regeling algemeen

biologie klas 3z


1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

biologie klas 3z


Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Het ruggemerg hoort bij
A
Spierstelsel
B
Zenuwstelsel

Slide 3 - Quiz

Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Hersenen en ruggenmerg vormen samen het...
A
zenuwen
B
zenuwstelsel
C
centrale zenuwstelsel
D
hypofyse

Slide 5 - Quiz

Verwerkt het zenuwstelsel impulsen van je reukzintuig?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

De hypofyse hoort bij het
A
Zenuwstelsel
B
Spierstelsel
C
Hormoonstelsel

Slide 7 - Quiz

Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

Het ruggenmerg hoort bij
A
Spierstelsel
B
Zenuwstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Voortplantingsstelsel

Slide 9 - Quiz

De hypofyse hoort bij het
A
Zenuwstelsel
B
Spierstelsel
C
Hormoonstelsel
D
Uitscheidingstelsel

Slide 10 - Quiz

De hersenstam behoort tot het centrale zenuwstelsel.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Je luchtpijp hoort bij je..
A
ademhalingstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
verteringstelsel
D
zenuwstelsel

Slide 12 - Quiz

In welke richting geleiden gevoelszenuwcellen impulsen?
A
Naar het centrale zenuwstelsel toe
B
van het centrale zenuwstelsel af

Slide 13 - Quiz

3. Al je zintuigen samen vormen het...
A
zenuwstelsel
B
zintuigenstelsel
C
hersenstelsel
D
zintuigkanaal

Slide 14 - Quiz

Hormonen zijn:
A
Regelstoffen
B
Voedingsbestanddelen
C
Geslachtskenmerken

Slide 15 - Quiz

Wat zijn hormonen
A
hypofyse
B
Regelstofjes
C
voedingsstof

Slide 16 - Quiz

Wat regelen de hormonen uit de eilandjes van langerhans?
A
adrenaline in je bloed
B
hoeveelheid suiker in je bloed
C
geven hormonen af
D
zorgen voor verbranding

Slide 17 - Quiz

Welke hormonen geeft de hypofyse af?
A
FSH en LH
B
LH en GnrH
C
LH en oestrogenen

Slide 18 - Quiz

De hypofyse maakt stimulerende hormonen en het groeihormoon
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

26. De eilandjes van Langerhans maken de hormonen insuline en glucagon
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

De hypofyse produceert
A
Testosteron
B
Oestrogenen
C
Hormonen die werking teelballen, eierstokken regelen
D
Zaadcellen en eicellen

Slide 21 - Quiz

Enkele hormoonklieren bij mensen zijn: eierstokken, schildklier en teelballen.
Welk of welke van deze klieren worden beïnvloed door hormonen uit de hypofyse?
A
Eierstok
B
Schildklier
C
Teelballen
D
Allemaal

Slide 22 - Quiz

7. De hersenen bestaan uit...
A
de hersenstam en de hersenzenuwen
B
de hersenstam en de zintuigen
C
de hersenstam, de grote en de kleine hersenen
D
grote en kleine hersenen en de zintuigen

Slide 23 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
Verdovende middelen laten je hersenen anders werken
B
Verdovende middelen laten je hersenen sneller werken
C
Stimulerende middelen laten je hersenen sneller werken
D
Bewustzijnsveranderende middelen werken versuffend

Slide 24 - Quiz

Welke organen hebben veel last van alcoholgebruik?
A
hart, longen , lever
B
hart, nieren en lever
C
lever, nieren , hersenen
D
lever, hersenen,longen

Slide 25 - Quiz

Het verdoven van de hersenen hoort bij:
A
Dronken zijn
B
Aangeschoten voelen
C
Alcohol vergiftiging

Slide 26 - Quiz

Op welke plek zitten geen schakelcellen?
A
In de hersenen
B
In het ruggenmerg
C
In de spieren
D
In de hersenstam

Slide 27 - Quiz

Wat is een adequate prikkel?
A
Een prikkel waar een zintuigcel het meest gevoelig voor is.
B
Een prikkel die het snelst reageert op een impuls
C
Licht prikkel die ook als geluid kan worden waargenomen
D
Een prikkel die niet verwerkt kan worden door de hersenen.

Slide 28 - Quiz

Je hersenen reageren niet op alle prikkels die er zijn.
Op welke van de onderstaande prikkels reageer je wel?

A
Er rijden de hele dag auto’s langs je huis.
B
Je hond begint te blaffen als er iemand aanbelt.
C
Het water in de waterloop in je tuin stroomt naar beneden.
D
De spreeuwen kwetteren op het dak.

Slide 29 - Quiz

Welk hormoon wordt bij diabetes onvoldoende geproduceerd?
A
Insuline
B
Glucagon

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Vidéo

Slide 32 - Vidéo