H1 oefentoets
Een organisme dat de levenskenmerken had, maar niet meer heeft is
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
1 / 17
Éléments de cette leçon
Een organisme dat de levenskenmerken had, maar niet meer heeft is
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 1 - Quiz
Levenloos
Dood of levend
Zuurstof
Grond
Water
Ziekteverwekkers
Dieren
Soortgenoten
Planten
Een steen
Stukje biefstuk
Slide 2 - Question de remorquage
Zweten is een voorbeeld van het levenskenmerk
A
uitscheiden
B
groeien
C
ademhalen
D
reageren op prikkels
Slide 3 - Quiz
Leerdoel: levens-cyclus van de kikker
Vormt achterpoten
Ademen met huid en kieuwen
ademen huid en longen
kikkerdril
Vormt voorpoten
Slide 4 - Question de remorquage
De kikker doet aan een gedaanteverwisseling. Een ander woord voor gedaanteverwisseling is
Slide 5 - Question ouverte
Je gaat anders over dingen nadenken, veel dingen vind je kinderachtig en je wilt het liefste alles zelf bepalen.
Dit is een voorbeeld van
Dit is een voorbeeld van
A
Motorische ontwikkeling
B
Lichamelijke ontwikkeling
C
Geestelijke ontwikkeling
Slide 6 - Quiz
Nodig voor fotosynthese
Ontstaat bij fotosynthese
Reactie van fotosynthese
Slide 7 - Question de remorquage
Kan een plant aan fotosynthese doen in het donker?
A
Nee
B
Ja
C
Soms
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Vidéo
In het filmpje zag je de puppy steeds groter worden, dit hoort bij:
A
Ontwikkeling
B
Groei
Slide 10 - Quiz
Een egel heeft stekels, waar helpen deze stekels bij?
A
Bij voeden
B
Bij verdedigen
C
Bij voortbewegen
D
Bij uitscheiden
Slide 11 - Quiz
Sleep de snavel bij de bijbehorende vogel
Haaksnavel
Pincetsnavel
Kegelsnavel
Priemsnavel
Zeefsnavel
Slide 12 - Question de remorquage
Snavels bij vogels
d
Slide 13 - Question de remorquage
teenganger
zoolganger
topganger
Slide 14 - Question de remorquage
Welke plant leeft in een droge omgeving?
A
De linker plant
B
De rechter plant
Slide 15 - Quiz
Hier zie je uien liggen. De uien zitten normaal onder de grond.
Wat eet je van een ui?
Wat eet je van een ui?
A
Het blad
B
De vrucht
C
De stengel
D
De wortel
Slide 16 - Quiz
Je ziet een afbeelding van de boon. Waar zaten de voedingsstoffen in?
A
De zaadlob
B
Het poortje
C
De navel
D
Het hartvormige bultje
