Les 66 - juiste en geldige argumenten

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Waar ging de vorige les over?

• Wat is een betoog?
  
• Waar vind je een betogende tekst?
  
• Wat zijn de bouwstenen van een betoog?
  
• Wat is een schrijfplan?
  

Programma vandaag

Verschil juiste en geldige argumenten

Cirkelredenering

Te snelle conclusie

Lesdoel

Je kunt het verschil uitleggen tussen een juist argument en een geldig argument

Je weet wat een cirkelredenering is 

Je herkent een 'te snelle conclusie'

Wat is een juist argument?

• Als het geen onwaarheden bevat
• Standpunt: Reizen met de trein kost te veel tijd
• Fout argument: Driekwart van de treinen komt met vertraging aan op de eindbestemming
• Goed argument: Wie met de trein reist, heeft vaak vertraging

Wat is een geldig argument?

• Als het gaat over jouw mening en niet over iets anders.
• Standpunt: Reizen met de trein kost te veel tijd.
• Fout argument: De rij bij de koffiekiosk is altijd enorm lang
• Goed argument: Het kost ook tijd om naar het station te gaan en weer van het station naar je eindbestemming.

Wat is een cirkelredenering?

• Standpunt en argument zijn hetzelfde
• Standpunt: Reizen met de trein kost te veel tijd
• Fout argument: Dit komt omdat een treinreis vaak erg lang duurt

• Het voegt niets nieuws toe. 

Wat is een te snelle conclusie? 

Of een 'overhaaste generalisatie'?

• Je onderbouwt het standpunt met een argument dat over één specifiek geval gaat.
• Standpunt: Reizen met de trein kost te veel tijd.
• Te snelle conclusie: Ik ben vorige week met de trein gegaan en ik had flinke vertraging.

Filmpje

Vragenrondje

• Wanneer is een argument juist?
  
• Een argument mag geen onwaarheden bevatten. 
  
• Wanneer is een argument geldig?
• Een argument is geldig als het over jouw standpunt gaat en niet over iets anders
• Wat is een cirkelredenering?
• Een cirkelredenering is dat  je standpunt en argument hetzelfdezijn.
• Wat is een 'te snelle conclusie'?
• Je argument gaat over één geval. Dat is te weinig

Werkfase

Maak opdracht  1 t/m 3 op pagina 136

We bespreken de vragen in de les 

Antwoorden

Huiswerk

Huiswerk: vraag 8 t/m 11 op pagina 137.