Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
2 april Charlotte
2 april Charlotte
1 / 54
suivant
Slide 1:
Diapositive
Cette leçon contient
54 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
2 april Charlotte
Slide 1 - Diapositive
Welkom!
We gaan zo luisteren
en spreken.
Daarna zelfstandig werken.
Pauze
Meester Michael
Slide 2 - Diapositive
spreektaal - gewoontes 1
Nederland
Gewoontes zijn dingen die je altijd doet. Dingen die normaal zijn.
Slide 3 - Diapositive
Welke woorden horen bij Nederland?
Slide 4 - Carte mentale
Wat zie je?
Waarom draagt iedereen Oranje?
Slide 5 - Diapositive
De vlag van Nederland?
A
B
C
D
Slide 6 - Quiz
Luister naar het telefoongesprek.
Je hoort Christina en Hanan.
Oranje tompoezen
Slide 7 - Diapositive
Wat heeft Christina gekocht voor bij de koffie?
A
B
C
D
Slide 8 - Quiz
Waarom verkopen bakkers oranje gebak?
oranje tompouzen
A
Het is Pasen.
B
Het is Koningsdag.
C
Het is Kerstmis
D
Het is NIeuwsjaar
Slide 9 - Quiz
Wat trekt Christina aan op Koningsdag?
oranje tompouzen
A
B
C
D
Slide 10 - Quiz
Wat heeft Christina boven liggen voor Hanan?
oranje tompouzen
A
B
C
Slide 11 - Quiz
Wie is onze koning?
A
B
C
D
Slide 12 - Quiz
gewoonte
Koningsdag
Praten!!
Wat zie je?
Wat doen Nederlanders met Koningsdag?
Wat vind jij ervan?
Slide 13 - Diapositive
luisteren
Wat mist in de zin?
Slide 14 - Diapositive
Ik ____ bij de bakker ook oranje soezen en oranje bonbons.
Slide 15 - Question ouverte
Dat ........... er altijd heel feestelijk uit.
Slide 16 - Question ouverte
Vind je dat _____ overdreven?
Slide 17 - Question ouverte
Zal ik ____ voor je pakken?
Slide 18 - Question ouverte
Wat is typisch Nederlands eten?
Slide 19 - Diapositive
Nederlands eten
niet Nederlands eten
Slide 20 - Question de remorquage
Geef antwoord op de vragen.
Slide 21 - Diapositive
De kleuren van de vlag zijn rood - geel - blauw
Slide 22 - Sondage
Wij eten beschuit met muisjes
bij de geboorte van een baby.
Slide 23 - Sondage
Er zijn meer mensen dan fietsen in Nederland.
Slide 24 - Sondage
Nederland betekent 'laag land'.
Slide 25 - Sondage
Willem-Alexander is de minister President.
Slide 26 - Sondage
Geef antwoord op de vragen
Slide 27 - Diapositive
Wat is leuk aan Nederland?
Slide 28 - Carte mentale
Wat is niet leuk aan Nederland?
Slide 29 - Carte mentale
Samen praten over Nederland.
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Vidéo
Dit is Nederland.
Nederland heeft 12 provincies.
De regering de regels voor Nederland.
De regering maakt de regels voor de provincies.
AZC Dronten ligt in Flevoland.
Flevoland is gemaakt in 1986.
Flevoland was zee.
Flevoland is nu land.
De mensen hebben het land gemaakt.
Slide 32 - Diapositive
De provincies
De hoofdsteden
Slide 33 - Diapositive
Opdracht
Je krijgt een blad met Nederland erop.
Schrijf de provincies en de hoofdsteden in de plaat van Nederland.
Slide 34 - Diapositive
Wist je dat?
Aruba, Curaçao en Sint Maarten ook bij Nederland horen?
De Nederl
andse
Antille
n
Slide 35 - Diapositive
Den Haag
In Den Haag zit de regering.
Het parlement.
Onze minister-president is Mark Rutte.
Slide 36 - Diapositive
Nederlands eten
Broodje kroket
bitterballen
Poffertjes
Hagelslag
Appeltaart
Tompouce
Drop
Stroopwafels
Pannenkoeken
Oliebollen
Stampot
Kaasblokjes
Slide 37 - Diapositive
Wat weet jij over Nederland?
Slide 38 - Diapositive
Hoe heet de hoofdstad van Nederland?
Slide 39 - Question ouverte
Hoe heten de buurlanden van Nederland?
A
Belgie en Duitsland
B
Italie en Belgie
C
Belgie en Frankrijk
D
Duitsland en Frankrijk
Slide 40 - Quiz
kaas
drop
aardappels
pepernoten
stroopwafels
Slide 41 - Question de remorquage
Wat is de kleur van Nederland?
Slide 42 - Question ouverte
In Nederland is het vaak wisselvallig weer. Wat betekent dat?
A
Dat het elke dag hetzelfde weer is.
B
Dat het weer elke dag anders kan zijn.
C
Dat het altijd regent in Nederland.
D
Dat het altijd koud is in Nederland.
Slide 43 - Quiz
Davina Michel
Rembrandt
MinisterPresident Rutte
Anne Frank
Prinses Amalia
Slide 44 - Question de remorquage
Welke stad in Nederland heeft de grootste haven van heel Europa?
Slide 45 - Question ouverte
In Suriname, Aruba, België en Zuid-Afrika wordt ook Nederlands gesproken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 46 - Quiz
Provincies en hoofdsteden
Welke provincies en hoofdsteden ken je al?
Slide 47 - Diapositive
Wat is de hoofdstad van Noord-Brabant?
A
Eindhoven
B
's Hertogenbosch
C
Breda
D
Alkmaar
Slide 48 - Quiz
Welke provincie ligt het meest in het zuiden? (rechts onderaan)
A
Zeeland
B
Limburg
C
Noord-Brabant
D
Gelderland
Slide 49 - Quiz
Bij welke provincies is de naam van de provincie hetzelfde als de naam van de hoofdstad?
A
Groningen en Utrecht
B
Groningen en Friesland
C
Utrecht en Noord-Holland
D
Alleen Groningen
Slide 50 - Quiz
Van welke provincie is "Assen" de hoofdstad?
A
Overijssel
B
Groningen
C
Friesland
D
Drenthe
Slide 51 - Quiz
Zelf oefenen
https://nt2taalmenu.nl/nt2-a1-oefeningen-2/#a1-inburgering
https://www.topo-oefenen.nl
Klaar? Diglin, Lowan, Disk, Klare Taal
Slide 52 - Diapositive
Dit was het einde van de les.
Hoe vond je de les?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 53 - Sondage
Na de pauze
Meester Michael!!
Slide 54 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
vrijdag 8 juni
Juin 2023
- Leçon avec
44 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo, b
Leerjaar 1
Rondje Nederland kennismaken **
Juin 2023
- Leçon avec
42 diapositives
NT2
Basisschool
Groep 7
Rondje Nederland kennismaken **
Mars 2022
- Leçon avec
33 diapositives
NT2
Basisschool
Groep 7
Provincies > instructie > groep 4/5
Mars 2023
- Leçon avec
49 diapositives
Aardrijkskunde
Basisschool
Groep 4,5
Topografie Nederland
Juin 2024
- Leçon avec
25 diapositives
topografie nederland
Septembre 2024
- Leçon avec
37 diapositives
Burgerschap
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
topogrfie nederland
Novembre 2022
- Leçon avec
40 diapositives
Burgerschap
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Provincie hoofdsteden
Septembre 2023
- Leçon avec
11 diapositives
Aardrijkskunde
Basisschool
Groep 5