H3Week01-Recensie

Recensie?
1 / 21
suivant
Slide 1: Carte mentale
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Recensie?

Slide 1 - Carte mentale

Vorige les
Hoofdpersonen, bijfiguren, helpers en tegenstanders 
Beschrijving personage (uiterlijk, kenmerken en karaktereigenschappen)
Direct en indirecte manier om de personages te leren kennen

Slide 2 - Diapositive

Doelen
  1. Ik weet wat de opbouw is van een recensie. 
  2. Ik weet wat ik moet doen voor boekopdracht 2.
  3. Ik weet weer wat nevenschikkende en onderschikkende zinnen zijn.  

Slide 3 - Diapositive

Recensie
- Een tekst met een beoordeling over een boek, film, toneelstuk etc.
- Doel: de lezer helpen om te besluiten of hij iets wil kijken of lezen.
- Subjectief
- Duidelijke mening met onderbouwing (argumenten)

Slide 4 - Diapositive

Opbouw recensie
  • Gegevens van het boek: titel, auteur, uitgever, verkoopprijs, aantal pagina's, leeftijd van de doelgroep (= inleiding)
  • Indruk van de inhoud van het boek: hoofdpersoon en zijn probleem, tijdsperiode, situatie waarbinnen het verhaal zich afspeelt
    (= samenvatting)
  • Plus- en minpunten: inhoud van het verhaal, schrijfwijze, spanning, afloop, originaliteit (= mening)
  • Eindoordeel: cijfer of sterren (= conclusie/slot)

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Lien

Wat geef je in een recensie?
A
In een recensie geef je alleen je mening.
B
In een recensie schrijf je alleen op wat je niet goed vindt.
C
In een recensie zeg je helemaal niks.
D
In een recensie geef je je menig en argumenten.

Slide 7 - Quiz

Een recensie bevat ...
A
informatie over de afloop van een boek
B
de mening van anderen
C
de mening van de schrijver van de recensie

Slide 8 - Quiz

Je kunt geen recensie schrijven over
A
een toneelstuk
B
een cd
C
een film
D
een wedstrijd

Slide 9 - Quiz

Wat is geen vast onderdeel van een recensie?
A
beschrijving
B
analyse
C
vergelijking
D
beoordeling

Slide 10 - Quiz

Grammatica

Slide 11 - Diapositive

Samengestelde zin

Slide 12 - Carte mentale

Nevenschikkende en onderschikkende (bij)zinnen
Samengestelde zinnen bestaan uit verschillende zinnen die aan elkaar geplakt zijn.
Dit kunnen een hoofdzin en een bijzin zijn (of een bijzin en een hoofdzin), maar ook twee hoofdzinnen.
Als je twee hoofdzinnen naast elkaar hebt, noem je dat nevenschikkende zinnen.
Als je een hoofdzin en een bijzin verbindt, is de bijzin een onderschikkende bijzin.

Slide 13 - Diapositive

Nevenschikkende voegwoorden
Nevenschikkende voegwoorden
Om de nevenschikkende voegwoorden te onthouden, kun je denken aan WANDMODE

W ant
A lsmede
N och
D och
M aar
O f
D us
E n

Slide 14 - Diapositive

Onderschikkende voegwoorden
wanneer, als, terwijl, zodra, voordat, voor, nu, toen, nadat, zolang als, totdat, sinds, doordat, zodat, waardoor, omdat, opdat, indien, mits, tenzij, hoewel, ofschoon, ondanks dat, zoals, alsof, dat, of…

Slide 15 - Diapositive

Wat is geen nevenschikkend voegwoord?
A
En
B
Maar
C
Of
D
Terwijl

Slide 16 - Quiz

Een nevenschikkend voegwoord...
A
is een voegwoord dat twee gelijke delen aan elkaar voegt.
B
is een voegwoord dat twee ongelijke delen aan elkaar voegt.

Slide 17 - Quiz

Maak zelf een zin met het onderschikkend voegwoord als.

Slide 18 - Question ouverte

Doelen
  1. Ik weet wat de opbouw is van een recensie. 
  2. Ik weet wat ik moet doen voor boekopdracht 2.
  3. Ik weet weer wat nevenschikkende en onderschikkende zinnen zijn.  

Slide 19 - Diapositive

Huiswerk 
Maken (online):
Fictie (H3) 
Opdracht 4.1 + 4.2
Grammatica (H3)
Opdracht 1 + 2

Slide 20 - Diapositive

Boekopdracht

Slide 21 - Diapositive