M2 'Kruistocht in spijkerbroek'

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Verklaar de titel.

Wat is het thema van het verhaal?

Wat is GEEN motief in het verhaal?

1. geloof
2. gevaar
3. moord
4. vriendschap

Hoe leer je de hoofdpersoon kennen?
(uiterlijk /karakter)

Wat is een 'round karakter?

1. iemand die niet zwart -wit denkt
2. iemand met overgewicht
3. iemand met meerdere karaktereigenschappen

Wat is een flat karakter?

1. iemand met niet veel karaktereigenschappen
2. Een dun karakter
3. iemand met één karaktereigenschap

Maakt Dolf een karakterontwikkeling door?

Waaraan kan je dat zien?

Wat betekent: Je kan je met een personage identificeren

1. Je ID aan de politie laten zien
2. Je kan je in de hoofdpersoon verplaatsen
3. De hoofdpersoon vraagt om jouw ID

Wat is een open plek?

1. Een wond zonder korst
2. Een ruimte in het bos zonder bomen
3. Niet alles vertellen

Noem twee belangrijke open plekken.

In welke tijd speelt het verhaal zich af?
Hoe weet je dat?

Is het verhaal chronologisch of niet chronologisch geschreven?

Wat is het motorisch moment in het verhaal?

1. Dolf gaat met een trein rijden
2. Dolf is te laat bij de steen om teruggeflitst te worden
3. Dolf mag voor het eerst op een motor rijden

Welke vertelsituatie is in het verhaal gebruikt?

Tot welke soort fictie behoort het verhaal?

Beoordeel het verhaal met drie beoordelingswoorden

Geef 3 beoordelingswoorden

Geef nu mondeling een argument voor jouw gekozen beoordelingswoord