werkwoorden in de verleden tijd groep 7

Zelfde klankwerkwoorden en sterke werkwoorden
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Zelfde klankwerkwoorden en sterke werkwoorden

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Zijn jullie er klaar voor?!

Slide 3 - Diapositive

Wat is de ik-vorm/stam
van het werkwoord praten?

Slide 4 - Carte mentale

Wat is de ik-vorm/stam
van het werkwoord beantwoorden?

Slide 5 - Carte mentale

Wat is de ik-vorm/stam
van het werkwoord begroeten?

Slide 6 - Carte mentale

Wat is de ik-vorm/stam
van het werkwoord vergroten?

Slide 7 - Carte mentale

Wat is de ik-vorm/stam
van het werkwoord meten?

Slide 8 - Carte mentale

Wat is de ik-vorm/stam
van het werkwoord verrichten?

Slide 9 - Carte mentale

Persoonsvorm
Een persoonsvorm is ALTIJD een werkwoord.
Als je een persoonsvorm wil vinden, moet je dit doen:
- een vraagzin maken.
- de zin in een andere tijd zetten.
Ik loop naar school.
Vraagzin: Loop ik naar school? --> loop
Andere tijd: Ik liep naar school. --> loop verandert in liep

Slide 10 - Diapositive

Wat is de persoonsvorm in deze zin:
Ft 7 en 8 gaan met elkaar zingen.
A
zingen
B
elkaar
C
met
D
gaan

Slide 11 - Quiz

Sterke en zwakke werkwoorden
Sterke werkwoorden zijn sterk genoeg om van klank te veranderen.

Lopen --> liepen, helpen --> hielpen, wijzen --> wezen.

Zwakke werkwoorden veranderen niet van klank, komt de(n) of te(n) achter. Ik danste

Slide 12 - Diapositive

Verleden tijd zwakke ww
T.T: Wij dansen met z'n allen tussen de ijsberen.
V.T: Wij ................. met 'n allen tussen de ijsberen.

1. Zoek het werkwoord/de persoonsvorm. 
2.Is het enkelvoud of meervoud?
3. Gebruik 't Kofschip X. 
En eraf. Laatste letter in het 't Kofschip? Ja = te(n), Nee=de(n)


Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Stappen
1. Lees de zin.
2. Zoek het werkwoord.
6. Zet de stappen in het schema en controleer.
3.Is het enkelvoud of meervoud?
4. Haal de -en van het werkwoord. 
5. Zit de laatste letter in 'T KOFSCHIP?

Slide 15 - Diapositive

praten VT
Wij ..................over het weer.

Slide 16 - Question ouverte

sporten VT
Juf Anne ....................gisteren in Druten.

Slide 17 - Question ouverte

begroeten VT
Groep 7.........................de andere kinderen vriendelijk.

Slide 18 - Question ouverte

haasten VT
De ouders...................zich vorige week naar het voetbalveld.

Slide 19 - Question ouverte

raden VT
De kinderen...............dat niet.

Slide 20 - Question ouverte

roepen VT
De oude man...................om hulp.

Slide 21 - Question ouverte

vliegen VT
De vlieger................weg.

Slide 22 - Question ouverte

zwemmen VT
Vorig jaar ................we nog in de zee.

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

GOED GEOEFEND!!!!

Slide 27 - Diapositive