oefentoets T1 verbranding en ademhaling

Herhaling Thema 1
Verbranding en ademhaling
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herhaling Thema 1
Verbranding en ademhaling

Slide 1 - Diapositive

Waar of niet waar:
Bij verbranding ontstaat altijd koolstofdioxide (CO2).
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Waar of niet waar:
Een mondademhaling is beter dan een neusademhaling.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Wat moet er op plek 1?

A
Water
B
Zuurstof
C
Koolstofdioxide
D
Glucose

Slide 4 - Quiz

Wat is de functie van de trilharen in het neusslijmvlies?
A
Het tegenhouden van ziekteverwekkers
B
Het keuren van de lucht
C
Het verwarmen van de lucht
D
Het verplaatsen van slijm naar de keelholte

Slide 5 - Quiz

Waar of niet waar:
Voor verbranding is altijd een brandstof en zuurstof nodig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

strottenhoofd
keelholte
luchtpijp
neusholte

Slide 7 - Question de remorquage

Waar of niet waar:
Het strottenklepje sluit de neusholte af als je slikt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Wat kan je doen als de lucht te veel koolstofdioxide(CO2) bevat in het klaslokaal?
A
ventileren
B
de verwarming uit doen
C
het raam dicht doen
D
niets

Slide 9 - Quiz

Hoe kan je laten zien dat uitgeblazen adem waterdamp bevat?
A
met een rietje in een glas water blazen
B
tegen het koude raam aan blazen
C
geen idee
D
een kaars uitblazen

Slide 10 - Quiz

Welke twee vormen van energie ontstaan bij de verbranding van hout?

Slide 11 - Question ouverte

Ingeademde lucht bevat veel __1__ en weinig __2__
A
1:Koolstofdioxide 2: Zuurstof
B
1: Zuurstof 2: Koolstofdioxide

Slide 12 - Quiz

Welk gas wordt in de longblaasjes opgenomen in het bloed?
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide
C
Koolstofmonoxide
D
Stikstof

Slide 13 - Quiz

Sleep de nummers naar de juiste namen
keelholte
Long
luchtpijp
Neusholte
strottehoofd
2
1
4
3
5

Slide 14 - Question de remorquage

Welk gas gaat er in de longen van het bloed naar de longblaasjes?
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide
C
Koolstofmonoxide
D
Stikstof

Slide 15 - Quiz

Welke vragen heb je nog over verbranding en ademhaling?

Slide 16 - Question ouverte

Aan welke onderdelen van T1 ga jij extra aandacht besteden voor de toets?

Slide 17 - Question ouverte

Wat wordt er uitgewisseld in de longblaasjes?
A
Zuurstof bloed in, Koolstofdioxide bloed uit
B
Koolstofdioxide bloed in, Zuurstof bloed uit
C
Stikstof bloed in, Koolstofdioxide bloed uit
D
Zuurstof bloed in , Stikstof bloed uit

Slide 18 - Quiz

In de longblaasjes wordt ...
A
O2 opgenomen en CO2 afgegeven
B
CO2 opgenomen en O2 afgegeven
C
Glucose opgenomen en CO2 afgegeven
D
O2 opgenomen en glucose afgegeven

Slide 19 - Quiz

Wat gebeurt er in de longblaasjes?
A
O2-rijk bloed komt bij longblaasjes en staat O2 af
B
CO2-rijk bloed komt bij longblaasjes en staat CO2 af
C
O2-rijk bloed verlaat longblaasjes na opname van CO2
D
CO2-rijk bloed verlaat longblaasjes na opname van O2

Slide 20 - Quiz


De longblaasjes zijn..
A
Groot met een dikke wand
B
Klein met een dikke wand
C
Klein met een dunne wand
D
Groot met een dunne wand

Slide 21 - Quiz


De fietspaden lopen vaak net langs autowegen. Hier is de lucht minder schoon voor de fietsers. Fietsers kunnen daardoor allerlei kleine stofdeeltjes inademen. 
Wat zorgt ervoor dat de lucht die we inademen zo schoon mogelijk in onze longen terecht komt? 
A
Slijmcellen
B
Trilharen
C
Neusharen
D
Zowel A, B als C

Slide 22 - Quiz

welke stof in sigaretten heeft invloed op de gaswisseling bij een mens?
A
teer
B
nicotine
C
tabaksdraden
D
koolstofdioxide

Slide 23 - Quiz

Marieke heeft de hele dag op haar kamer online lessen gevolgd en heeft een beetje hoofdpijn gekregen. Haar moeder zegt dat ze haar kamer moet ventileren voordat ze gaat slapen. Wat is ventileren?
A
praten over haar hoofdpijn
B
frisse lucht binnen laten
C
bewegen
D
diep uitademen

Slide 24 - Quiz

Welke drie schadelijke stoffen zitten in een sigaret?

Slide 25 - Question ouverte