Toets Havo 2 Hoofdstuk 3

Oefenvragen Havo 2 | Regenten en Vorsten

  • Je krijgt verschillende vragen. Dit zijn meerkeuze vragen, open vragen en sleepvragen over chronologie of begrippen.
  • Lees de vraag goed en neem de tijd.
  • Beantwoord de vragen zo duidelijk mogelijk
  • Succes!
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Oefenvragen Havo 2 | Regenten en Vorsten

  • Je krijgt verschillende vragen. Dit zijn meerkeuze vragen, open vragen en sleepvragen over chronologie of begrippen.
  • Lees de vraag goed en neem de tijd.
  • Beantwoord de vragen zo duidelijk mogelijk
  • Succes!

Slide 1 - Diapositive

Hierna komen de gesloten vragen (meerkeuze)

Nu volgen de open vragen

Denk goed na over je antwoord.

Slide 2 - Diapositive

In welk jaartal werd de VOC opgericht?
In welk jaar werd de VOC opgericht?
A
1595
B
1602
C
1621
D
1648

Slide 3 - Quiz


In welk jaar werd de WIC opgericht?
A
1595
B
1602
C
1621
D
1648

Slide 4 - Quiz


Waar of niet waar?

Omdat alle kleine compagnieën de goedkoopste wilden zijn, daalden de prijzen van specerijen. Daarvan werd niemand rijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz


Waar of niet waar?

Oorlog en vervolging zorgden ervoor dat grote groepen mensen uit de Republiek wegvluchtten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz


Gebruik de bron en de vier conclusies.
Kies de juiste conclusie.


Uit de bron kun je concluderen:
A
dat alle werknemers van de VOC medelijden hadden met de opstandelingen
B
dat de VOC meestal gewelddadig te werk ging
C
dat de VOC macht had over de inwoners van het eiland Banda
D
dat de VOC handel dreef in Japan

Slide 7 - Quiz


Amsterdam werd een belangrijke havenstad in de zeventiende eeuw. Waarom lag Amsterdam voor de handel op een goede plek? Kies het juiste antwoord.
A
De stad lag halverwege op de handelsroute tussen Noord- en Zuid-Europa.
B
Omdat Amsterdam de hoofdstad van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was.
C
Vanaf Amsterdam kon je per schip over de rivieren naar Duitsland varen.
D
Amsterdam lag dichtbij de rivier Schelde. Dat was makkelijk voor de handel.

Slide 8 - Quiz


Gebruik de twee gebeurtenissen en de vier uitspraken.

In 1688 vinden in Engeland twee gebeurtenissen plaats kort achter elkaar:
1 Stadhouder Willem III wordt koning van Engeland
2 In een nieuwe wet wordt bepaald dat de koning voor belangrijke besluiten toestemming nodig heeft van het Engelse parlement.

Kies de uitspraak die het beste past bij de twee gebeurtenissen.
A
Door de gebeurtenissen bleef Engeland een monarchie, waarbij de Engelse koning meer macht kreeg
B
Door de gebeurtenissen bleef Engeland een monarchie, waarbij de Engelse koning minder macht kreeg
C
Door de gebeurtenissen werd Engeland net als Nederland een republiek, waarbij de Engelse koning meer macht kreeg
D
Door de gebeurtenissen werd Engeland net als Nederland een republiek, waarbij de Engelse koning minder macht kreeg

Slide 9 - Quiz


Welke zin past het beste bij het woord Handelskapitalisme?
A
Hollandse kooplieden handelden in Franse wijn, Engelse wol en graan uit het gebied van de Oostzee..
B
Uit de landen rond de Oostzee haalden de kooplieden vooral graan.
C
Friese boeren bouwden kop-hals-romp boerderijen
D
Het geld dat kooplieden met de handel verdienden, staken ze in bedrijven

Slide 10 - Quiz

Nu volgen de open vragen
Denk goed na over jouw antwoord
Nu volgen de open vragen

Denk goed na over je antwoord.

Slide 11 - Diapositive


Lees de bron. Een artikel uit dagblad Trouw.
Het Amsterdam Museum wil de term 'Gouden Eeuw' schrappen. 

a. Welke verklaring zou het Amsterdam Museum daarvoor hebben?
b. Geef een argument vóór het schrappen van de term 'Gouden Eeuw'
c. Geef een argument tegen het schappen van de term 'Gouden Eeuw'

Slide 12 - Question ouverte


- Noem de betekenis van het begrip gewetensvrijheid 
- Geef een voorbeeld van gewetensvrijheid in de Republiek.

Slide 13 - Question ouverte


Gebruik bron 3 en de twee uitspraken (A-B). Leg met een bronelement uit welke uitspraak wordt bevestigd door de bron. (klik op de bron voor een vergroting)


A De Republiek was het centrum van het internationale handelskapitalisme. 
B De handelsoorlogen waren een oorzaak van de achteruitgang van de handel in de Republiek.

Slide 14 - Question ouverte


Gebruik de bron
Stel, je maakt een werkstuk over het optreden van de VOC op het eiland Banda.

a. Geef één argument voor de betrouwbaarheid van de bron.
b. Geef één argument tegen de betrouwbaarheid van de bron.
c. Geef tot slot aan waarom jij de bron wel of niet zou gebruiken bij het maken van jouw werkstuk.

Slide 15 - Question ouverte


Een uitspraak: 'Het dagelijks leven van de Nederlanders veranderde door het ontstaan van een wereldeconomie.

- Geef een betekenis van het begrip wereldeconomie
- Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat de uitspraak klopt

Slide 16 - Question ouverte


De WIC veroverde verschillende gebieden in Zuid-Amerika.

Leg uit wat deze veroveringen te maken hadden met de driehoekshandel

Slide 17 - Question ouverte


Waarom was er in de Gouden Eeuw meer landbouwgrond nodig? En welke oplossing had De Republiek daarvoor bedacht?

Slide 18 - Question ouverte


Waarom moest de Adel van Lodewijk XIV op het paleis van Versailles verblijven?

Slide 19 - Question ouverte


Verklaar wat de oprichting van de WIC te maken had met de tachtigjarige oorlog.

Slide 20 - Question ouverte


Gebruik de bron. (klik op de afbeelding voor een vergroting)

Leg uit waarom computerfabrikant Apple op haar eerste logo Newton afbeeldde. 

Slide 21 - Question ouverte

Hierna komen er sleepvragen.
Denk goed na over jouw antwoord.
Nu volgen de open vragen

Denk goed na over je antwoord.

Slide 22 - Diapositive

Gebruik de vier uitspraken.
Welke uitspraken passen bij de werkwijze van wetenschappers in de tijd van de wetenschappelijke revolutie? 

Kies de twee juiste uitspraken door de vinkjes naar de uitspraken te slepen
De wetenschappers:
deden veel nieuwe ontdekkingen in de wiskunde, sterrenkunde en natuurkunde
kwamen voornamelijk uit de republiek
twijfelden niet aan de juistheid van de Bijbel
vonden dat de filosofen uit de oudheid per definitie gelijk hadden

Slide 23 - Question de remorquage

Nederland was vóór 1600 al een echt handelsland. Nederlanders handelden in de zestiende eeuw met landen in Noord-, Oost én Zuid-Europa. Waar kwamen de producten vandaan?
Nederland
Noord- en Oost-Europa
Zuid-Europa
kaas
wijn
hout
melk
leer
graan
olijfolie

Slide 24 - Question de remorquage

Wat past bij welke tijd?
Middeleeuwen
Renaissance
Reformatie
Wetenschappelijke revolutie
Gods wil openbaart zich via de kerk
Gods wil openbaart zich via de Bijbel
De mens kan zijn eigen lot bepalen
De wereld is te begrijpen door onderzoek

Slide 25 - Question de remorquage

Sleep de onderstaande woorden naar de juiste kolom, kies uit:
- VOC, of
- WIC, of
- VOC en WIC
VOC:
WIC:
VOC en WIC:
slavenhandel
monopolie
specerijen
aandelen
J.P. Coen
multinational
Spaanse schepen kapen
Fort Elmina
Batavia
driehoeks- handel
Piet Hein
kolonialisme

Slide 26 - Question de remorquage

Gebruik de bron hiernaast en de zes conclusies (A-F).
Sleep de twee inkjes naar de juiste vakken.
dat Bossuet van mening was dat vorsten verstandig met hun macht moeten omgaan.
dat absolute heersers volgens Bossuet meestal verstandig regeren.
dat er veel kritiek was op de manier waarop vorsten met hun macht omgingen.
dat machtsmisbruik volgens Bossuet tegen Gods wil ingaat.
dat vorsten volgens Bossuet alle vrijheid hadden om met hun macht te doen wat ze wilden.
dat vorsten zich aan de voorschriften van Bossuet hielden.

Slide 27 - Question de remorquage