spelling werkwoorden pvvt en vd

Spelling persoonsvorm verleden tijd en voltooid deelwoord (vd)
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Spelling persoonsvorm verleden tijd en voltooid deelwoord (vd)

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelling
persoonsvorm verleden tijd  (pv vt)
en
voltooid deelwoord (vd)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorig jaar ........ (richten) Jan en Jeroen deze voetbalclub op.
A
richte
B
richten
C
richtte
D
richtten

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er met het werkwoord 'werken' als je het in de verleden tijd zet?

Slide 5 - Carte mentale


De luchtballonnen .......(zweven) vorige week over de rode daken van het dorp.
A
zweefde
B
zweefden
C
zweefte
D
zweeften

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geloof me, ik heb jouw spullen niet ........ (aanraken)
A
aangeraakt
B
aangeraakd
C
aangerraakt
D
aangerraakd

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dat de oude kar afgelopen vrijdag in de sloot ........(belanden) kwam door de wind.
A
belande
B
belandden
C
belandde
D
belanden

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Toen de kerkklokken ..........(luiden) kwam iedereen naar buiten gelopen.
A
luide
B
luidde
C
luidden
D
luiden

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Na afloop van de voetbalwedstrijd ....... (zweten) hij enorm.
A
zweete
B
zwete
C
zweette
D
zweten

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dat de maatregelen tegen Corona zijn verlengd, heb ik .........(vrezen)
A
gevreezd
B
gevreesd
C
gevreest
D
gevreesd

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gisteren ........(smeden) de ridder zijn zwaard tot een mooi wapen.
A
smeden
B
smeede
C
smeedden
D
smeedde

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hij heeft zijn outfit op de kleuren van zijn kamer .........(afstemmen)
A
afgestemd
B
afgestemt
C
afgestemmd
D
afgestemmt

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ook al hebben zij hard gerend, Lisa en Bas ..... (missen) toch hun trein.
A
missen
B
misten
C
miste
D
mistte

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het ........ (misten) gisteren zo erg, dat het vliegtuig niet kon landen.
A
miste
B
misten
C
mistte
D
mistten

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vind je nog lastig aan dit onderwerp?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions