Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
2B Leesvaardigheid - les 9
WELKOM BIJ HET VAK NEDERLANDS!
Mevrouw Van Staveren
1 / 29
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
29 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
WELKOM BIJ HET VAK NEDERLANDS!
Mevrouw Van Staveren
Slide 1 - Diapositive
LESPROGRAMMA
Tips voor de leestoets
Herhaling Onderwerp en hoofdgedachte
Herhaling Tekstverbanden en signaalwoorden
Opdrachten maken
Slide 2 - Diapositive
TIPS VOOR DE TOETS
Onderwerp en hoofdgedachte van de tekst bepalen
Tekst kunnen verdelen in deelonderwerpen
Tekstverbanden herkennen. Leer deze goed en oefen ermee!
Slide 3 - Diapositive
Onderwerp en hoofdgedachte
-
Hoe herken ik het onderwerp van een tekst?
- Hoe herken ik de hoofdgedachte van een tekst?
Slide 4 - Diapositive
Elke tekst bevat een
onderwerp
en hoofdgedachte
.
Onderwerp
- Het onderwerp geeft in één woord of in een aantal woorden aan, waar de tekst over gaat
- Het onderwerp is nooit een hele zin
- Je kunt het onderwerp vaak al uit de titel halen
- Vaak wordt het onderwerp letterlijk herhaald in de tekst
Slide 5 - Diapositive
Elke tekst bevat een onderwerp en
hoofdgedachte
.
Hoofdgedachte
-
De hoofdgedachte van een tekst geeft in één zin de belangrijkste informatie uit de tekst weer
- Het is dus de kortst mogelijke samenvatting van een tekst
- Je kunt de hoofdgedachte formuleren door antwoord te geven op de vraag : "Wat zegt de schrijver over het onderwerp?"
Slide 6 - Diapositive
Voorbeeld
Slide 7 - Diapositive
Antwoord voorbeeld
Onderwerp
"Yellow Cabs"
Hoofdgedachte
De circa 13.00 fameuze gele taxi's in de Amerikaanse metropool New York worden vervangen.
Slide 8 - Diapositive
Signaalwoorden
Meest voorkomende signaalwoorden en verbanden
Slide 9 - Diapositive
Wat is een signaalwoord?
• Verbindingswoorden
•Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s
Slide 10 - Diapositive
Tijd
Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.
Slide 11 - Diapositive
Welk signaalwoord past in de zin:
.... er verkiezingen komen, presenteren de partijen zich aan de kiezers.
A
Nadat
B
Voordat
C
Eerst
D
Want
Slide 12 - Quiz
Opsomming
En, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens
Slide 13 - Diapositive
Welk signaalwoord past in de zin: Eerst zijn er verkiezingen en ..... wordt er een nieuw kabinet samengesteld.
A
ook
B
daarom
C
dus
D
vervolgens
Slide 14 - Quiz
Tegenstelling
Zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e)
Slide 15 - Diapositive
Welk signaalwoord past in de zin: De PvdA is .... de SP een linkse partij.
A
in tegenstelling tot
B
ondanks
C
evenals
D
behalve
Slide 16 - Quiz
Oorzaak – gevolg
Door, doordat, waardoor, te danken aan
Slide 17 - Diapositive
Welk signaalwoord past in de zin:
De PVV heeft hele extreme standpunten, .... veel partijen niet met hen willen samenwerken.
A
omdat
B
dus
C
aangezien
D
waardoor
Slide 18 - Quiz
Doel – middel
Om te, daarmee, waarmee, door middel van
Slide 19 - Diapositive
Welk signaalwoord past in de zin:
De partijen voeren campagne,..... ze de kiezers proberen over te halen om op hun te stemmen.
A
waarmee
B
doordat
C
tenzij
D
vandaar dat
Slide 20 - Quiz
Voorbeeld/ toelichting
Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals
Slide 21 - Diapositive
Welk signaalwoord past in de zin:
Iedere partij heeft een eigen standpunt t.o.v. het onderwijs .... de leraren moeten meer salaris krijgen.
A
aangezien
B
omdat
C
want
D
zoals
Slide 22 - Quiz
Verklaring / argument
Want, omdat, daarom, vanwege, immers,
Slide 23 - Diapositive
Welk signaalwoord past in de zin: Mensen stemmen alleen in een hokje, ... de privacy.
A
omdat
B
vanwege
C
want
D
immers
Slide 24 - Quiz
Voorwaarde
Als, wanneer, tenzij, in (voor) het geval dat
Slide 25 - Diapositive
Welk signaalwoord past in de zin:
... iemand zich niet kan legitimeren, mag hij/zij ook niet gaan stemmen.
A
Als
B
Tenzij
C
Bijvoorbeeld
D
Want
Slide 26 - Quiz
Samenvatting / conclusie
Samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar dat
Slide 27 - Diapositive
Welk signaalwoord past in de zin:
..... hoop ik dat jullie nu begrijpen wat signaalwoorden zijn.
A
Al met al
B
Vandaar dat
C
Aan het eind
D
Tenzij
Slide 28 - Quiz
Aan de slag
OEFENTOETS en de antwoorden nog eens bekijken
Als we nog tijd hebben gaan we leren
Slide 29 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
2B Leesvaardigheid - les 9
Octobre 2022
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Leesvaardigheid
Octobre 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Signaalwoorden
Septembre 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
4H_Bewijs_II_schrijven
Novembre 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Signaalwoorden
Novembre 2023
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Signaalwoorden
Décembre 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Lezen H5
Mars 2017
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Tekstverbanden en signaalwoorden 1 NN
Septembre 2024
- Leçon avec
48 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3