Paragraaf 6: trappen van vergelijking

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

1VC week 13 les 4

Goedemorgen! Planning van vandaag:

Lezen (10 min)

Formuleren §5 Lastige verwijswoorden nakijken.

Uitleg §6 Trappen van vergelijking

§ 5 lastige verwijswoorden

Hen/hun

Dat/wat

waar+voorzetsel/ voorzetsel + wie

Nakijken:  Formuleren §5 opdracht 1 t/m 3 (p. 238-239)

§ 6 Trappen van vergelijking

Leerdoel: Je kan de trappen van vergelijking gebruiken in combinatie met als en dan en het juiste persoonlijke voornaamwoord.

Trappen van vergelijking

Stellend (fase 1)

Het is groot

Vergrotend (fase 2)

Het is groter

Overtreffend (fase 3)

 Het is het grootst

Stellend (fase 1)

Het is mooi

Vergrotend (fase 2)

Het is mooier

Overtreffend (fase 3)

 Het is het mooist

Hoe schrijf je het?

    1. Stellend: schrijf het woord zo eenvoudig mogelijk

    2. Vergrotend: zet -er achter het woord. Eindigt het woord al op een -r? Dan zet je er -der achter (duurder).

    3. Overtreffend: zet -st of -ste achter het woord. Eindigt het woord al op -st of -sch? Zet dan meest voor het woord (meest verrast).

Uitzonderingen

De woorden goed, graag, veel en weinig wijken af.

Goed-beter-best

Graag-liever-liefst

Veel-meer-meest

Weinig-minder-minst

Als/dan

Dus... wat zongen ze nou precies? Wat zijn de regels?

Als/dan

Goed of fout?

Jij bent even groot als mij.

Jij bent even groot als ik.

Robin is net zo sterk dan hij, maar hij is sterker dan ik.

De voetballer rent sneller dan mij, maar slomer als hem.

Als/dan

Goed of fout?

Jij bent even groot als mij.

Jij bent even groot als ik.

Robin is net zo sterk dan hij, maar hij is sterker dan ik.

De voetballer rent sneller dan mij, maar slomer als hem.

Lastig?

Maak de zin langer en zet de persoonsvorm er weer achter:

Hij is groter dan/als ik/mij ben.

De jongen is groter dan/als het haar/zij is.

Probeer maar!

Ga aan de slag met opdracht 1, 2 en 4  op blz. 241.

Zelf oefenen

Wat: Maak van Formuleren § 6 opdr.  1, 2 en 4 op p. 241.

Hoe:  Individueel.

Hulp: Boek en buur

Tijd: 15 min

Uitkomst: Je hebt geoefend met de trappen van vergelijking.

Klaar?: Lezen of ander huiswerk.