Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
4.2 Meten van welvaart en welzijn
Slide 1 - Diapositive
Planning
week 13: Introductie en Zoeken in de atlas
week 14: 4.1 Een wereld van verschillen
week 15: 4.2 Meten van welvaart & welzijn
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
week 16: 4.4 Globalisering verandert de wereld
Week 17 en 18: Meivakantie
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen Lees de leerdoelen van paragraaf 4.2 en noteer 1 leerdoel waarover je meer wilt weten.
Slide 3 - Question ouverte
Meten van welvaart
Drie manieren om welvaart te meten zijn:
1. Het bruto binnenlands product per hoofd (bbp/hoofd) van de bevolking.
2. Het welzijn.
3. De verdeling van de beroepsbevolking.
Slide 4 - Diapositive
Bruto binnenlands product per hoofd (bbp/hoofd)
Slide 5 - Diapositive
Hoe bereken je het bbp/hoofd?
Het bbp/hoofd is alles wat in een jaar in een land wordt verdiend gedeeld door het aantal inwoners.
Voorbeeld: In Nederland wonen 17 miljoen mensen. Het totale BBP is 697 miljard euro. Het bbp/hoofd is 697.000.000.000 : 17.000.000 = € 41.000.
In het Afrikaanse Niger is het bbp/hoofd maar € 725.
Nederland is dus een rijker land (welvarender) dan Niger.
Slide 6 - Diapositive
Rijk of arm? Onthoud: het bbp per hoofd is een gemiddelde!
Niet iedereen in het land is even rijk of arm.
Slide 7 - Diapositive
Welzijn
De levensomstandigheden kun je weten door te meten:
De levensverwachting = hoe oud mensen die nu geboren worden gemiddeld zullen worden. Deze hangt sterk af van de gezondheidszorg, de hygiëne en de voedselsituatie in een land.
De koopkracht = hoeveel je in elk land voor één euro of dollar kunt kopen.
De alfabetiseringsgraad = hoeveel mensen boven de 15 jaar kunnen lezen en schrijven. In arme landen zijn veel mensen analfabeet.
Slide 8 - Diapositive
Welzijn
Wat valt je op aan de kaart? Geef dit op de volgende sheet aan.
Slide 9 - Diapositive
Wat valt je op aan de kaart 'Welzijn'?
Slide 10 - Question ouverte
De verdeling van de beroepsbevolking
Alle mensen die tegen betaling werken (plus de werklozen) horen bij de beroepsbevolking. De beroepsbevolking is verdeeld in drie sectoren:
De primaire sector (landbouw, mijnbouw, visserij)
De secundaire sector (industrie, ambacht, bouw)
De tertiaire sector (diensten, zoals handel, verkeer en overheidsdiensten)
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
De wereld ingedeeld op ontwikkelingsgraad
Je kunt landen op basis van welvaart en welzijn indelen in drie groepen:
De centrumlanden = de meest ontwikkelde landen (koplopers) Veel mensen werken in de diensten, oftewel in de tertiaire sector.
De semiperiferie = landen die flink aan het ontwikkelen zijn (volgers) Veel mensen werken in de industrie, oftewel de secundaire sector.
De periferie = de grote groep ontwikkelingslanden (achterblijvers) Veel mensen werken in de landbouw, oftewel de primaire sector.
Slide 13 - Diapositive
Welvaart en de verdeling van de beroepsbevolking
Wat valt je op aan de kaart? Geef dit in de volgende sheet aan.
Slide 14 - Diapositive
Wat valt je op aan de kaart; Welvaart en de verdeling van de beroepsbevolking?
Slide 15 - Question ouverte
Studieplanner
Maak de digitale opdrachten volgens de studieplanner.