Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Spelling - vmbo 3 kader- Blok 3
Blok 3
Klas 3 vmbo
1 / 38
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
38 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Blok 3
Klas 3 vmbo
Slide 1 - Diapositive
Programma deze week
Je heb geoefend met werkwoordspelling.
Je kan het meervoud van zelfstandige naamwoorden spellen.
meeste of meesten
Je kan woorden met een r-klank en p-klank goed spellen.
We hebben een indeling voor de presentatie over instructie
Slide 2 - Diapositive
Planning
Les 1
: indeling presentaties + scholierenverkiezing
Les 2
: herhaling werkwoordspelling + uitleg spelling meervoud van zelfstandige naamwoorden, meeste of meesten en aan de slag met de presentatie
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Maken
Opdracht 10 en 11 vanaf blz. 141
Slide 5 - Diapositive
Zelfstandige verwerking
opdracht 10 en 11 op blz.141, 142
timer
10:00
Slide 6 - Diapositive
Controleer je antwoorden
Opdracht 10
1-2 a
wwg= aait, ond= Famke
b
wwg = wordt geaaid, ond= De hond
3
Zin a heeft een lijdend voorwerp > de hond. Vraag = Wat aait Famke? Zin b heeft
geen
lijdend voorwerp
4
Ja, de zinnen betekenen hetzelfde. In beide zinnen aait Famke de hond. Alleen de vorm is anders.
Slide 7 - Diapositive
Controleer je antwoorden
Opdracht 11
1 bedrijvend
2 lijdend
3 lijdend
4 bedrijvend
5 bedrijvend
6 lijdend
Slide 8 - Diapositive
Je/jij achter de persoonsvorm
Slide 9 - Diapositive
Weet je nog hoe je de persoonsvorm kunt vinden in een zin?
Ja
Nee
Slide 10 - Sondage
Persoonsvorm
De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
Zet de zin in een andere tijd. Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm.
Slide 11 - Diapositive
Onderwerp
Een mens, dier of ding.
Je kunt het onderwerp in een zin vinden door te vragen:
Wie of wat + persoonsvorm?
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Werkwoordspelling
De regel voor de persoonsvorm is:
Bij jij/je: gebruik je ik-vorm + t.
Dus: ik
lees
, hij
leest
, jij
leest
| ik voetbal, hij voetbalt, jij voetbalt.
Slide 14 - Diapositive
Je = jij
Als je het woord 'je' kunt vervangen door 'jij' dan is 'je' het onderwerp:
Word
je rijk? -
Hier kan je 'je' vervangen door 'jij'. (Dus: je schrijft ik-vorm)
Wordt
je broer rijk? -
Hier kan je 'je' niet vervangen door 'jij'. (Dus: je schrijft ik-vorm + t)
Slide 15 - Diapositive
Jij/je achter persoonsvorm
Staat jij/je achter de persoonsvorm? Dan schrijf je de ik-vorm.
Voorbeeld
Ik
loop
.
Jij
loopt.
Loop
jij? (Hier verdwijnt de -t dus)
Slide 16 - Diapositive
Let op!
Je hoort niet altijd of er een -t geschreven moet worden.
Voorbeeld
Ik word ziek.
Jij wordt ziek.
Word jij ziek?
Slide 17 - Diapositive
Tip
Als je twijfelt of je een -t moet toevoegen, vervang dan het woord door lopen.
Als je dan een -t hoort, dan schrijf je een -t achter de ik-vorm.
Slide 18 - Diapositive
Voorbeeld 1
Je wordt boos.
Ik word boos - jij wordt boos - word jij boos?
Loop je (boos)? -> geen -t
Vervang het woord door lopen (het wordt dan wel een rare zin, maar je hoort wel of je een -t moet gebruiken of niet)
Slide 19 - Diapositive
Kies het woord dat op de stippellijn hoort:
'... je croissantjes van de Aldi lekker?'
A
Vind
B
Vindt
C
Vint
D
Vinden
Slide 20 - Quiz
Kies het woord dat op de stippellijn hoort:
'... je spelling ook zo saai?'
A
Vind
B
Vindt
C
Vint
D
Vinden
Slide 21 - Quiz
Kies het woord dat op de stippellijn hoort:
'... je docent de kaasbroodjes van de Jumbo lekker?
A
Vind
B
Vindt
C
Vint
D
Vinden
Slide 22 - Quiz
Maken
Opdracht 2 op blz. 144
Je krijgt hiervoor 5 minuten de tijd.
Slide 23 - Diapositive
Zelfstandige verwerking
opdracht 2 op blz. 144
timer
5:00
Slide 24 - Diapositive
Controleer je antwoorden
Opdracht 2
1. Word
2. rijdt je vader
3. vind jij
4. Raad jij
5. Wordt je broer
6. word je
Slide 25 - Diapositive
Zelfstandig naamwoord
Wat is een zelfstandig naamwoord ook al weer?
Dat zijn dieren, mensen of dingen.
Tip
: je kunt voor een zelfstandig naamwoord een lidwoord zetten.
Lidwoord: de, het, een
Slide 26 - Diapositive
Spelling meervoud zelfstandige naamwoorden
Bij de meeste woorden schrijf je
en
of
s
achter het enkelvoud
Soms moet je een klinker weghalen of een medeklinker toevoegen.
Als er een verkeerde uitspraak kan ontstaan, schrijf je
’s
.
Als het woord eindigt op
ee
, schrijf je ën erachter.
Slide 27 - Diapositive
Voorbeelden
Bij de meeste woorden schrijf je
en
of
s
achter het enkelvoud.
School - scholen
Broodje - broodjes
Actie - acties
Soms moet je een klinker weghalen of een medeklinker toevoegen.
Vraag - vragen
Sok - sokken
Kat - katten
Slide 28 - Diapositive
Voorbeelden
Als er een verkeerde uitspraak kan ontstaan, schrijf je
’s
.
Oma - oma's
Piano - piano's
Hobby - hobby's
Als het woord eindigt op
ee
, schrijf je ën erachter.
Zee - zeeën
Fee - feeën
Slide 29 - Diapositive
Maken
Opdracht 4 op blz. 146
Je krijgt hiervoor 10 minuten de tijd.
Slide 30 - Diapositive
Zelfstandige verwerking
opdracht 4 op blz. 146
timer
10:00
Slide 31 - Diapositive
Controleer je antwoorden
Opdracht 4
1 agenda's 3 ideeën 5 dozen 7 servetten 9 hagedissen
2 mensen 4 kaarsen 6 baby's 8 bedrijven 10 cadeaus
Slide 32 - Diapositive
Meeste of meesten?
Slide 33 - Diapositive
Lastige letters
Woorden met een
p-klank en woorden met een r-klank
moet je uit je hoofd leren.
Voorbeelden
apart, apparaat, aria, arriveren
Slide 34 - Diapositive
Maken
Opdracht 7, blz. 147
> je krijgt hiervoor 10 minuten de tijd
Slide 35 - Diapositive
Zelfstandige verwerking
opdracht 7, blz. 147
timer
10:00
Slide 36 - Diapositive
Controleer je antwoorden opdracht 7
1
haperen, kaping,
rapport, opening,
applaus, capaciteit,
supporter, appartement
2
herinneren, paragraaf,
karikatuur, terras,
arrangement, irrelevant,
verrukkelijk, sieraden
Slide 37 - Diapositive
Indeling presentatie
Slide 38 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Spelling - vmbo 2/3 spelling herhaling (ww)spelling
Décembre 2021
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 2,3
TV H5 WW spelling
Avril 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
3. Spelling - vmbo 3 - Blok 3
Janvier 2022
- Leçon avec
43 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
Blok 3 spelling les 2
Janvier 2022
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
werkwoordspelling les 3
Décembre 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
persoonsvorm en onderwerp
Novembre 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Het VDBN vervolg
Février 2024
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Hoofdstuk 6 : In een restaurant
Janvier 2023
- Leçon avec
35 diapositives
NT2
Hoger onderwijs