Sensor 2MH 3.1 Licht

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

3.1 Licht

Lesdoelen

Na deze les:

• Kan je het verschil uitleggen tussen directe en indirecte lichtbronnen
• Kan je het verschil uitleggen tussen diffuse en spiegelende weerkaatsing
• Ken je de spiegelwet en kan je die toepassen
• Kan je lichtstralen tekenen en zo spiegelbeelden en schaduw construeren

Hoe kunnen wij dingen zien?
Geef je antwoord hieronder.

Lichtbronnen

Lichtbronnen zijn voorwerpen die zelf licht uitzenden

Natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen

Van wat voor type weerkaatsing is dit een voorbeeld?

1. Diffuus
2. Spiegel

Van wat voor soort weerkaatsing is dit een voorbeeld

1. Diffuus
2. Spiegel

Wat je moet weten van de spiegelwet

• Wat de normaal is. Deze staat loodrecht op de spiegel

• Wat de hoek van inval is en hoe je deze bepaalt

• Dat de hoek van terugkaatsing dezelfde hoek heeft als de hoek van inval

Stappenplan spiegelwet

1. bepaal waar pijl de spiegel raakt
2. loodrecht op de spiegel de normaal tekenen (stippellijn)
3. bepaal hoek met geodriehoek van de pijl
4. bepaal hoek aan de andere kant van de normaal
5. trek pijl door in dezelfde hoek
6. noteer het aantal graden in de hoeken

Wat is de spiegelwet?

1. "letters die je in een spiegelbeeld ziet zijn omgekeerd"
2. "Hoek van inval is gelijk aan hoek van terugkaatsing"
3. "bolle spiegels zijn groter dan holle spiegels"
4. "een spiegel is altijd vlak"

Spiegelbeeld

Afstand van het voorwerp tot de spiegel is altijd even groot als de afstand van het spiegelbeeld tot de spiegel.

Schaduw tekenen

• Randstralen:

Dit zijn lichtstralen die net langs de rand van het voorwerp gaan.

• Teken met potlood en liniaal
  

schaduw van 1 lamp

schaduw bij 2 lampen

De schaduw aan de linker en rechterkant noem je

1. Kernschaduw
2. Lichtschaduw
3. Halfschaduw
4. Randstralen

Lees in je handboek
  paragraaf 3.1 - Licht 
    blz. 71 t/m 76 + EXTRA blz. 77-78

waar heb je nog een vraag over?