Present perfect

Present perfect 
You learn...:
To tell about your own experiences
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Present perfect 
You learn...:
To tell about your own experiences

Slide 1 - Diapositive

Ik heb mijn huiswerk
afgemaakt

Slide 2 - Carte mentale

I have finished my homework
A
Iets is in het verleden een tijdje bezig geweest
B
Als iets nog moet gebeuren
C
Het is in het verleden gebeurd, niet belangrijk wanneer

Slide 3 - Quiz

Ik woon hier
sinds vorig jaar

Slide 4 - Carte mentale

I have lived here since last year
A
Iets is gebeurd, niet belangrijk wanneer
B
Iets is begonnen, nog steeds bezig
C
Iets is in het verleden gebeurd, nu klaar

Slide 5 - Quiz

Ik heb mijn kamer nog niet schoongemaakt

Slide 6 - Carte mentale

I haven't cleaned my room yet
A
Iets is gebeurd, niet belangrijk wanneer
B
Iets is nog niet gebeurd
C
Iets is in het verleden gebeurd, nu klaar

Slide 7 - Quiz

Present perfect
Iets is in het verleden gebeurd, niet belangrijk wanneer 
Iets is in het verleden begonnen, is nog bezig (for/since)
Iets is nog (net) niet gebeurd (yet)

Slide 8 - Diapositive

Vorm
  • Have of has (he / she / it) + voltooid deelwoord
  • Voltooid deelwoord:
  1. regelmatig: werkwoord + ed  (have finished)
  2. onregelmatige vorm: CB p. 149, 3e rijtje (have seen)

Slide 9 - Diapositive

Gisteren heb ik mijn
huiswerk afgemaakt

Slide 10 - Carte mentale

Yesterday I finished my homework
A
Iets is gisteren begonnen, nog bezig
B
Iets was gisteren even aan de gang
C
Iets is gisteren gebeurd, nu klaar

Slide 11 - Quiz

Past simple
Iets is in het verleden gebeurd, belangrijk wanneer
VB: yesterday, last week, a year ago
Yesterday I finished my homework

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Last week I studied for a test
A
present perfect
B
past simple
C
D

Slide 14 - Quiz

I ______ my sister when I was young
A
don't like
B
didn't like
C
wasn't liking

Slide 15 - Quiz

She ______ a lot of pictures yet
A
has taken
B
hasn't taken
C
didn't take
D
took

Slide 16 - Quiz

______ she ________ enough breakfast already?
A
Has eaten
B
Does eat
C
Did eat

Slide 17 - Quiz

I ... to my teacher yet (not - talk)

Slide 18 - Question ouverte

____ you ____ (see) your friends last summer?

Slide 19 - Question ouverte

Translate the sentence: We hebben nieuwe boeken gekocht

Slide 20 - Question ouverte

In welke 3 situaties
gebruik je de present perfect

Slide 21 - Carte mentale

Create a present perfect sentence with:
I - (to) see - film

Slide 22 - Question ouverte

Afgelopen zondag sliep ik te laat

Slide 23 - Question ouverte

Practise
Ex. 15 + 16

Slide 24 - Diapositive

Write down what
you did yesterday

Slide 25 - Carte mentale

I haven't cleaned my room yet
A
In verleden gebeurd
B
Iets is nog niet gebeurd
C
Iets gaat gebeuren over een jaar

Slide 26 - Quiz

Hoe maak je de present perfect?
A
am/are/is + ww + ing
B
Hele werkwoord
C
Have/has + voltooid deelwoord
D
werkwoord + ED

Slide 27 - Quiz

Create your own sentence in the present perfect

Slide 28 - Question ouverte

Practise: 
Ex. 16 WB p. 55

Slide 29 - Diapositive

Which sentence is written in the present perfect?
A
We are doing our homework right now
B
We have done our homework
C
We did our homework yesterday
D
We do our homework everyday

Slide 30 - Quiz

Wanneer gebruik je de present perfect?

Slide 31 - Question ouverte

Hoe ziet de vorm eruit?

Slide 32 - Question ouverte

Signaalwoorden
present perfect

Slide 33 - Carte mentale

... your friend ... to the supermarket? (go)

Slide 34 - Question ouverte

Wij hebben sinds vanochtend niks meer gegeten

Slide 35 - Question ouverte

Create your own sentence in the present perfect

Slide 36 - Question ouverte