G6 Getalwaarde van een veelterm

Pol trakteert zichzelf en 5 vrienden op snoep.
Hij geeft iedereen 4 snoepjes en hij heeft er 3 over nadien.
Hoeveel snoepjes had hij?
1 / 11
suivant
Slide 1: Question ouverte
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Pol trakteert zichzelf en 5 vrienden op snoep.
Hij geeft iedereen 4 snoepjes en hij heeft er 3 over nadien.
Hoeveel snoepjes had hij?

Slide 1 - Question ouverte

Pol heeft 20 snoepjes die hij verdeelt onder 4 vrienden en zichzelf. Pol geeft 1 van zijn snoepen aan zijn papa.
Hoeveel snoepen heeft Pol?

Slide 2 - Question ouverte

Pol verdeelt 15 vampierensnoepjes onder 3 (waaronder hij zelf) en maakt zelf nog eens 4 keer 20 berensnoepjes.
Hoeveel snoepjes heeft Pol?

Slide 3 - Question ouverte

(-49) : 7 + 10 . (-6) =
A
67
B
-67
C
-18
D
18

Slide 4 - Quiz

-1 + (-0,2) . 1,2 - 0,3 . (-0,5) =
A
0,87
B
-0,87
C
-1,09
D
1,09

Slide 5 - Quiz

De vloer is betegeld zoals op deze figuur

Slide 6 - Diapositive

Wat is
de lengte
van de vloer?
A
5y
B
7x
C
5y + 7x
D
35xy

Slide 7 - Quiz

Wat is
de omtrek
van de vloer?
A
5y + 7x + 5y + 7x
B
10y + 14x
C
5y + 7x
D
2 . (5y + 7x)

Slide 8 - Quiz

Stel dat de lengte (x) van 1 tegel 50 cm is en de breedte (y) is 30 cm…
Wat is dan de omtrek? (omtrek vloer = 10y + 14x)

Slide 9 - Question ouverte

Stel dat de lengte (x) van 1 tegel 20 cm is en de breedte (y) is 10 cm…
Wat is dan de omtrek? (omtrek vloer = 10y + 14x)

Slide 10 - Question ouverte

Ga naar de cursus G6
pagina 27 en verder

Slide 11 - Diapositive