opletten, want er kunnen voetgangers lopen. 

Apostrof

LEESTEKENS

- aan het eind van een zin

- aan het eind van een vraagzin

- aan het eind van een zin met extra nadruk

- tussen twee persoonsvormen / tussen delen van een opsomming / na een naam of uitroep aan het begin van een zin / vóór verbindingswoorden

PUNT

VRAAGTEKEN

UITROEPTEKEN

KOMMA

wat doe jij hier in spanje

Sleep de leestekens naar juiste plaats

HOOFD-

LETTER

.

?

!

,

HOOFD-

LETTER

kom gauw jeroen zit in de kantine

Sleep de leestekens naar juiste plaats

HOOFD-

LETTER

HOOFD-

LETTER

.

.

?

?

!

!

,

,

Wat zijn leestekens?

1. Alle tekens in een tekst
2. Alle letters in een tekst
3. Alle cijfers in een tekst
4. Leestekens bestaan niet

tot hier

(Leestekens en spaties)
De minister ........

1. zei: ' Ik wacht af. "
2. zei: "Ik wacht af."
3. zei:" Ik wacht af."

Dubbele punt

Hoe heten deze leestekens?
" "

1. luchtkomma's
2. aerostrofen
3. citeerkomma's
4. aanhalingstekens

Aanhalingstekens

komma

Stop je laptop in je tas

Nodig: 

• map
• pen

Huiswerk:

Les 28, opdracht 1.