Weektaak Wiskunde Ben en Niek week 14 (voorkennis h7)

BK & KGT: Ik rond hoofdstuk 6 af

BK & KGT: Ik start hoofdstuk 7 op


Hoe zat het ook alweer met breuken 
- Rekenen
- rekenmachine
Maken opdracht  Voorkennis h7


Kan ik antwoord geven op het doel
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeVoortgezet speciaal onderwijs

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

BK & KGT: Ik rond hoofdstuk 6 af

BK & KGT: Ik start hoofdstuk 7 op


Hoe zat het ook alweer met breuken 
- Rekenen
- rekenmachine
Maken opdracht  Voorkennis h7


Kan ik antwoord geven op het doel

Slide 1 - Diapositive

Hoe is de quiz gegaan?

Slide 2 - Question ouverte

Als je de quiz gemaakt hebt, heb je je cijfer al gezien in SOM?

Slide 3 - Question ouverte

Hoofdstuk 7
Vorige les heb je hoofdstuk 6 afgerond door het maken van de diagnostische toets en het doen van de quiz (SO cijfer).
Nu gaan we beginnen met hoofdstuk 7.

Hoofdstuk 7 gaat over procenten

Slide 4 - Diapositive

Waar denk je aan bij het onderwerp procenten? Waar ken je het al van?

Slide 5 - Carte mentale

50% van iets wordt ook wel de helft van iets genoemd
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Deel van geheel
        deel van 250 bereken je zo:

Stap 1. Je moet 250 in 10 stukjes delen en je wilt dan weten hoeveel één daarvan is. 
stap 2.  250 : 10 = 25    één stukje van 250 is dus 25
                    van 250 = 25
101
101

Slide 7 - Diapositive

Deel van een geheel
      deel van 200                 stap 1. Eerst ga je      van 200 berekenen
                                         
                                         200 : 5 = 40 Dus        van 200 is 40

                                stap 2. Maar je wilt        weten, dus 3 x       van 200
                                           3 x 40 = 120 
                                           Dus          van 200  = 40
53
51
51
53
53

Slide 8 - Diapositive


van 250
102
Bereken
Tip: Bereken eerst 1 deeltje
A
25
B
20
C
50

Slide 9 - Quiz

van 200
52
bereken
Tip: Bereken eerst 1 deeltje
A
80
B
10
C
40

Slide 10 - Quiz

Deel van geheel anders opgeschreven

      
            deel van 200 kan je ook anders opschrijven

Namelijk         x 200 

En dat kan je ook makkelijker in je rekenmachine zetten
53
53

Slide 11 - Diapositive

Weet je nog hoe je breuken in je rekenmachine moet zetten

Slide 12 - Carte mentale

Breuken op je rekenmachine
Voor breuken gebruik je de  ab/c     toets

Bijvoorbeeld je wilt        in je rekenmachine
intikken dan doe je dat zo:
stap 1. toets de 3 in
stap 2. druk de ab/c knop in
stap 3. toets de 5 in
stap 4. druk = in
O
O
53

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Bereken met je rekenmachine:

54+32
A
1157
B
86
C
1,466666667
D
0,75

Slide 15 - Quiz

Bereken met je rekenmachine
1+32+43
A
175
B
2125
C
2,416666667
D
1,714285714

Slide 16 - Quiz

Bereken met je rekenmachine
5261
A
0,23333333
B
307
C
11
D
-1

Slide 17 - Quiz

Bereken met je rekenmachine

x
72
43
A
0,2142857143
B
286
C
143
D
115

Slide 18 - Quiz

Bereken met je rekenmachine

x
693
21
A
6,36363636364
B
6114
C
3,1666666667
D
3183

Slide 19 - Quiz

Weet je nog hoe je breuken moet vereenvoudigen?

Slide 20 - Carte mentale

Slide 21 - Vidéo

Vereenvoudig de breuk, haal indien nodig de helen eruit:

84
A
21
B
42

Slide 22 - Quiz

Vereenvoudig de breuk, haal indien nodig helen eruit:

93
A
0,3333333
B
31

Slide 23 - Quiz

Vereenvoudig de breuk, haal indien nodig hele eruit:

714
A
177
B
2

Slide 24 - Quiz

Van breuk naar decimaal getal
Je kan je rekenmachine ook gebruiken om breuken om te zetten naar een decimaal getal

Na het invullen van de breuk, druk je op = 
Als je dan daarna weer op ab/c toets drukt zet je rekenmachine het vanzelf om naar een decimaal getal 

Slide 25 - Diapositive

Van breuk naar decimaal getal
109=0,9
254=0,16
409=0,225
hiernaast staan enkele voorbeelden. Controleer het met je rekenmachine

Slide 26 - Diapositive

Klopten de sommen van net?

Slide 27 - Carte mentale

Zet met je rekenmachine de breuk om naar een decimaal getal
243=2,75
243=2,75
243
A
2,75
B
2,34

Slide 28 - Quiz

Zet met je rekenmachine de breuk om naar een decimaal getal
243=2,75
243=2,75
409
A
9,40
B
0,225

Slide 29 - Quiz

En nu?
Nu heb je alles wat je moet weten om aan hoofdstuk 7 te begin herhaald. 
Volgende week ga je beginnen aan h7. 
Je bent voor deze week
 dus klaar met Wiskunde :)

Slide 30 - Diapositive