Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Wat weet je nog van 5.1 en 5.2?
Slide 1 - Question ouverte
Heb je nog vragen over het huiswerk van 5.2?
Slide 2 - Carte mentale
Planning van deze les
Nieuwtje
Uitleg
Zelfstandig werken
Slide 3 - Diapositive
5.3 Van rond naar recht
Slide 4 - Diapositive
5.3 Van rond naar recht
Leerdoelen:
Ik kan het verschil tussen rotatie en translatie uitleggen.
Ik kan in eigen woorden de vier stappen om de aandrijving van autowielen te behalen uitleggen.
Ik kan in verschillende situaties (fiets, attractie, trein) uitleggen op welke manier rotatie en/ of translatie toegepast wordt.
Slide 5 - Diapositive
Een ronddraaiende beweging heet rotatie
rotatie
Slide 6 - Diapositive
Een beweging heen en weer of op en neer heettranslatie
translatie
Slide 7 - Diapositive
De overbrenging van de beweging door de bankschroef gaat van rond naar recht
rotatie
translatie
Slide 8 - Diapositive
Hoe heet deze overbrenging?
A
Van rotatie naar translatie
B
Van translatie naar rotatie
C
Van rotatie naar rotatie
D
Van translatie naar translatie
Slide 9 - Quiz
Overbrenging met een nokkenas: De nokken zetten de rotatie om in een translatie
Slide 10 - Diapositive
Tandwielen
indirecte
overbrenging
riem
nokkenwiel
(nokkenas)
drijfstang
kruk
(krukas)
Toepassing nokkenas in een automotor
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Hoe laat een motor een wiel draaien?
De bougie zorgt er met een vonkje voor dat in de cilinder een mengsel van lucht en benzine ontploft. De kracht van de explosie drukt de zuiger naar beneden.
Slide 13 - Diapositive
Hoe laat een motor een wiel draaien?
2. Aan de zuiger zit een stang. De zuiger en de stang bewegen op en neer, ze maken een rechte beweging, een translatie.
Slide 14 - Diapositive
Hoe laat een motor een wiel draaien?
3. De stang zit ook vast aan de krukas. Hij laat via de krukschrijf de krukas draaien. De stang zet zo via de krukschrijf een rechte beweging om in een draaiende beweging, rotatie.
Slide 15 - Diapositive
Hoe laat een motor een wiel draaien?
4. Omdat de wielen met de krukas verbonden zijn, wordt de rotatie van de krukas doorgegeven aan de wielen en beweegt de auto.
Slide 16 - Diapositive
Wat is dit?
A
Nokkenas
B
Balansas
C
Krukas
D
Vliegwiel
Slide 17 - Quiz
Hoe gaat een achtbaan omhoog?
Slide 18 - Diapositive
Hoe gaat een achtbaan omhoog?
Onder de achtbaan zit een groot tandrad of rondsel, een soort tandwiel. Tussen de rails ligt een tandheugel, een lange strook met tanden erop. De elektromotor draait de tandheugel rond en die grijpt de tanden van het tandrad.