2H1: Thema 3: Herhalingsles

Herhalingsles
Thema 3: De bloedsomloop 
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Herhalingsles
Thema 3: De bloedsomloop 

Slide 1 - Diapositive

Programma
1) Herhaling:   + vragen stellen



2) Oefenvragen
3) Afsluiting

-lymfe
-bloedgroepen
-bloedsomloop

Slide 2 - Diapositive

TOETSTERMEN:
-Je kan de kenmerken en functies van weefselvloeistof en lymfe noemen.
-Je kan de functie van kleppen in het lymfestelsel beschrijven.
-Je kan uitleggen waarom een infectie in het lymfesysteem ernstige medische aandacht vraagt.
Welke vragen heb je bij BS7: Lymfe?

Slide 3 - Carte mentale

BS 7: Lymfe

Slide 4 - Diapositive

Een O2-deeltje bevindt zich in een haarvat.
In welke delen komt het O2-deeltje achtereenvolgens terecht?
Vocht tussen cellen
Ader onder het sleutelbeen
Borstbuis
Lymfevat
Bovenste holle ader

Slide 5 - Question de remorquage

TOETSTERMEN:
-Je kan de verschillen tussen de verschillende bloedgroepen (A,B,AB,0) beschrijven.
-Je kan a.d.h.v. een beschreven situatie toelichten welk donorbloed het meest geschikt voor transfusie.
-Je kan uitleggen waarom antistoffen van een bloeddonor voor problemen kunnen zorgen bij de ontvanger. 
Welke vragen heb je bij BS8: Bloedgroepen?

Slide 6 - Carte mentale

BS8: Bloedgroepen

Slide 7 - Diapositive

Patiënt X heeft bloedgroep B
Welk donor bloed kan deze patiënt WEL of juist NIET ontvangen?
WEL
NIET
Donorbloed met bloedgroep A
Donorbloed met bloedgroep B
Donorbloed met bloedgroep AB
Donorbloed met bloedgroep 0

Slide 8 - Question de remorquage

Welke vragen heb je bij 
BS 2: de bloedsomloop?

TOETSTERMEN:
-De leerling kan a.d.h.v. een afbeelding van het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
-De leerling kan in eigen woorden het verschil uitleggen tussen de grote en de kleine bloedsomloop.
-De leerling kan in eigen woorden uitleggen wat een dubbele bloedomloop betekent.
-De leerling kan a.d.h.v. een beschreven situatie beschrijven welke route het bloed aflegt en door welke vaten het hierbij komt. (vaardigheden) 

Slide 9 - Carte mentale

BS 2: De bloedsomloop

Slide 10 - Diapositive

Grote bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
1.  Rechterkamer
2.
3.
4.
5.
6. Linkerkamer
7.
8.
9.
10.
Linkerboezem
Longaders

Organen

Longen
Aorta
Longslagaders
Rechterboezem
Holle aders

Slide 11 - Question de remorquage

QUIZ
Tijd over?

Slide 12 - Diapositive

Nadat iemand besmet is geraakt met een ziekteverwekker kunnen artsen nog testen welke ziekteverwekker dit destijds is geweest.

Een arts wil testen of jij ooit besmet bent geweest met het corona virus. Je bent op dit moment niet ziek.
Waar baseert de arts zijn test op?
A
De aanwezigheid van antigenen
B
De aanwezigheid van antistoffen
C
De aanwezigheid van de ziekteverwekker

Slide 13 - Quiz

Een rode bloedcel bevindt zich in de rechter kamer.
 Deze wil O2 vervoeren naar de kuitspier. In welke volgorde komt de rode bloedcel langs de onderstaande plaatsen?
longader
longslagader
aorta
linkerkamer
linkerboezem
beenslagader

Slide 14 - Question de remorquage

Bloedplaatjes
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedstolling
Afweer
Zuurstof vervoeren
Hemoglobine
Antistoffen maken
Fibrinogeen

Slide 15 - Question de remorquage

1)
2)
3)
ziekteverwekker
antigenen
antistoffen

Slide 16 - Question de remorquage

De volgende les
Formatieve toets
thema 3 (BS 1 t/m 8)
-> niet voor een cijfer

HW controle 18 februari:
BS 1 t/m 8 
PW thema 3:
3 maart

Slide 17 - Diapositive