21.4 Immuniteit, allergieën en medicijnen 6V 2223

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
21.4 Immuniteit, allergieën en medicijnen
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
21.4 Immuniteit, allergieën en medicijnen

Slide 1 - Diapositive

Update studieplanner

Slide 2 - Diapositive

Doel 21.4
Je leert hoe immuniteit tegen ziektes ontstaat
Je leert wat allergieën zijn
Je leert hoe medicijnen kunnen helpen 

Slide 3 - Diapositive

Verloop van een infectie
Na verloop van tijd is de infectie bestreden en moet de afweer-reactie ook weer worden stopgezet (deze kost veel energie).
Hiervoor zorgen T-suppressorcellen.
Deze remt de B-cellen en daarmee de 
vorming van antistoffen.

Slide 4 - Diapositive

Geheugen
Je afweersysteem behoudt een geheugen voor antigenen die al eens bestreden zijn in de specifieke afweer. Hierdoor ben je immuun. Dwz: je bent in staat een ziekteverwekker uit te schakelen voor je er ziek van wordt.

Slide 5 - Diapositive

Immuniteit
Cellulaire immuniteit:
Th geheugencellen en Tc geheugencellen.
Humorale immuniteit:
B geheugencellen.
Bij een hernieuwdeinfectie met dezelfde ziekteverwekker worden Tc cellen sneller actief en worden sneller veel meer antistoffen gemaakt.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Vaccinatie
In een vaccin zijn antigenen van een ziekteverwekker opgenomen (dus niet de hele ziekteverwekker!), of zelfs het mRNA van een antigeen van een ziekteverwekker.
Dit antigeen zorgt voor de eerste immuunrespons.
wordt je daarna geinfecteerd dan is dit de tweede blootstelling en de reactie is dus sneller en sterker.

Slide 8 - Diapositive

Immunisatie
Actief vs passief
Actieve immunisatie: je afweersysteem heeft zelf de antistoffen aangemaakt.

Natuurlijk vs kunstmatig
kunstmatig wil zeggen toegediend/ ingespoten



Slide 9 - Diapositive

Waar hoort wat?

Slide 10 - Diapositive

Waar hoort wat?
Antistoffen vanuit moedermelk/ placenta
Immuun door daadwerkelijke infectie
Antistoffen ingespoten
Immuun door vaccin met antigenen/ mRNA

Slide 11 - Diapositive

Allergie
Mest-cellen:
In de huid en de slijmvliezen
Hebben receptoren voor IgE 
antistoffen (gemaakt door B cellen)
Hebben blaasjes met histamine die
vrijkomt bij contact met een 
ziekteverwekker (via de IgE antistoffen)

Slide 12 - Diapositive

Allergie
Histamine is een mediator die een
ontstekingsreactie veroorzaakt: 
meer slijm, verwijding bloedvaten.
Hierdoor kunnen macrofagen de
infectie beter bestrijden.

Slide 13 - Diapositive

Allergie
Een allergische reactie is als de mest-cellen onnodig reageren op een niet-schadelijke lichaamsvreemde stof.
Die stof heet dan allergeen.

Oorzaak: een APC heeft een onschuldige antigeen onterecht beoordeeld als ziekteverwekker en heeft de specifieke afweer aangezet.


Slide 14 - Diapositive

Allergie
Allergie ontstaat in twee stappen:
Eerste contact met allergeen: B-lymfocyten en plasmacellen maken IgE molecuul – deze hecht zich aan mestcellen
Volgend contact: activatie mest-cellen

Slide 15 - Diapositive

Medicijnen
Tegen bacteriën: penicilline of een ander antibioticum.
Antibiotica doden bacteriën.
Bacteriën kunnen resistent worden tegen antibiotica (evolutie).
Nieuwe ontwikkeling: bacteriofagen.

Slide 16 - Diapositive

Antihistamine
Bindt aan de histamine receptoren
(antagonist) waardoor de cellen
niet meer reageren op het vrij-
komen van histamine.

Slide 17 - Diapositive

Doel 21.4
Je hebt geleerd hoe immuniteit tegen ziektes ontstaat
Je hebt geleerd wat allergieën zijn
Je hebt geleerd hoe medicijnen kunnen helpen

Slide 18 - Diapositive

Begrippen 21.4
T-suppressorcellen, geheugencel, immuun, immuniteit, cellulaire immuniteit, Tc-geheugencellen, Th-geheugencellen, humorale immuniteit, B-geheugencellen, vaccin, kunstmatige actieve immunisatie, natuurlijke actieve immunisatie, kunstmatige passieve immunisatie, natuurlijke passieve immunisatie, penicelline, antibioticum, resistentie, bacteriofagen, mestcel, mediator, allergie, allergeen, histamine

Slide 19 - Diapositive

BINAS 21.4
BINAS 84L2 Humorale en cellulaire immuniteit
BINAS 84M Allergische reacties





Slide 20 - Diapositive

Huiswerk
In de online methode.
Kies leerweg B.
21.4: 3 t/m 10

Slide 21 - Diapositive