Leerjaar 3, hoofdstuk 1 1.5 Terugrekenen naar 100 procent

Hoofdstuk 1 procenten
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 1 procenten

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

1.5: Terugrekenen naar 100 %

In 2017 zijn er 451 000 mensen werkloos.

Dat is 5,2 % van de gehele beroepsbevolking.

Bereken hoe groot de totale beroepsbevolking is.

Rond af op duizendtallen.



Slide 3 - Diapositive

1.5: Terugrekenen naar 100 %

In 2017 zijn er 451 000 mensen werkloos.

Dat is 5,2 % van de gehele beroepsbevolking.

Bereken hoe groot de totale groepsbevolking is.

Rond af op duizendtallen.



Beroepsbevolking
mensen

Slide 4 - Diapositive

1.5: Terugrekenen naar 100 %

In 2017 zijn er 451 000 mensen werkloos.

Dat is 5,2 % van de gehele beroepsbevolking.

Bereken hoe groot de totale groepsbevolking is.

Rond af op duizendtallen.



Beroepsbevolking
mensen
                                        5,2
       ?                            451 000

Slide 5 - Diapositive

1.5: Terugrekenen naar 100 %

In 2017 zijn er 451 000 mensen werkloos.

Dat is 5,2 % van de gehele beroepsbevolking.

Bereken hoe groot de totale groepsbevolking is.

Rond af op duizendtallen.



Beroepsbevolking
mensen
                       1                5,2
                                    451 000
       ?                     

Slide 6 - Diapositive

1.5: Terugrekenen naar 100 %

In 2017 zijn er 451 000 mensen werkloos.

Dat is 5,2 % van de gehele beroepsbevolking.

Bereken hoe groot de totale groepsbevolking is.

Rond af op duizendtallen.



Beroepsbevolking
mensen
                                    451 000
                       1                5,2
 x 100                  : 5,2
 x 100                  : 5,2
       ?                     

Slide 7 - Diapositive

1.5: Terugrekenen naar 100 %

In 2017 zijn er 451 000 mensen werkloos.

Dat is 5,2 % van de gehele beroepsbevolking.

Bereken hoe groot de totale groepsbevolking is.

Rond af op duizendtallen.



Beroepsbevolking
mensen
                                    451 000
                       1                5,2
 x 100                  : 5,2
 x 100                  : 5,2
       ?                     
451 000 ; 5,2 x 100 = 

Slide 8 - Diapositive

1.5: Terugrekenen naar 100 %

In 2017 zijn er 451 000 mensen werkloos.

Dat is 5,2 % van de gehele beroepsbevolking.

Bereken hoe groot de totale groepsbevolking is.

Rond af op duizendtallen.



Beroepsbevolking
mensen
                                    451 000
                       1                5,2
 x 100                  : 5,2
 x 100                  : 5,2
       ?                     
451 000 ; 5,2 x 100 = 8 673 076,923

Slide 9 - Diapositive

1.5: Terugrekenen naar 100 %

In 2017 zijn er 451 000 mensen werkloos.

Dat is 5,2 % van de gehele beroepsbevolking.

Bereken hoe groot de totale groepsbevolking is.

Rond af op duizendtallen.



Beroepsbevolking
mensen
                        X           451 000
                       1                5,2
 x 100                  : 5,2
 x 100                  : 5,2
    8673076,923
       ?                     
451 000 ; 5,2 x 100 = 8 673 076,923

Slide 10 - Diapositive

1.5: Terugrekenen naar 100 %

In 2017 zijn er 451 000 mensen werkloos.

Dat is 5,2 % van de gehele beroepsbevolking.

Bereken hoe groot de totale groepsbevolking is.

Rond af op duizendtallen.



Beroepsbevolking
mensen
                        X           451 000
                       1                5,2
 x 100                  : 5,2
 x 100                  : 5,2
    8 673 076,923
Dus er zijn totaal 8 673 000 mensen
451 000 ; 5,2 x 100 = 8 673 076,923

Slide 11 - Diapositive

1.5: Terugrekenen naar 100 %

Inclusief BTW = De BTW zit al wel bij de prijs in.


Exclusief BTW = De BTW zit nog niet bij de prijs in.


Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

1.6: Promille

Wat betekent het woord procent? 

  • pro = per (van de)
  • cent =  honderd
  • procent = per honderd (of van de honderd)
  • Als de toename erg klein is, kun je beter promille gebruiken.
    Wat betekend het woord promille?
  • promille = per duizend (of van de duizend)

Slide 16 - Diapositive

1.6: Promille

1 procent = 1 % =           = 0,01


1 promille = 1 ‰  =             = 0,001


Afspraak:  Promille ronden we af op 1 decimaal.


  • Wat veranderd er in de verhoudingstabel?
1001
10001

Slide 17 - Diapositive

1.6: Promille
Wat veranderd er in de verhoudingstabel?

Slide 18 - Diapositive

1.6: Promille
Wat veranderd er in de verhoudingstabel?
1000
promille

Slide 19 - Diapositive

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.

Slide 20 - Diapositive

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
Inwoners
aantal inwoners

Slide 21 - Diapositive

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
Inwoners
aantal inwoners

Slide 22 - Diapositive

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
Inwoners
aantal inwoners

Slide 23 - Diapositive

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
1
Inwoners
aantal inwoners

Slide 24 - Diapositive

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
1
X
Inwoners
aantal inwoners

Slide 25 - Diapositive

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
1
X
Inwoners
aantal inwoners

Slide 26 - Diapositive

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
1
X
: 1000
X 1,5
Inwoners
aantal inwoners

Slide 27 - Diapositive

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
1
X
: 1000
X 1,5
: 1000
X 1,5
Inwoners
aantal inwoners

Slide 28 - Diapositive

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
1
X
188,4
: 1000
X 1,5
: 1000
X 1,5
Inwoners
aantal inwoners

Slide 29 - Diapositive

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
1
X
188,4
10001256001,5=188,4
: 1000
X 1,5
: 1000
X 1,5
Inwoners
aantal inwoners

Slide 30 - Diapositive

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
1
X
188,4
10001256001,5=188,4
Dus het is ongeveer 188 inwoners.
: 1000
X 1,5
: 1000
X 1,5
Inwoners
aantal inwoners

Slide 31 - Diapositive

Hoeveel is 6,05 promille van 800.000?
(maak de tabel in jouw schrift!)
A
4840
B
6050
C
48400
D
484000

Slide 32 - Quiz

4 promille van 115 488 euro is:
(maak de tabel in jouw schrift!)
A
461,952
B
4619,52
C
461,95 euro
D
4619,52 euro

Slide 33 - Quiz

Huiswerk
Maken de volgende opdrachten in je schrift:

H1.5 opgave 70, 72, 75, 77, 79, 82, 85, 88 
H1.6 opgave 90, 92, 93, 95, 97, 98
 
3E: 19 september toets H1
3F: 21 september toets H1


Slide 34 - Diapositive