LTap spreken en gesprekken les 1

LTAP OPEN
Nederlands spreken en gesprekken

Bijeenkomst 1

Welkom! Kort voorstellen. 
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

LTAP OPEN
Nederlands spreken en gesprekken

Bijeenkomst 1

Welkom! Kort voorstellen. 

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
- Je weet hoe je een presentatie voorbereidt en opbouwt.
- Je weet hoe je een gesprek voorbereidt.
- Je weet hoe het examen gesprekken voeren gaat.
- Je weet welke stellingen gekozen zijn voor het examen gesprekken.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Veelgemaakte fouten
Verontschuldigen​

Met de rug naar het publiek staan​
Friemelen met iets in je handen​
Vervallen in herhalingen​
Oplezen of monotoon spreken​
Teveel met je handen spreken​
Publiek niet aankijken​
Stopwoordjes ​






Slide 11 - Diapositive

Beeld gebruiken
  • Wat is het voordeel van het gebruik van beeldmateriaal? 
  • Wat is belangrijk bij het gebruik van beeldmateriaal?

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Diapositive

Spreekdoel
Spreekdoelen die vaak voorkomen zijn:
 informeren 
overtuigen
instrueren
Informeren



Slide 15 - Diapositive

Gezamenlijk 
1.1 spreken 
Opdracht 1 Presentaties beoordelen  


Zelfstandig
1.1 spreken 
Opdracht 2&3



Slide 16 - Diapositive

Pauze 

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Gesprekken
 Afstemmen op gespreksdoel en gesprekspartner

Taalgebruik?  Informeel, formeel

Slide 19 - Diapositive

Taalgebruik
  • Formeel of informeel taalgebruik (u of jij zeggen)​
  • Vermijd straattaal en populaire woorden​
  • Let op stopwoorden​
  • Spreek duidelijk verstaanbaar en rustig​
  • Varieer in toonhoogte en melodie​




Slide 20 - Diapositive

Bespreek samen

Je leest over een interessante cursus die aansluit bij je werkzaamheden. Je wilt de cursus volgen en zou graag willen dat je werkgever deze cursus betaalt. Daarom ga je in gesprek met je baas.
  • Wat is je gespreksdoel?
  • Wie is je gesprekspartner?
  • Is je taalgebruik formeel of informeel? Leg je antwoord uit.
  • Welke voorkennis verwacht je bij je gesprekspartner over het onderwerp?






Slide 21 - Diapositive

Gespreksdoelen
Het gespreksdoel en de doelen van verschillende sprekers:
- besluit nemen
- informatie geven
- een probleem oplossen
- een mening geven

Slide 22 - Diapositive

Belangrijk in een gesprek
- Duidelijke vragen stellen: vermijd suggestieve vragen 

- Omgaan met onverwachte reacties
Tijdens een gesprek kan iemand iets zeggen of doen wat je misschien niet verwacht.
Je moet dan onverwacht een reactie geven en daarbij beleefd en duidelijk blijven. 
Wat zeg je bijvoorbeeld als iemand je steeds in de reden valt? 

Slide 23 - Diapositive

Uitleg examen gesprekken
- Waar kan je de opdracht vinden? 
- Hoe zit het examen in elkaar? 
- Het kiezen van de stellingen

Slide 24 - Diapositive

Goed 
Kan beter

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive