Waterkringloop groep 5/6

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeBasisschoolGroep 5,6

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Waar gaan we het over hebben?

  • Welke soorten neerslag zijn er? 
  • Hoe ontstaat neerslag?
  • Wat is de waterkringloop?

Slide 2 - Diapositive

Weer

Slide 3 - Carte mentale

Weer
  1. lucht
  2.  neerslag
  3. temperatuur
  4. bewolking
  5. wind

Slide 4 - Diapositive

Neerslag
Neerslag is al het water dat op de aarde valt. 
Dus, regen, sneeuw, hagel en ook mist.
Je kunt meten hoeveel neerslag er op de aarde valt met een regenmeter. 


Slide 5 - Diapositive

Soorten neerslag
regen




hagel

Slide 6 - Diapositive

Waterkringloop
Het water op aarde maakt verre reizen. 
De reizen van het
water verlopen altijd in een rondje: de waterkringloop. 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Wat heb jij gehoord over de waterkringloop?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Stap 1
Hoe warmer het water, hoe meer er verdampt.

Slide 11 - Diapositive

Stap 2
Condenseren: denk aan de stoom in jouw douche!

Slide 12 - Diapositive

Stap 3
Kan elke vorm van neerslag zijn.

Slide 13 - Diapositive

Stap 4
Terug naar de zee. 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Jij bent even juf of meester: leg aan je duo uit hoe de waterkringloop werkt. 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Sneeuw is een vorm van...
A
Neerslag
B
Waterkringloop
C
Wind

Slide 18 - Quiz

Wat is de eerste stap in de waterkringloop?
A
verdampt water stijgt omhoog en wordt een wolk
B
het regent
C
water stroomt via rivieren naar de zee
D
wolk waait naar bergen

Slide 19 - Quiz

Wat is GEEN neerslag?
A
Regen
B
Sneeuw
C
Hagel
D
Wind

Slide 20 - Quiz

De opdracht 
We gaan onze eigen waterkringloop maken! 





Prijsuitreiking voor de mooiste.....
Opdracht

Slide 21 - Diapositive

Wat gaan we doen?
- Je gaat zo in jouw groepje de tekening maken. 
- Iedereen heeft een taak.
- Alle stappen van de kringloop moeten erop staan.
- Het moet er netjes en duidelijk uitzien.

Let op: je krijgt een cijfer!
timer
20:00

Slide 22 - Diapositive