EXTRA Oefentoets 8.1 democratie

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Constitutie

1. Volksvertegenwoordiging.
2. Grondwet.
3. Koninkrijk waarbij de koning(in) bij erfopvolging is geregeld.
4. Een staatsvorm waarbij het staatshoofd door de bevolking gekozen wordt.

Parlement

1. Volksvertegenwoordiging.
2. Grondwet.
3. Koninkrijk waarbij de koning(in) bij erfopvolging is geregeld.
4. Een staatsvorm waarbij het staatshoofd door de bevolking gekozen wordt.

De hele bevolking regeert als het ware direct mee.

1. Democratie
2. Indirecte democratie
3. directe democratie
4. referendum

Er worden vertegenwoordigers gekozen die voor ons besturen.

1. Democratie
2. Indirecte democratie
3. directe democratie
4. referendum

Volksvertegenwoordiging.

1. Parlement
2. Constitutie
3. Monarchie
4. Republiek

Een staatsvorm waarbij het staatshoofd door de bevolking gekozen wordt.

1. Parlement
2. Constitutie
3. Monarchie
4. Republiek

Monarchie

1. Volksvertegenwoordiging.
2. Grondwet.
3. Koninkrijk waarbij de koning(in) bij erfopvolging is geregeld.
4. Een staatsvorm waarbij het staatshoofd door de bevolking gekozen wordt.

In Nederland hebben wij een indirecte democratie.

1. juist
2. onjuist

Nederland is een democratie

1. juist
2. onjuist

Frankrijk is een republiek (het staatshoofd is door de bevolking gekozen)

1. juist
2. onjuist

Duitsland is een republiek (het staatshoofd is door de bevolking gekozen)

1. juist
2. onjuist

Parlement wil zeggen dat de Nederlandse bevolking zijn eigen volksvertegenwoordiging kiest, namelijk de Europese commissie.

1. juist
2. onjuist

Parlement wil zeggen dat de Nederlandse bevolking zijn eigen volksvertegenwoordiging kiest, namelijk de provinciale staten.

1. juist
2. onjuist

Parlement wil zeggen dat de Nederlandse bevolking zijn eigen volksvertegenwoordiging kiest, namelijk de burgermeester en wethouders.

1. juist
2. onjuist

Parlement wil zeggen dat de Nederlandse bevolking zijn eigen volksvertegenwoordiging kiest, namelijk de regering.

1. juist
2. onjuist

Nederland is een parlementaire constitutionele republiek.

1. juist
2. onjuist

Paragraaf 7.2

Paragraaf 7.6

Paragraaf 7.3

Paragraaf 7.5

Machtsmiddelen

Hoorrecht, identificatieplicht 

Geschreven en ongeschreven regels. 

normbesef, negatieve sancties, sociale controle, anoniem

republiek

1. Volksvertegenwoordiging.
2. Grondwet.
3. Koninkrijk waarbij de koning(in) bij erfopvolging is geregeld.
4. Een staatsvorm waarbij het staatshoofd door de bevolking gekozen wordt.

Constitutie

1. Volksvertegenwoordiging.
2. Grondwet.
3. Koninkrijk waarbij de koning(in) bij erfopvolging is geregeld.
4. Een staatsvorm waarbij het staatshoofd door de bevolking gekozen wordt.

Burgers regeren en hebben een grote mate van inspraak op de besluiten.

1. Democratie
2. Indirecte democratie
3. directe democratie
4. referendum

Referendum

1. Burgers regeren en hebben een grote mate van inspraak op de besluiten.
2. Er worden vertegenwoordigers gekozen die voor ons besturen.
3. De hele bevolking regeert als het ware direct mee.
4. Volksraadpleging.

Indirecte democratie

1. Burgers regeren en hebben een grote mate van inspraak op de besluiten.
2. Er worden vertegenwoordigers gekozen die voor ons besturen.
3. De hele bevolking regeert als het ware direct mee.
4. Volksraadpleging.

republiek

1. Volksvertegenwoordiging.
2. Grondwet.
3. Koninkrijk waarbij de koning(in) bij erfopvolging is geregeld.
4. Een staatsvorm waarbij het staatshoofd door de bevolking gekozen wordt.

Constitutie

1. Volksvertegenwoordiging.
2. Grondwet.
3. Koninkrijk waarbij de koning(in) bij erfopvolging is geregeld.
4. Een staatsvorm waarbij het staatshoofd door de bevolking gekozen wordt.

Constitutie

1. Volksvertegenwoordiging.
2. Grondwet.
3. Koninkrijk waarbij de koning(in) bij erfopvolging is geregeld.
4. Een staatsvorm waarbij het staatshoofd door de bevolking gekozen wordt.

Volksraadpleging.

1. Democratie
2. Indirecte democratie
3. directe democratie
4. referendum

republiek

1. Volksvertegenwoordiging.
2. Grondwet.
3. Koninkrijk waarbij de koning(in) bij erfopvolging is geregeld.
4. Een staatsvorm waarbij het staatshoofd door de bevolking gekozen wordt.

Constitutie

1. Volksvertegenwoordiging.
2. Grondwet.
3. Koninkrijk waarbij de koning(in) bij erfopvolging is geregeld.
4. Een staatsvorm waarbij het staatshoofd door de bevolking gekozen wordt.

Constitutie

1. Volksvertegenwoordiging.
2. Grondwet.
3. Koninkrijk waarbij de koning(in) bij erfopvolging is geregeld.
4. Een staatsvorm waarbij het staatshoofd door de bevolking gekozen wordt.

Volksraadpleging.

1. Democratie
2. Indirecte democratie
3. directe democratie
4. referendum