Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.
Wat zijn dat?
Wat is het verschil?
Wat betekent letterlijk en wat betekent figuurlijk?
Rood is letterlijk
Groen is figuurlijk
De tandarts voelt aan Saïra's tand.
De docent voelde Houda aan de tand.
Dat kun je in je schrift schrijven.
Dat kun je op je buik schrijven.
Aldert trekt de stoute schoenen aan.
Ik tik Darion op zijn rug.
Ik tik Damian op zijn vingers.
Ik luister altijd graag naar dit liedje.
Het is altijd hetzelfde liedje met 1C.
Ilias doet alsof zijn neus bloedt.
Fatima eet een boterham.
Op kamp duurde het lang voordat de leerlingen onder zeil gingen.
Maak opdracht 5. Op blz 15 staat de uitleg (= theorie).
Zoek de betekenis bij het spreekwoord of uitdrukking, en trek een lijntje.
Opdracht 6: Schrijf de spreekwoorden/ uitdrukkingen over en zet de betekenis erbij.
Horizontaal = van links naar rechts.
Verticaal = van boven naar beneden.
Haard = kachel.
Letterlijk = je zegt precies wat je bedoelt.
figuurlijk = je gebruikt bepaalde woorden om iets anders te zeggen.
Zijn opdracht 4, 5 en 6 af?
Staan de moeilijke woorden in je schrift?
Dan mag je op de laptop gaan werken.