5.4 Zenuwstelsel

Zenuwstelsel
Nodig:
- Inloggen bij LessonUp (laptop)
- Boek op blz. 102 & 103
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Zenuwstelsel
Nodig:
- Inloggen bij LessonUp (laptop)
- Boek op blz. 102 & 103

Slide 1 - Diapositive

Programma
- Terugblik op vorige les
- Leerdoelen deze les
- Uitleg + vragen over zenuwstelsel
- Huiswerk
- Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Vorige les gemist?

Slide 3 - Diapositive

Wat is de functie van het netvlies?
A
Het geeft bescherming aan het oog
B
Het vangt lichtprikkels op en zet deze om in impulsen
C
Het geleidt de impulsen naar de hersenen
D
Hierdoor lopen de bloedvaten van het oog

Slide 4 - Quiz

Door welke onderdelen van het oog gaat het licht? Zet ze in de goede volgorde. Maak gebruik van de volgende woorden:

Glasachtig lichaam - hoornvlies - pupil - netvlies - lens

Slide 5 - Question ouverte

Leerdoelen
-  Je kunt de bouw van het zenuwstelsel beschrijven.
- Je kunt de functies van het zenuwstelsel beschrijven.

Slide 6 - Diapositive

Wat weet jij al over
het zenuwstelsel?

Slide 7 - Carte mentale

De regelkamer met alle netwerkverbindingen
Je hersenen zijn de regelkamer van je lichaam. Je hersenen verwerken alle informatie en sturen het lichaam aan.
Het kan zijn dat de aansturingen niet de plaats bereiken door bijv. een dwarslaesie (zie afb.). 

Maar knappe koppen van TU Delft hebben een exoskelet ontworpen waardoor lopen mogelijk wordt.

Dit exoskelet neemt opdrachten van de persoon aan, waardoor iemand met een dwarslaesie weer kan bewegen. 

Slide 8 - Diapositive

Zintuigen - Prikkels -  Impulsen
Een prikkel is een invloed in de omgeving.
De zintuigcellen in de zintuigen vangen die prikkels op. In de zintuigcellen ontstaan dan impulsen.

Een impuls is een elektrisch signaaltje. Dat signaaltje gaat door een zenuw naar je hersenen. De impulsen gaan ook van de hersenen via de zenuwen naar bijvoorbeeld spieren en klieren. Een aantal impulsen gaat door het ruggenmerg.

Zintuig : waarneming
- oren     : Je hoort wat de ander je vertelt.
- ogen    : Je ziet, want je leest dit.
- tong     : Je proeft wat de smaak van kaas is.
- neus     : Je kunt ruiken dat het eten aanbrandt.
- huid     : Je kunt voelen aan een kopje of de thee heet is.

Slide 9 - Diapositive

De bouw van het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en zenuwen.

Centrale zenuwstelsel:
Hersenen + ruggenmerg (bestaat uit zenuwen)

Zenuwen: verbinden het centrale zenuwstelsel met alle lichaamsdelen

Slide 10 - Diapositive

Te vergelijken met...

Slide 11 - Diapositive

Werking van zenuwstelsel
In de huid worden warmtprikkels in zintuigcellen omgezet tot impulsen.
1
De impulsen worden via de zenuwen naar het centrale zenuwstelsel geleid.
2
De impulsen komen via de zenuwen in het ruggenmerg. Vanuit hier gaan ze door naar de hersenen.
3
In de hersenen komen de impulsen aan. Hier wordt je je bewust van de warmte.
4

Slide 12 - Diapositive

Functies van het zenuwstelsel
Als je je bewust wordt van dingen die je waarneemt, kun je ook bewust reageren. Er ontstaan dan impulsen in je hersenen.
Er ontstaan impulsen in je hersenen.
1
De impulsen worden van de hersenen door zenuwen naar spieren in de arm geleid. Hierdoor kan de spier samentrekken (beweging).
2
Er kunnen ook impulsen van de hersenen door zenuwen naar klieren (bijv. speekselklieren) worden geleid. Hierdoor wordt er speeksel aangemaakt.
3
Een klier is een orgaan dat bepaalde stoffen produceert, bijv. zweetklieren, talgklieren en speekselklieren.

Slide 13 - Diapositive

Wat zijn de onderdelen van het centrale zenuwstelsel?
A
Hersenen, ruggenmerg, zenuwen
B
Hersenen, ruggenmerg
C
Hersenen

Slide 14 - Quiz

De prikkel wordt in een zintuigcel omgezet tot een impuls.
F
De impuls wordt via een zenuw naar het ruggenmerg geleid.
C
De impuls wordt via het ruggenmerg naar de hersenen geleid.
A
De impulsen worden in de hersenen verwerkt. Je wordt je bewust van de stekende wesp.
G
In de hersenen ontstaan nieuwe impulsen om het lichaam aan te sturen.
B
De impuls wordt via het ruggenmerg naar de spier geleid.
E
De impuls komt via een zenuw aan bij een spier. De spier zal samentrekken, waardoor de arm beweegt.
D

Slide 15 - Question de remorquage

Het robotpak wat dus deels de taak van het zenuwstelsel overneemt.
Je hersenen zijn de regelkamer van je lichaam. Je hersenen verwerken alle informatie en sturen het lichaam aan.
Bij het robotpak geeft de persoon de aansturingen, waardoor de signalen door het robotpak naar de 'robotbenen' wordt verstuurd.

De robotbenen zullen dan in beweging komen, net zoals de hersenen ook spieren kunnen aansturen. 

Slide 16 - Diapositive

Welke rol neemt het robotpak van Sjaan (begin van de les) over?
A
Het verwerken van prikkels van zintuigcellen
B
Het geleiden van impulsen naar de hersenen
C
Het aanmaken van impulsen in de hersenen
D
Het geleiden van impulsen naar de spieren

Slide 17 - Quiz

Zelfstandig werken
Nodig:
  • Boek - blz. 102, 103
Aan de slag met:
  • Lees blz. 102, 103 + gebruik aantekening
  • Maak opdr. 1, 2, 5, 7, 9

Vraag? --> steek vinger op




Slide 18 - Diapositive

Afsluiten
  1. Waaruit bestaat het zenuwstelsel?
  2. Wat zijn de twee functies van het zenuwstelsel?
  3. Door een ongeluk is het ruggenmerg in de nek beschadigd. Welke gevolgen heeft dit?



Slide 19 - Diapositive

Snap je er nog niks van?
Kun je geen antwoord geven op de onderstaande leerdoelen?

- Je kunt de bouw van het zenuwstelsel beschrijven.
- Je kunt de functies van het zenuwstelsel beschrijven.

Dan kun je het volgende doen:
- Leer de slides met de onderdelen + functies van het oog
- Bekijk de uitleg van een andere biologiedocent
- Lees blz. 102 + 103 in je boek en bekijk goed de afbeeldingen

Slide 20 - Diapositive

De bouw van het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en zenuwen.

Centrale zenuwstelsel:
Hersenen + ruggenmerg (bestaat uit zenuwen)

Zenuwen: verbinden het centrale zenuwstelsel met alle lichaamsdelen

Slide 21 - Diapositive

Werking van zenuwstelsel
In de huid worden warmtprikkels omgezet tot impulsen in de warmtezintuigcellen.
1
De impulsen worden via de zenuwen naar het centrale zenuwstelsel geleid.
2
De impulsen komen via de zenuwen in het ruggenmerg. Vanuit hier gaan ze door naar de hersenen.
3
In de hersenen komen de impulsen aan. Hier wordt je je bewust van de warmte.
4

Slide 22 - Diapositive

Functies van het zenuwstelsel
Als je je bewust wordt van dingen die je waarneemt, kun je ook bewust reageren. Er ontstaan dan impulsen in je hersenen.
Er ontstaan impulsen in je hersenen.
1
De impulsen worden van de hersenen door zenuwen naar spieren in de arm geleid. Hierdoor kan de spier samentrekken (bewegen van de arm)
2
Er kunnen ook impulsen van de hersenen door zenuwen naar klieren (bijv. speekselklieren) worden geleid. Hierdoor wordt er speeksel aangemaakt.
3
Een klier is een orgaan dat bepaalde stoffen produceert, bijv. zweetklieren, talgklieren en speekselklieren.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Hoe kun je beter worden?
Je kunt antwoord geven op de leerdoelen (bouw + werking van het zenuwstelsel), maar je maakt nog wel eens een fout?

Dan kun je het volgende doen:
- Leer de slides met de onderdelen + functies van het zenuwstelsel
- Bekijk de uitleg van een andere biologiedocent

Om te checken of je het dan goed hebt begrepen, maak je:
- Test jezelf van bs 3 (5.3 Oren en ogen)

Slide 25 - Diapositive

De bouw van het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en zenuwen.

Centrale zenuwstelsel:
Hersenen + ruggenmerg (bestaat uit zenuwen)

Zenuwen: verbinden het centrale zenuwstelsel met alle lichaamsdelen

Slide 26 - Diapositive

Werking van zenuwstelsel
In de huid worden warmtprikkels omgezet tot impulsen in de warmtezintuigcellen.
1
De impulsen worden via de zenuwen naar het centrale zenuwstelsel geleid.
2
De impulsen komen via de zenuwen in het ruggenmerg. Vanuit hier gaan ze door naar de hersenen.
3
In de hersenen komen de impulsen aan. Hier wordt je je bewust van de warmte.
4

Slide 27 - Diapositive

Functies van het zenuwstelsel
Als je je bewust wordt van dingen die je waarneemt, kun je ook bewust reageren. Er ontstaan dan impulsen in je hersenen.
Er ontstaan impulsen in je hersenen.
1
De impulsen worden van de hersenen door zenuwen naar spieren in de arm geleid. Hierdoor kan de spier samentrekken (bewegen van de arm)
2
Er kunnen ook impulsen van de hersenen door zenuwen naar klieren (bijv. speekselklieren) worden geleid. Hierdoor wordt er speeksel aangemaakt.
3
Een klier is een orgaan dat bepaalde stoffen produceert, bijv. zweetklieren, talgklieren en speekselklieren.

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Hoe kan ik nog slimmer worden?
Kun je makkelijk de leerdoelen uitleggen en heb je een goede score voor de test jezelf 5.4 Zenuwstelsel? Hieronder een interessant filmpje:

Slide 30 - Diapositive