Les klas 1: ch1 bron B & D (lidwoord)

Bonjour!
Bonjour & bienvenue!
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Bonjour!
Bonjour & bienvenue!

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Vidéo

Programme
Parler en français
Voca bron A
Lidwoorden
Bron B
Kahoot

Slide 4 - Diapositive

Qui es-tu?
On va parler français ensemble!


Slide 5 - Diapositive

on joue
tu parles
le poisson
le jour
je suis
le frère
j'aime
la sœur
de zus
de broer
ik ben
jij spreekt
ik vind leuk
de dag
wij spelen
de vis

Slide 6 - Question de remorquage

Woorden bron A
- les vacances
- je suis
-un peu
- salut
- tu parles
- bien
- j'aime

Slide 7 - Diapositive

Woorden bron A
- les vacances - de vakantie
- je suis - ik ben
-un peu - een beetje
- salut - hoi
- tu parles - jij spreekt
- bien - goed
- j'aime -ik vind (het) leuk

Slide 8 - Diapositive

Woorden bron A
- les vacances - 
- je suis 
-un peu 
- ici
- je parle - jij spreekt
- je cherche
-il est

Slide 9 - Diapositive

Woorden bron A 
- les vacances - de vakantie
- je suis - ik ben
-un peu - een beetje
- ici - hier
- je parle - ik spreek
- je cherche - ik zoek
-il est - hij is

Slide 10 - Diapositive

Welke lidwoorden kennen we in het Nederlands ?????

Slide 11 - Question ouverte

Het lidwoord
Het lidwoord in het Frans is afhankelijk van de vorm van het zelfstandig naamwoord (mannelijk/vrouwelijk).
Bepaald lidwoord - de / het 
  • le / l'  ➡︎ mannelijk enkelvoud
  • la / l'  ➡︎ vrouwelijk enkelvoud
  • les     ➡︎ (mannelijk/vrouwelijk) meervoud

Slide 12 - Diapositive

Het lidwoord
We gebruiken een bepaald lidwoord als we spreken over een een specifiek/aanduidend object, persoon of dier.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Het lidwoord
Onbepaald lidwoord - een
  • un     ➡︎ mannelijk enkelvoud
  • une   ➡︎ vrouwelijk enkelvoud
  • des    ➡︎ (mannelijk/vrouwelijk) meervoud
Let op! 
'Des' kun je niet naar het Nederlands vertalen, omdat het onbepaald lidwoord in het Nederlands niet in de meervoudsvorm bestaat!

Slide 15 - Diapositive

Het lidwoord
Het onbepaald lidwoord wordt gebruikt voor zelfstandige naamwoorden van personen, dieren of zaken die men kan tellen en onbepaald zijn. 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Voorbeelden klinker/stomme h

  L'école                 De school
                       L'âge                De leeftijd                
                 L'adresse       Het adres            
                    L'ami               De vriend               

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Lien



on joue
tu parles
le poisson
le jour
je suis
le frère
j'aime
la sœur

Slide 27 - Diapositive

au travail
Faites les exercices
B. 9abc, 10abd, 11ab et 12ab à la page 26

Regardez la vidéo: https://www.youtube.com/watch?v=Ua1X-02Gw9M


Apprenez les phrases:
- Comment ça va?
* Ça va bien!
- Comment tu t'appelles?
* Je m'appelle (je naam)
- Tu habites où?
* J'habite à Emmeloord.


Slide 28 - Diapositive

au travail
Faites les exercices
D. 16, 17, 18 & 19 à la page 32

Apprenez les phrases de C à la page 54

Slide 29 - Diapositive

Merci et au revoir!😃🙋🏼‍♀️

Slide 30 - Diapositive