Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Medicatie toedienen in de longen
Inhalatie
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Ziekten van de longen
Vooral zorgvragers met chronisch obstructieve longziekten inhaleren medicijnen.
zoals;
astma
bronchitis
longemfyseem (blijvende uitzetting van de longblaasjes)
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Door toediening van medicijnen via de luchtwegen kan benauwdheid (ontstaan door irritatie of ontsteking) voorkomen of behandeld worden. Deze toedieningsvorm noemt men inhalatie.
Slide 3 - Diapositive
Inhalatie is een manier om medicijnen bij aandoeningen van de luchtwegen direct op de juiste plaats te brengen. Hierdoor werkt het snel, is er minder werkzame stof nodig en zijn er minder bijwerkingen.
Slide 4 - Vidéo
Cet élément n'a pas d'instructions
Effect van longmedicatie
remming van ontstekingsreacties
verdunning van taai slijm
vermindering van slijmvlieszwelling
opheffen van bronchospasmen (bronchusverwijding)
Slide 5 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Inhalatiemedicijnen worden voorgeschreven bij zorgvragers die last hebben van:
A
kortademigheid, hoesten en slijm
B
benauwdheid, ontstekingen van de luchtwegen
C
longaandoeningen (astma, COPD, taaislijmziekte)
D
hooikoorts
Slide 6 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Myrthe is acht jaar en heeft astma. De arts heeft haar een luchtwegverwijder en een luchtwegbeschermer voorgeschreven. Deze medicijnen moeten geïnhaleerd (ingeademd) worden. Je leert Myrthe en haar vader hoe de medicijnen van Myrthe toegediend moeten worden. Myrthe moet eerst:
A
haar mond spoelen
B
de luchtwegverwijder inhaleren
C
de luchtwegbeschermer inhaleren
Slide 7 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Medicatie luchtwegen
Medicatie voor de luchtwegen komen direct op de plek waar zij moeten werken, in de longen. Hierdoor komen er zelden bijwerkingen voor. Wel kan het zo zijn dat de voorgeschreven medicatie niet het gewenste effect heeft, in dat geval is het altijd verstandig de arts te raadplegen.
Slide 8 - Diapositive
Na het gebruik van medicatie via de luchtwegen is het belangrijk dat:
De cliënt de mond spoelt. Het eerste slokje uitspugen, tweede slokje doorslikken. (Dit is vooral belangrijk bij het vernevelen met corticosteroïden). Wanneer dit lastig is voor de cliënt kun je de cliënt ook wat laten eten.
Laat de cliënt de huid rond de mond en neus reinigen met water, help hier zo nodig bij.
Complicaties bij inhalatie
Het te inhaleren medicijn moet een plaatselijke werking uitoefenen in de bronchiën, maar een deel komt via absorptie toch in de bloedbaan terecht. Dit kan bijwerkingen veroorzaken, zoals:
hartritmestoornissen bij een overdosis (salbutamol mag daarom maximaal zes maal per dag worden gebruikt);
heesheid;
schimmelinfecties in de mond- en/of keelholte (in het bijzonder bij gebruik van corticosteroïden).
instructies bij inhalaties
Zorg ervoor dat je mond leeg is.
Houd de inhalator rechtop vast met het mondstuk beneden.
Schud de inhalator korte tijd krachtig.
Haal de beschermdop van het mondstuk.
Als je een nieuwe inhalator voor het eerst gebruikt, spuit dan eerst 3 pufjes in de lucht.
Als je de inhalator langer dan 1 week niet hebt gebruikt, spuit dan eerst 1 pufje in de lucht.
Ga goed rechtop zitten of staan.
Adem langzaam en volledig uit door je mond. Let op dat je niet in de inhalator blaast.
Breng direct na de uitademing de inhalator naar je mond. Klem het mondstuk tussen je tanden en omsluit het met je lippen.
Richt je kin iets omhoog.
Druk de inhalator in terwijl je krachtig en zo diep mogelijk inademt.
Houd je adem minstens 10 seconden in of zolang je kunt. Neem intussen de inhalator uit je mond.
Adem daarna rustig helemaal uit.
Slide 9 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Inhalatoren
Slide 10 - Diapositive
De Turbuhaler is buisvormig en bevat tweehonderd afgepaste poederhoeveelheden. Door een draai aan de geribbelde draaiknop aan de onderzijde van het apparaat is een afgepaste dosering beschikbaar. Als er in het venster een rood streepje zichtbaar wordt, zitten er nog ongeveer twintig doses in de Turbuhaler. Dan moet je een nieuwe Turbuhaler bestellen.
De Diskhaler of poederinhalator is een plat doosje, voorzien van een mondstuk. In het doosje bevindt zich een schuiflade. Daarin passen schijfjes die vier of acht aparte vakjes met inhalatiepoeder bevatten. Om het poeder te inhaleren moet een poedervakje (dosis) worden geopend. Dat gebeurt door het dekseltje van de Diskhaler omhoog te trekken, waardoor de boven- en onderkant van het vakje worden doorgeprikt. Na het sluiten van het deksel is de Diskhaler klaar voor gebruik. Een telmechanisme geeft aan hoeveel poedervakjes nog vol zijn. Door de speciale verpakking is het poeder niet gevoelig voor vocht.
Dosisaerosol
Een dosisaerosol (pufje) is een soort spuitbusje in een houder. Bij een dosisaerosol komt er op het moment dat er op de knop gedrukt wordt een wolkje/pufje (dosis) van het medicijn vrij. Een zorgvrager moet de inhalator aan de mond zetten, op de knop drukken en vervolgens het medicijn diep inademen. Bij kinderen wordt vaak een voorzetkamer gebruikt, waardoor het medicijn beter ingeademd kan worden.
Voorzetkamer en vernevelaar
Slide 11 - Diapositive
Een voorzetkamer kun je aan een dosisaerosol vastkoppelen. Voor veel cliënten kan het inhaleren met een dosisaerosol een moeilijke handeling zijn, om I.v.m. kortademigheid een diepe ademteug te nemen. Daarom is een voorzetkamer te adviseren.
Vernevelaar
Een vernevelaar is een apparaat dat een medicijn omzet in damp. Op deze manier kunnen medicijnen door de zorgvrager gemakkelijker en rustiger ingeademd worden, vooral door zorgvragers die ernstig benauwd zijn.
De stappen van het schoonmaken direct na de verneveling:
Spoel de medicijnbeker af met lauwwarm water, geen heet water, want dan kan er eiwit aankoeken.
Na het afspoelen de medicijnbeker afwassen in een handwarm sopje met afwasmiddel.
Afspoelen zodat het schuim weg is
De medicijnbeker drogen met een schone, niet pluizende doek.
Bewaar het vernevelapparaat op een afgesloten, droge, stof arme plaats, bijvoorbeeld een kast.