Ec. bekeken 3TL: 3.1 Bronnen van inkomen

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

3.1 Bronnen van inkomen

Welke bronnen van inkomen ken je al?

Doel van de les

• Je kent 3 manieren om inkomen te verwerven:
  - Inkomen uit arbeid
  - Inkomen uit bezit
  - Overdrachtsinkomens
• Je kan uit een tabel iemands loon aflezen.
• Je weet wat functies zijn
  
• Je kan de Lorenzcurve interpreteren.
  
• Je kan de begrippen nationaal inkomen en modaal inkomen uitleggen.

Soorten inkomen

Met en zonder tegenprestatie

• Inkomen met tegenprestatie (je verdient het omdat je er iets voor doet)
  - inkomen uit arbeid
  - inkomen uit bezit
  

• Inkomen zonder tegenprestatie  (je krijgt het omdat je er recht op hebt)
  - overdrachtsinkomens

Soorten inkomen

Inkomen uit arbeid:

• Loon
• Prestatieloon: bonus als je goed gewerkt hebt
• Eindejaarsuitkering
• Vakantiegeld
• Inkomen uit natura: betaald worden met goederen of diensten (auto van de zaak, telefoon... )

Soorten inkomen

De loonschaal

• Het loon hangt af van zijn ervaring (tredes).
• Het loon hangt af van zijn functie, talenten of diploma's.

Wat kan een reden zijn waarom je in een hogere loonschaal wordt ingedeeld dan een collega?

Soorten inkomen

Inkomen uit bezit

• Rente (spaargeld)
• Dividend (aandelen)
• Winst (eigen bedrijf)
• Huur (huis)
• Pacht (grond)

Nationaal inkomen

Alle inkomens uit arbeid en bezit samen vormen het Nationaal inkomen. 

 

Het nationaal inkomen van een land zegt wat over :

1. de welvaart van de inwoners.
2. het welzijn van de inwoners.
3. de welvaart en het welzijn van de inwoners.
4. antwoord A, B en C klopt niet.

Soorten inkomen

Personele inkomensverdeling

• Het nationaal inkomen is oneerlijk verdeeld omdat niet iedereen evenveel verdient.
• In rijke landen zijn de verschillen tussen hoge en lage lonen kleiner.
• Het meest voorkomende inkomen noemen we het modaal inkomen.

Om het verschil tussen arm en rijk kleiner te maken, is er een derde vorm van inkomen:

overdrachtsinkomens. Voorbeelden hiervan zijn:

• uitkeringen, zoals bijstand en wajong
• kinderbijslag
• huurtoeslag
  

Wat je gaat doen?

Maken Opdrachten Paragraaf 3.1

Opdracht 6 t/m 12

Pagina 82 en 83

Welke voorbeelden zijn inkomen uit arbeid?

1. Huur, dividend, prestatieloon, vakantiegeld
2. Prestatieloon, dividend, rente, vakantiegeld
3. loon, loon in natura, prestatieloon, vakantiegeld

Een ondernemer heeft inkomen

1. uit bezit
2. uit arbeid
3. uit overdrachtsinkomen

Met een hoger inkomen

1. ben je gelukkiger.
2. heb je meer koopkracht.

Iemand met een bijstandsuitkering heeft inkomen uit

1. bezit
2. arbeid
3. overdrachtsinkomen