Taalverzorging les 9 en 10 (laatste voor de toets)

Welkom in 
Je bent stil en hebt klaarliggen:
  • schrift
  • pen
  • leesboek
  • iPad (DICHT)
timer
5:00
Les 9
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom in 
Je bent stil en hebt klaarliggen:
  • schrift
  • pen
  • leesboek
  • iPad (DICHT)
timer
5:00
Les 9

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Huiswerk bespreken
  • Herhalen persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
  • Oefentoets deel grammatica
  • Stil lezen
  • Afsluiting van de les

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk bespreken
Van 4.8: 9 => zonnestraal / groentepakket
Van 5.8: 8 en 9 => trema / apostrof
Met M&M's en leuke dvd's wordt Liz' feestje gezellig.
Politieagenten hebben Jos' lawaaiige reünie beëindigd.
's Avonds - z'n (zijn)

Van 2.7: 8

Slide 3 - Diapositive

Persoonlijk voornaamwoord
Ik zeg niets.
Ik wijs naar jou.
Wij zitten op voetbal.
Maak je een foto van ons?
Zij zitten daar. Wij wijzen naar hen.

Slide 4 - Diapositive

Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 5 - Diapositive

Bezittelijke voornaamwoorden
Staat meestal voor een zn.

Geeft aan van wie/wat iets is.

Mijn boek.
Mijn dikke boek.

Slide 6 - Diapositive

Oefentoets: theorie
Noteer twee kenmerken van een zelfstandig werkwoord.


Noteer de woordsoort waarmee naar een persoon wordt verwezen.

Slide 7 - Diapositive

Oefentoets
Noteer twee kenmerken van een zelfstandig werkwoord.
  • Heeft een duidelijke betekenis. => doe-werkwoorden.
  • Is er maar 1 werkwoord in de zin => zelfstandig werkwoord.

Noteer de woordsoort waarmee naar een persoon wordt verwezen.
Persoonlijk voornaamwoord.

Slide 8 - Diapositive

Oefentoets: ga verder tot spelling
Noteer twee kenmerken van een zelfstandig werkwoord.
  • Heeft een duidelijke betekenis. => doe-werkwoorden.
  • Is er maar 1 werkwoord in de zin => zelfstandig werkwoord.

Noteer de woordsoort waarmee naar een persoon wordt verwezen.
Persoonlijk voornaamwoord.
timer
5:00

Slide 9 - Diapositive

Oefentoets: woordsoorten
In de aanbieding kocht ik twee telefoons voor de prijs van één.


Ik had er veel mooie foto’s op staan en mijn telefoon had weinig 


geheugen.

Slide 10 - Diapositive

Oefentoets: werkwoorden
De eigenaar van de auto heeft een boete gekregen.


Anders fietst hij naar zijn werk.

Slide 11 - Diapositive

Oefentoets: zinnen maken
Zin met het werkwoord ‘lezen’ en een hulpwerkwoord.

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag = digitaal
Test jezelf 2.7 en 
de opdrachten:
1.8: 9-2
2.8: 10-2
3.8: 10-3
5.8: 10-3
Om 9.40 uur gaan we lezen.

Slide 13 - Diapositive

timer
10:00

Slide 14 - Diapositive

Bereid je voor op de toets door:
Leren: Wat te leren voor de toets (zie studiewijzer)
Maken: 
Test jezelf 2.7 en de opdrachten:
1.8: 9-2
2.8: 10-2
3.8: 10-3
5.8: 10-3

Slide 15 - Diapositive

Welkom in 
Je bent stil en hebt klaarliggen:
  • schrift
  • pen
  • leesboek
  • iPad (DICHT)
timer
5:00
Les 10

Slide 16 - Diapositive

Planning
  • Test jezelf 2.7 af?
  • Oefentoets deel spelling
  • Leren voor de toets
  • Stil lezen
  • Afsluiting van de les

Slide 17 - Diapositive

Oefentoets deel grammatica
Vraag 1: kenmerken => waaraan herken je het?
Let op!  Zelfstandig naamwoord <=> zelfstandig werkwoord
Vraag 2: noteer de woordsoort => zn, lw, psv, bzv, ...

Let op met zinnen maken. Interpunctie betekent leestekens.
Dus: begin je zin met een hoofdletter en eindig met een punt.
Zin  maken: een persoonsvorm en een voltooid deelwoord.
Vandaag ben ik naar school gefietst.

Slide 18 - Diapositive

Oefentoets: theorie
Noteer twee situaties waar je een komma gebruikt.

Slide 19 - Diapositive

Oefentoets: theorie
Noteer twee situaties waar je een komma gebruikt.

  1. Tussen twee persoonsvormen.
  2. In een opsomming.

Als je tijd hebt, kunnen we naar het strand.
Ik houd van pizza, patat, pannenkoeken en poffertjes.

Slide 20 - Diapositive

Oefentoets: afmaken
Noteer twee situaties waar je een komma gebruikt.

  1. Tussen twee persoonsvormen.
  2. In een opsomming.

Als je tijd hebt, kunnen we naar het strand.
Ik houd van pizza, patat, pannenkoeken en poffertjes.






Tijd over? Ga leren!
timer
5:00

Slide 21 - Diapositive

Oefentoets: leestekens
100 meter voor de finish in canada viel hardloper usain bolt op zijn neus



hij riep heel hard au

Slide 22 - Diapositive

Oefentoets: leestekens
100 meter voor de finish in Canada viel hardloper Usain Bolt op zijn neus.



Hij riep heel hard: 'Au!'

Slide 23 - Diapositive

Oefentoets: apostrof/trema
Sommige volwassenen lijken op babytjes

Slide 24 - Diapositive

Oefentoets: apostrof/trema
Sommige volwassenen lijken op babytjes.

baby'tjes

Slide 25 - Diapositive

Oefentoets: tussenletters
maan + schijn

 _________________________________________
reus + leuk

 _________________________________________

Slide 26 - Diapositive

Bereid je voor op de toets door:
Maken: 
1.8: 9-2
2.8: 10-2
3.8: 10-3
5.8: 10-3

Leren document in de studiewijzer.

Slide 27 - Diapositive

timer
10:00

Slide 28 - Diapositive

Afsluiting van de les
Succes met leren

Gebruik het document:
Leren voor de toets taalverzorging

Neem je je leesboek mee?

Slide 29 - Diapositive

Woordsoortenspel: deel 1
In tweetallen.
Zoek de post-its in het lokaal.
Laat hangen.
Noteer de gevonden woorden in de tabel.
timer
5:00

Slide 30 - Diapositive

Woordsoortenspel: deel twee
Draai het blad om.
Maak zinnen met de gevonden woorden.
Je moet zelf werkwoorden toevoegen.
timer
3:00

Slide 31 - Diapositive

Wat is je mooiste zin?
1 zin per duo.

Slide 32 - Question ouverte