Pretérito Imperfecto Havo 3b periode 2

Sleep de zinnen naar het juiste vervoegen v/d pretérito indefinido 
comiste
nació
vivieron
comí
estudió
vivió
estudiaron
nacieron
Yo...............................(comer) patatas con carne.
Julia.................................(estudiar) para el examen de física.
Anne.........................(vivir) en Holanda
¿Luuk ...........................(comer-tú) pizza en la cena?
Melissa y Shanne.........................(nacer) en Holanda
Ellas..........................(estudiar) estañol  con sus amigas.
Saraya  y Ashley........................(vivir) en Holanda
Tomy.........................(nacer) el 10 de noviembre.
1 / 15
suivant
Slide 1: Question de remorquage
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Sleep de zinnen naar het juiste vervoegen v/d pretérito indefinido 
comiste
nació
vivieron
comí
estudió
vivió
estudiaron
nacieron
Yo...............................(comer) patatas con carne.
Julia.................................(estudiar) para el examen de física.
Anne.........................(vivir) en Holanda
¿Luuk ...........................(comer-tú) pizza en la cena?
Melissa y Shanne.........................(nacer) en Holanda
Ellas..........................(estudiar) estañol  con sus amigas.
Saraya  y Ashley........................(vivir) en Holanda
Tomy.........................(nacer) el 10 de noviembre.

Slide 1 - Question de remorquage

Wat is de verleden tijd van 'ir' voor él?
A
iba
B
fue
C
iré
D
va

Slide 2 - Quiz

Welke uitdrukking gebruik je voor verleden tijd?
A
Siempre
B
Mañana
C
Hoy
D
Ayer

Slide 3 - Quiz

Wat is de juiste vervoeging van 'hablar' in de yo-vorm?
A
hablamos
B
hablas
C
hablo
D
hablé

Slide 4 - Quiz

Waroom Spaans?
¿POR QUÉ EL IDIOMA ESPAÑOL?
1. Veel mensen spreken het: Spaans is de op één na meest gesproken taal ter wereld, met meer dan 460 miljoen mensen die het als moedertaal spreken. Het is de officiële taal in 20 landen, zoals Spanje en veel landen in Latijns-Amerika.
2. Communicatie tussen landen: Omdat zoveel mensen Spaans spreken, is het een makkelijke manier om te communiceren met mensen uit verschillende landen en culturen.
3. Zakelijke kansen: Spaans wordt gesproken in veel landen die economisch belangrijk zijn, zoals Mexico en Argentinië. Dit betekent dat bedrijven vaak Spaans nodig hebben om zaken te doen in deze landen.

Slide 5 - Diapositive

4. Cultuur: Spaanse muziek, films, boeken en kunst hebben een grote invloed over de hele wereld. Door Spaans te leren, kun je meer begrijpen van deze rijke cultuur.
5.Internationale politiek: Spaans is een van de officiële talen van de Verenigde Naties, dus het is belangrijk voor diplomatie en wereldpolitiek.
6. Reizen: Veel populaire vakantiebestemmingen zijn Spaanssprekende landen. Als je Spaans spreekt, kun je makkelijker reizen en communiceren met de mensen daar.
7. Toekomstige kansen: Het spreken van Spaans kan je helpen in de toekomst, bijvoorbeeld bij het vinden van een baan in verschillende vakgebieden zoals internationaal werk, gezondheidszorg of toerisme.
4. Cultuur: Spaanse muziek, films, boeken en kunst hebben een grote invloed over de hele wereld. Door Spaans te leren, kun je meer begrijpen van deze rijke cultuur.
5.Internationale politiek: Spaans is een van de officiële talen van de Verenigde Naties, dus het is belangrijk voor diplomatie en wereldpolitiek.
6. Reizen: Veel populaire vakantiebestemmingen zijn Spaanssprekende landen. Als je Spaans spreekt, kun je makkelijker reizen en communiceren met de mensen daar.
7. Toekomstige kansen: Het spreken van Spaans kan je helpen in de toekomst, bijvoorbeeld bij het vinden van een baan in verschillende vakgebieden zoals internationaal werk, gezondheidszorg of toerisme.

Slide 6 - Diapositive

Pretérito Imperfecto 
Mini Opdracht:

A
Typ in je zoekmachine: gebruik van de pretérito imperfecto in het Spaans.
B Schrijf de definitie in je notitieboek.

Slide 7 - Diapositive

Cada mes                 
Cada día
A meudo
Cada lunes
Cada año
Cuando era joven
Todos los días
Todas las semanas
Todos los fines de semana


Cada verano
Cada otoño
...

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Welk werkwoord is niet in de onvoltooid verleden tijd (Pretérito Imperfecto) vervoegd?
A
comía
B
hablábamos
C
habláis
D
comíais

Slide 10 - Quiz

¿En qué frase está el
Pretérito Imperfecto?
A
Vivo en Holanda desde 2000.
B
Antes vivía en Buenos Aires.

Slide 11 - Quiz

Welk werkwoord is niet in de onvoltooid verleden tijd (Pretérito Imperfecto) vervoegd?
A
pensaban
B
bebías
C
comieron
D
vivíamos

Slide 12 - Quiz

¿En qué frase está el
Pretérito Imperfecto?
A
Mi casa está en un barrio muy bonito.,
B
La casa de mis abuelos estaba en una calle muy ruidosa.

Slide 13 - Quiz


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage

TOT VOLGENDE WEEK
HASTA LA SEMANA QUE VIENE

Slide 15 - Diapositive