Les 2, M&N 1C

1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Aftekenkaart M&N
  • elke les bij je hebben
  • niet bij je hebben=materiaal vergeten 

Slide 11 - Diapositive

Toetsing 
In de aftekenkaart staan 19 leerdoelen die behandeld worden in periode 1 en waarover je een schriftelijke toets zult krijgen.

Slide 12 - Diapositive

Herhalen fases en faseovergangen

  1. Ik kan de drie verschillende fases waarin een stof zich kan bevinden benoemen.
  2. Ik kan op molecuul niveau uitleggen wat moleculen doen in bepaalde fases.
  3. Ik kan de 6 verschillende faseovergangen benoemen.
  4. Ik kan op molecuul niveau uitleggen wat voor verschillende mengsels er zijn.





Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Opdracht fases
Je kan deze opdracht gebruiken om de leerdoelen  1 en 2 af te tekenen.

Slide 15 - Diapositive

De 6 faseovergangen 

Slide 16 - Diapositive


Welke faseovergang zie je in het plaatje?
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Sublimeren
D
Koken

Slide 17 - Quiz

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 18 - Quiz

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 19 - Quiz

Tijdens het koken van water vindt een faseovergang plaats. Welke is dat?
A
Sublimeren
B
Condenseren
C
Rijpen
D
Verdampen

Slide 20 - Quiz

Stofeigenschappen

5. Ik weet wat er voor verschillende soorten stofeigenschappen zijn.
6.Ik kan met behulp van verschillende stofeigenschappen een scheidingsmethode kiezen om twee stoffen uit elkaar te halen.
7. Ik kan met de formule ρ=m/V  rekenen aan de dichtheid van een stof.
8. Ik kan aan de hand van de dichtheid bepalen of een stof zweeft, drijft of zinkt.






Slide 21 - Diapositive

stofeigenschappen
Wat is een stofeigenschap?
Een stofeigenschap is een kenmerk van een stof. Aan de hand van stofeigenschappen kun je bepalen wat voor stof iets is.
Er zijn verschillende stofeigenschappen. 
Vaak is één eigenschap niet genoeg om te bepalen welke stof het is.
Wat voor stofeigenschappen zijn er?
Er zijn verschillende stofeigenschappen zoals, 
Kleur, Geur, Smaak, Smeltpunt, Kookpunt, Dichtheid. 
Er zijn nog meer stofeigenschappen maar dit zijn voor nu de belangerijkste.

Slide 22 - Diapositive

Met welke stofeigenschappen kun jij water van cola onderscheiden?

Slide 23 - Question ouverte

Met welke stofeigenschappen kan je onderscheid maken tussen goud en zilver?

Slide 24 - Question ouverte

Dichtheid
Wat is dichtheid?
Dichtheid is hoeveel iets weegt voor hoe groot iets is. 
een kilo lood en een kilo veren zijn allebij een kilo, maar een kio veren is veel groter. 
Hoe bereken je de dichtheid?
De dichtheid bereken je door de massa (hoe zwaar iets is) te delen door het volume (hoe groot iets is). 
dichtheid=massa/volume
Je moet opletten dat je de massa in gram hebt, en het volume kubieke centimeter. 
Voorbeeld
Een stuk hout met een volume van 40 cm3.
Het stuk hout heeft een massa van 25 gram.
Dichtheid = massa / volume
dichtheid = 25 / 40 = 0,625 g/cm3

Slide 25 - Diapositive

drijven, zweven of zinken.
Drijven, zweven of zinken
Of een stof blijft zweven zinken of drijven is afhankelijk van de dichtheid.  Als iets een kleinere dichtheid heeft dan blijft het drijven op een grotere dichtheid. Op het moment dat een stof dezelfde dichtheid heeft zal deze zweven in de stof er omheen. En als een stof een grotere dichtheid heeft zal deze zinken,
Waarom hout drijft?
Het stuk hout van het vorige voorbeeld drijft op het water. 
Dat komt omdat de dichteid van water altijd 1 g/cm3 is. 
De dichtheid van het hout is 0,625 g/cm3.
De dichtheid van het hout is dus kleiner dan die van het water. 

Slide 26 - Diapositive

Wat is de formule om de dichtheid mee te bereken.
A
Dichtheid = volume / massa
B
Dichtheid = volume x massa
C
Dichtheid = massa / volume
D
Dichtheid = massa x volume

Slide 27 - Quiz

Bereken de dichtheid en geef aan of het materiaal drijft zweeft of zinkt.
Een olievlek heeft een massa van gram en een volume van 50 cm3.

Slide 28 - Question ouverte

Bereken de dichtheid en geef aan of het materiaal drijft zweeft of zinkt.
Een plasticfles heeft een massa van 8 gram en een volume van 30 cm3.

Slide 29 - Question ouverte

Bereken de dichtheid en geef aan of het materiaal drijft zweeft of zinkt.
Een vis heeft een massa van 100 gram en een volume van 100 cm3.

Slide 30 - Question ouverte

Bereken de dichtheid en geef aan of het materiaal drijft zweeft of zinkt in water.
Een steen heeft een massa van 800 gram en een volume van 50 cm3.

Slide 31 - Question ouverte

Hoe ging de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Sondage

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 33 - Question ouverte

Waar wil je nog extra aandacht aan besteden?

Slide 34 - Question ouverte

Huiswerk 
De twee vragen "Hoe bewijs je dat je het leerdoel beheerst?''
 en ''Wat heb ik geleerd en waar moet ik nog extra aandacht aan besteden?'' uitwerken voor de eerste 6 leerdoelen, zodat deze morgen afgetekend kunnen worden.

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive