H3.4: De waterkringloop

H3.4: De waterkringloop
Ga rustig zitten
Pak je laptop erbij
Log in op de Lesson up
Wacht tot de les begint
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H3.4: De waterkringloop
Ga rustig zitten
Pak je laptop erbij
Log in op de Lesson up
Wacht tot de les begint

Slide 1 - Diapositive

Les planning:
Lesdoelen bespreken
1. Kort herhalen vorige les
2. Uitleg water kringloop
3. Uitleg soorten regen
4. Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen:

  • Je weet dat water in verschillende vormen voor kan komen en dat het in een kringloop rondgaat.
  • Je kunt de korte en de lange waterkringloop uit leggen 
  • Je begrijpt hoe stuwingsregen, stijgingsregen en frontale regen ontstaan.

Slide 3 - Diapositive

Wat is de reden dat er seizoenen zijn op aarde?
A
Doordat de aarde draait om de zon
B
Door de schuine stand van de aarde om de zon
C
Doordat de aarde om zijn eigen as draait

Slide 4 - Quiz

Waterkringloop: de voortdurende verplaatsing van water op aarde

Slide 5 - Diapositive

In welke vorm komt water voor?
Tijd voor de een sleepvraag

Slide 6 - Diapositive

Damp
Bevriezen
Vloeibaar
Condenseren
Vast
Smelten
Verdampen

Slide 7 - Question de remorquage

Fases van water
  • vloeibaar
  • (water)


  • vaste stof
    (ijs)
  • gas
    (waterdamp) 

Slide 8 - Diapositive

DE WATERKRINGLOOP

Slide 9 - Diapositive

Kringloop van water
Waterkingloop = het proces waarbij zeewater na verdamping uit zee via wolken, neerslag, grondwater en rivieren weer terug naar zee stroomt.
Korte waterkringloop
Water verdampt vanaf zee, en condenseert tot een wolk. Daarna regent die wolk direct boven de zee weer uit.
Lange waterkringloop
Water verdampt vanaf zee, en condenseert tot een wolk. Door de wind wordt deze wolk verplaats richting de bergen. Hier regent de wolk uit. Door rivieren en of grondwater komt na lange tijd het water weer terug in de zee.

Slide 10 - Diapositive

Korte waterkringloop: verdamping, regen valt weer in zee

Slide 11 - Diapositive

De zon = de motor van de waterkringloop.
De zon verwarmd het (zee)water.

Slide 12 - Diapositive

Lange Waterkringloop
Gaat over het land

Slide 13 - Diapositive

Wolken waaien richting het land

Slide 14 - Diapositive

In de bergen > sneeuw

Slide 15 - Diapositive

Smeltwater en regenwater stromen via rivieren terug naar de zee

Slide 16 - Diapositive

Infiltratie: neerslag wordt opgenomen in de grond (grondwater)

Slide 17 - Diapositive

Lange Waterkringloop
1) Water verdampt uit de zee
2) Water stijgt op en koelt af in de wolken
3) Water valt als neerslag (regen/sneeuw) boven land
4) Water komt in ijskappen, grondwater of meren terecht
5) Water stroomt langzaam (duizenden/miljoenen jaren) terug naar zee

Slide 18 - Diapositive

Korte waterkringloop:
Het water verdampt, vormt zich tot een wolk (condenseren). Daarna regent die weer leeg in zee.
Lange waterkringloop:
Het water verdampt, vormt zich tot een wolk (condenseren). Door de wind wordt de wolk verplaatst tot aan deze bergen, hier valt het in de vorm van sneeuw/hagel op de bergen. Door het smelten van de sneeuw, komt het water via de rivieren of grondwater terug bij de zee. (Duurt lang!)

Slide 19 - Diapositive

Wat is de korte waterkringloop?
A
De waterkringloop boven een rivier
B
De waterkringloop op een berg
C
De waterkringloop boven zee
D
De waterkringloop boven een stad

Slide 20 - Quiz

De waterkringloop wordt aangedreven door ...
A
Rivieren
B
Gletsjers
C
Verdamping
D
De zon

Slide 21 - Quiz


Wolkenvorming
  • Zeewater verdampt en stijgt op

  • Hoger in de lucht koelt de waterdamp af

  • Waterdamp gaat condenseren
    Kleine druppeltjes en die vormen ze grotere druppels


  • Wordt de druppel te zwaar: NEERSLAG!

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Drie soorten neerslag
Stuwingsregens
Frontale regens
Stijgingsregens

Slide 24 - Diapositive

soorten neerslag
Neerslag ontstaat vaak omdat wolken moeten stijgen, hierbij horen drie situaties:
  1. Warme lucht stijgt op. Hoe hoger, hoe kouder. De waterdamp gaat condenseren, waardoor er stijgingsregens ontstaan.
  2. Wanneer de lucht tegen een berg waait, wordt de lucht gedwongen om op te stijgen, koelt af en condenseert. Hierdoor ontstaan: stuwingsregens
  3. Op de breedte waar Nederland ligt, botst warme lucht tegen koude lucht vanuit de polen, door die botsen wordt de warme lucht gedwongen op te stijgen. Met als gevolg dat er rond Nederland vaak frontale regen is.

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Soorten neerslag
Stuwingsregens
  • Lucht wordt tegen de berg omhooggestuwd (loefzijde)
  • De lucht koelt af.
  • De waterdamp condenseert en het gaat regenen =stuwingsregen.
  • Aan de andere kant ligt de lijzijde .
  • Daar daalt de lucht en warmt op.
  • Hier blijft het droog =  regenschaduw

Slide 27 - Diapositive

Stuwingsregens

Slide 28 - Diapositive

Soorten neerslag
Stijgingsregens:
  • Warme lucht is licht en stijgt op.
  • De lucht koelt af.
  • De waterdamp zal vervolgens gaan condenseren.
  • Er ontstaan wolken.

  • Komt waar voor?

Slide 29 - Diapositive

Stijgingsregen

Slide 30 - Diapositive

Frontale regen:
Koude en warme lucht ontmoeten elkaar op gematigde breedte.

Warme lucht wordt gedwongen op te stijgen > frontale regen.

Slide 31 - Diapositive

Frontale regen

Slide 32 - Diapositive

Welke soorten neerslag zie je? 
Sleep de begrippen naar de juiste afbeelding. 
Stijgingsregens
Frontale regens
Stuwingsregens

Slide 33 - Question de remorquage

Zet de kringloop in de juiste volgorde
De lange waterkringloop
1.
2.
3.
4.
5.
Verdamping van zeewater
Verplaatsing van wolken
Neerslaan van wolken boven land
Water stroomt via rivieren
Water komt terug in zee

Slide 34 - Question de remorquage

Welke soort regen is dit?
A
Stijgingsregen
B
Stuwingsregen
C
Frontale regen
D
Zomerregen

Slide 35 - Quiz

Wat voor een soort regen
zie je hier?
A
frontale regen
B
stijgingsregen
C
stuwingsregen
D
natte regen

Slide 36 - Quiz

Hier valt het meeste regen
A
Steppe
B
Woestijn
C
Savanne
D
Gematigd zeeklimaat

Slide 37 - Quiz

Regen op zee is deel van de
A
Korte waterkringloop
B
Lange waterkringloop

Slide 38 - Quiz


Op de afbeelding zie je 2 soorten regen.

Welke 2 soorten regen?
A
Plaatje 1 = Stijgingsregen, Plaatje 2= Stuwingsregen
B
Plaatje 1= Stuwingsregen, Plaatje 2= Stijgingsregen
C
Plaatje 1= Frontale regen, Plaatje 2= Stijgingsregen
D
Plaatje 1= Stuwingsregen, Plaatje 2= Frontale regen.

Slide 39 - Quiz

Wat voor type regen komt hier voor?
A
stuwingsregen
B
stijgingsregen
C
frontale regen

Slide 40 - Quiz

In tropische regenwouden regen het...
A
Helemaal niet
B
Het hele jaar
C
9 maanden per jaar
D
3 maanden per jaar

Slide 41 - Quiz

Wat is frontale regen?
A
Warme lucht stijgt op. Daarboven koelt het af.
B
Warme en koude lucht dat tegen elkaar aan botst (regen).
C
Warme lucht wordt omhoog geduwd en kan niet meer verder.

Slide 42 - Quiz

Na de voorjaarsvakantie:
Formatieve toets over H3:
Paragraaf 1 tot en met 4


Huiswerk deze week is dus:
Paragraaf 4 lezen en maken

Slide 43 - Diapositive

Opdracht
Vul de juiste woorden op de juiste plekken in.
Welke vorm van water moet op welke plek?
Vloeibaar
Vast
Vloeibaar
Gasvormig

Slide 44 - Question de remorquage

Slide 45 - Vidéo