Present perfect

Present perfect
You learn...:
In het Engels te zeggen dat iets is gebeurd en niet belangrijk is wanneer 
In het Engels zeggen dat iets net (net niet) is gebeurd
In het Engels zeggen dat iets is gebeurd en nu nog bezig is

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Present perfect
You learn...:
In het Engels te zeggen dat iets is gebeurd en niet belangrijk is wanneer 
In het Engels zeggen dat iets net (net niet) is gebeurd
In het Engels zeggen dat iets is gebeurd en nu nog bezig is

Slide 1 - Diapositive

Ik heb mijn kamer
opgeruimd

Slide 2 - Carte mentale

I have cleaned my room
A
Iets is in het verleden een tijdje bezig geweest
B
Als iets nog moet gebeuren
C
Het is in het verleden gebeurd, niet belangrijk wanneer

Slide 3 - Quiz

Ik woon hier
sinds vorig jaar

Slide 4 - Carte mentale

I have lived here since last year
A
Iets is gebeurd, niet belangrijk wanneer
B
Iets is begonnen, nog steeds bezig
C
Iets is in het verleden gebeurd, nu klaar

Slide 5 - Quiz

Ik heb mijn kamer nog niet schoongemaakt

Slide 6 - Carte mentale

I haven't cleaned my room yet
A
In verleden gebeurd
B
Iets is nog niet gebeurd
C
Iets gaat gebeuren over een jaar

Slide 7 - Quiz

Hoe maak je de present perfect?
A
am/are/is + ww + ing
B
Hele werkwoord
C
Have/has + voltooid deelwoord
D
werkwoord + ED

Slide 8 - Quiz

Present perfect
Iets is in het verleden gebeurd, niet belangrijk wanneer 
Iets is in het verleden begonnen, is nog bezig (for/since)
Iets is nog (net) niet gebeurd (yet)

Slide 9 - Diapositive

Vorm
  • Have of has (he / she / it) + voltooid deelwoord
  • Voltooid deelwoord:
  1. regelmatig: werkwoord + ed  (have finished)
  2. onregelmatige vorm: CB p. 149, 3e rijtje (have seen)

Slide 10 - Diapositive

She _____ a lot of pictures yet, because she is busy.
A
Took
B
Has taken
C
didn't take
D
Hasn't taken

Slide 11 - Quiz

... you ... to your teacher yet? (talk)
Fill in the correct form

Slide 12 - Question ouverte

Translate the sentence: Ik heb nieuwe boeken gekocht

Slide 13 - Question ouverte

Which sentence is written in the present perfect?
A
We are doing our homework right now
B
We have done our homework
C
We did our homework yesterday
D
We do our homework everyday

Slide 14 - Quiz

Wanneer gebruik je de present perfect?

Slide 15 - Question ouverte

Hoe ziet de vorm eruit?

Slide 16 - Question ouverte

Signaalwoorden
present perfect

Slide 17 - Carte mentale

She ________ (eat) enough breakfast yet.
A
ate
B
has eaten
C
didn't eat
D
hasn't eaten

Slide 18 - Quiz

... your friend ... to the supermarket? (go)

Slide 19 - Question ouverte

Wij hebben sinds vanochtend niks meer gegeten

Slide 20 - Question ouverte

Create your own sentence in the present perfect

Slide 21 - Question ouverte