Leerjaar 3, H1 1.6 promille

Hoofdstuk 1 procenten
1.6 promille
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 1 procenten
1.6 promille

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen?
  • Controle 1.3 opgave 51, 53, 55, 57, 58, 1.4 opgave 60, 63, 66, 67, 68 en 1.5 opgave 70, 72, 75, 77, 79, 82, 85, 88

  • Leren wat een promille is.
  • Leren hoe we rekenen met promille. 

Slide 2 - Diapositive

1.6: Promille

Wat betekent het woord procent? 

  • pro = per (van de)
  • cent =  honderd
  • procent = per honderd (of van de honderd)
  • Als de toename erg klein is, kun je beter promille gebruiken.
    Wat betekend het woord promille?
  • promille = per duizend (of van de duizend)

Slide 3 - Diapositive

1.6: Promille

1 procent = 1 % =           = 0,01


1 promille = 1 ‰  =             = 0,001


Afspraak:  Promille ronden we af op 1 decimaal.


  • Wat veranderd er in de verhoudingstabel?
1001
10001

Slide 4 - Diapositive

1.6: Promille
Wat veranderd er in de verhoudingstabel?

Slide 5 - Diapositive

1.6: Promille
Wat veranderd er in de verhoudingstabel?
1000
promille

Slide 6 - Diapositive

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.

Slide 7 - Diapositive

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
Inwoners
aantal inwoners

Slide 8 - Diapositive

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
Inwoners
aantal inwoners

Slide 9 - Diapositive

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
Inwoners
aantal inwoners

Slide 10 - Diapositive

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
1
Inwoners
aantal inwoners

Slide 11 - Diapositive

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
1
X
Inwoners
aantal inwoners

Slide 12 - Diapositive

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
1
X
Inwoners
aantal inwoners

Slide 13 - Diapositive

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
1
X
: 1000
X 1,5
Inwoners
aantal inwoners

Slide 14 - Diapositive

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
1
X
: 1000
X 1,5
: 1000
X 1,5
Inwoners
aantal inwoners

Slide 15 - Diapositive

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
1
X
188,4
: 1000
X 1,5
: 1000
X 1,5
Inwoners
aantal inwoners

Slide 16 - Diapositive

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
1
X
188,4
10001256001,5=188,4
: 1000
X 1,5
: 1000
X 1,5
Inwoners
aantal inwoners

Slide 17 - Diapositive

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
1
X
188,4
10001256001,5=188,4
Dus het is ongeveer 188 inwoners.
: 1000
X 1,5
: 1000
X 1,5
Inwoners
aantal inwoners

Slide 18 - Diapositive

Hoeveel is 6,05 promille van 800.000?
(maak de tabel in jouw schrift!)
A
4840
B
6050
C
48400
D
484000

Slide 19 - Quiz

4 promille van 115 488 euro is:
(maak de tabel in jouw schrift!)
A
461,952
B
4619,52
C
461,95 euro
D
4619,52 euro

Slide 20 - Quiz

Wat?  1.6 opgave 90, 92, 93, 95, 97, 98
 
Waar? maken en nakijken in het schrift.
Wanneer? Deze les. Alles wat niet af is, is huiswerk voor de volgende les (maandag).

Klaar? Ga aan de slag met 1.7
De toets van hoofdstuk 1 is op maandag 19 september.

Niet overleggen, geen vragen             -->
Niet overleggen, wel vragen                -->
Overleg én vragen wel toegestaan    -->

Slide 21 - Diapositive