Lesson 4: Speaking opdr. 53 t/m 61

Vak: Engels
Hoofdstuk: 2.4
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vak: Engels
Hoofdstuk: 2.4
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Diapositive

1. Lesopening
Neem het boek van Engels voor je.
Laat het nog even dicht!

Slide 2 - Diapositive

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Bijvoorbeeld: geef antwoord in een zin van minimaal 5 woorden.


Slide 3 - Diapositive

3. Lesdoel
Aan het einde van de les:
- kun je een gesprek beginnen en eindigen. 
- kun je vragen hoe het met iemand gaat en daarop antwoorden. 
- kun je iemand beschrijven (kenmerken).
- kun je de grammar 'the time' toepassen. 

Slide 4 - Diapositive

Verdiept arrangement
Je staat gemiddeld hoger dan een 8 voor Engels: AAN DE SLAG!
Lees en maak les 2.4 opdr. 54-58-59-60-61. 
Ga samen aan de grote tafel op de gang bij juf Eva zitten.  

Klaar? 
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Lezen / tekenen / Smartgame (of klein samenspel; bijv. Dobble).

Slide 5 - Diapositive

Minicheck
Quiz mee!

Heb je alle 3 de vragen goed? 
Dan mag je daarna zelfstandig aan de slag --> alsnog verdiept.

Niet alle 3 de vragen goed? 
Niet erg! Doe mee met de instructie --> Basis.

Slide 6 - Diapositive

Hoe zeg je in het Engels:
het is 7 uur

Slide 7 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Engels:
het is half 9.
A
It's half past 9
B
It's half past 8
C
It's half after 8
D
It's half 9

Slide 8 - Quiz

Hoe zeg je in het Engels:
het is 10 voor 9.

Slide 9 - Question ouverte

3 vragen goed? AAN DE SLAG!
Lees en maak les 2.4 opdr. 54-58-59-60-61. 
Ga aan de grote tafel op de gang bij juf Eva zitten.  

Klaar? 
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Lezen / tekenen / Smartgame (of klein samenspel; bijv. Dobble).

Slide 10 - Diapositive

4. Instructie (basis + intensief)
Luister en lees mee op de volgende dia. 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

What time is it?
6:15
A
a quarter to six
B
a quarter past six
C
a quarter after six
D
a quarter for seven

Slide 13 - Quiz

what time is it?
7:50
A
ten to seven
B
ten before eight
C
ten past seven
D
ten to eight

Slide 14 - Quiz

What time is it?
4:30
A
half to five
B
half five
C
half past four
D
half to four

Slide 15 - Quiz

what time is it?
4:25
A
five to half past four
B
half past four
C
twenty-five past four

Slide 16 - Quiz

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 
2.4, opdr. 54-55-59-60 op blz. 86 t/m 90.

Wie heeft nog extra instructie / leeshulp nodig (intensief)?
Kom aan de instructietafel zitten. 
Dan gaan we samen aan de slag. 

Slide 17 - Diapositive

6. Zelfstandig werken
Je leest + maakt zelfstandig, in stilte:
Lees en maak 2.4, opdr. 54-55-59-60. op blz. 86 t/m 90 --> B + I
                              
Ben je klaar?
1. Kijk zorgvuldig na + verbeter waar nodig.
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Lezen/tekenen/Smartgame. 
timer
1:00

Slide 18 - Diapositive

7. Evaluatie
- zelfstandig leren; 
werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Quiz mee ter afsluiting --> evaluatie lesdoelen!

Huiswerk / Homework:
dinsdag 22-11-2021 / Tuesday the twenty-second of November:
2.4, opdr. 54-58-59-60-61 op blz. 86 t/m 91 --> V
2.4, opdr. 54-55-59-60. op blz. 86 t/m 90 --> B + I

Slide 19 - Diapositive

what time is it?
2:40
A
twenty to three
B
forty past two
C
ten past half three
D
twenty before three

Slide 20 - Quiz

what time is it?
8:47
A
thirteen to nine
B
seventeen to nine

Slide 21 - Quiz

Wat betekent:
He has got black hair

Slide 22 - Question ouverte

Hoe vraag je in het Engels:
Gaat het goed met je?

Slide 23 - Question ouverte

Hoe begin je in het Engels een gesprek?

Slide 24 - Question ouverte