Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 4
Werk aan de winkel!
Slide 1 - Diapositive
Welke begrippen van H4 ken je nog?
Slide 2 - Carte mentale
4.1 Sta je sterk in je werk?
Slide 3 - Diapositive
Hoe word je beschermd bij je werk?
1. Het wettelijk minimumloon
Slide 4 - Diapositive
Hoe word je beschermd bij je werk?
2. Arbo-wet
Beschermt de gezondheid van de werknemers
Werkgever moet voor gezonde arbeidsomstandigheden zorgen.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
CAO
Collectieve arbeidsovereenkomst.
Afspraken tussen werknemers (vakbonden) en werkgevers in een bepaalde bedrijfstak.
Bijvoorbeeld: loonafspraken, vakantiedagen, etc.
De CAO beschermt dus alle werknemers in een bedrijfstak.
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Algemene wet gelijke behandeling
Onderscheid maken op basis van leeftijd, geslacht, religie, afkomst en seksuele geaardheid zijn verboden.
Slide 9 - Diapositive
Arbeidsmotieven
Geld verdienen.
Sociale contacten.
Nuttig willen zijn.
Regelmaat in je leven hebben.
Nieuwe dingen willen leren.
Slide 10 - Diapositive
In welke wet staan regels over werktijden?
A
Algemene Ouderdomswet
B
Arbeidstijdenwet
C
Arbeidsomstandighedenwet
D
Wet Minimumjeugdloon
Slide 11 - Quiz
Wat is de arbowet?
A
Wet met regels voor werk- en rusttijden.
B
Wet met regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.
C
Tijd tussen het moment waarop je ontslag neemt of krijgt en de einddatum van je baan.
D
Het juiste antwoord staat er NIET bij
Slide 12 - Quiz
In de ...... staan regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.
A
Arbowet
B
Arbeidstijdenwet
C
WerkloosheidsWet (WW)
D
Arbeidswet
Slide 13 - Quiz
Een werkgever kan bij een sollicitatie verschillende redenen hebben om iemand niet aan te nemen. Welke van de volgende redenen is in strijd met de Algemene wet gelijke behandeling?
A
De sollicitant vraagt een te hoog salaris.
B
De sollicitant is te oud.
C
De sollicitant heeft de verkeerde opleiding.
D
De sollicitant heeft te weinig ervaring.
Slide 14 - Quiz
4.2 Waar kun je werken?
Slide 15 - Diapositive
Dividend
Eenmanszaak
Flexibele
Nv
Stichting
Vaste
Vof
Zelfstandige
Zzp’er
Firma
Aandeelhouders
Aansprakelijk
Slide 16 - Question de remorquage
4.3 Kun je aan het werk?
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Wie zijn de vragers naar arbeid?
A
werknemers
B
werkgevers
Slide 19 - Quiz
In een vacature staat het aanbod van arbeid.
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quiz
Krappe arbeidsmarkt.
Slide 21 - Diapositive
Ruime Arbeidsmarkt
Slide 22 - Diapositive
Welke beroepen kom je tegen in de tertiaire sector?
A
kapper
B
boer
C
taxichauffeur
D
leraar
Slide 23 - Quiz
Wat hoort niet thuis in de quartaire sector?
A
ziekenhuis
B
brandweer
C
school
D
bank
Slide 24 - Quiz
4.4 Werk voor iedereen?
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Vidéo
Conjuncturele werkloosheid ontstaat:
Leg uit!
A
als consumenten meer geld hebben
B
als consumenten minder geld hebben
C
als bedrijven meer geld hebben
D
als bedrijven minder geld hebben
Slide 27 - Quiz
Welke van de onderstaande ontwikkelingen heeft structurele werkloosheid tot gevolg?
A
De afgelopen jaren is het slechter gegaan met de economie
B
Door vergrijzing krimpt de beroepsbevolking
C
Veel bedrijven verplaatsen de productie naar lagelonenlanden
D
Vernieuwende bedrijven zorgen voor vraag naar arbeid
Slide 28 - Quiz
Van welk soort werkloosheid is sprake? "Tijdens perioden van crisis...."
A
regionale werkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
seizoenswerkloosheid
D
conjuncturele werkloosheid
Slide 29 - Quiz
Wat is structurele werkloosheid?
A
Dat een bepaald beroep helemaal verdwijnt en dus veel mensen op straat staan
B
Dat mensen elk deel van het jaar dezelfde soort werkloosheid hebben
C
Dat mensen arbeidsongeschikt zijn
D
Dat mensen slechts in bepaalde seizoenen geen werk hebben
Slide 30 - Quiz
Wat is jou tip aan de rest van de klas om H4 te leren?
Slide 31 - Question ouverte
Hoe goed heb je H4 al geleerd?
Ik weet alle begrippen
Ik weet alle begrippen en omschrijvingen
Ik weet alle begrippen en omschrijvingen en formules
Ik heb alles geleerd en ik heb geoefend met de opdrachten