Herhaling H4 + H5 - les 2

Herhaling
Lesplanning
  1. Klassikaal arbeid
  2. Oefentoets 'Akker ploegen'
  3. Klassikale opgave
  4. Oefentoets 'Afremmen'

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhaling
Lesplanning
  1. Klassikaal arbeid
  2. Oefentoets 'Akker ploegen'
  3. Klassikale opgave
  4. Oefentoets 'Afremmen'

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In de formule
W = F x s
staat de 'W' voor...
A
stopkracht
B
afstand
C
snelheid
D
arbeid

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de eenheid van Arbeid
A
N
B
Nm
C
J
D
W

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je fietst 10 m met een constante snelheid. Je spierkracht is 50 N. Je gewicht (zwaartekracht) is 600 N.
Bereken de arbeid die de onderstaande krachten verrichten.
Spierkracht
Wrijvingskracht
Zwaartekracht
500 Nm
0 Nm
6000 Nm
500 Nm
6000 Nm

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Je fietst 10 m met een constante snelheid. Je spierkracht is 50 N. Je gewicht (zwaartekracht) is 600 N.
WFsp=5010=500Nm
WFw=5010=500Nm
WFz=6000=0Nm

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Je houdt een tas van 5,0 kg 50 cm boven de grond vast gedurende 2,0 s. Hoe groot is de arbeid die je verricht?
A
98 J
B
2,5 J
C
2,5·10¹ J
D
0 J

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een stoel, 25kg, wordt met een constante snelheid verschoven. Hierbij is een spierkracht van 180N nodig.
Bereken de arbeid die de spieren toevoegen om de stoel
2,0 m te verschuiven

A
50 J
B
50Nm
C
360Nm
D
4500Nm

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld
Een auto heeft bij een snelheid van 120 km/h een bewegingsenergie van 650 kJ. De auto botst tegen een boom. De kreukelzone van de auto deukt  1,0 m in.
Bereken de kracht waarmee de auto tot stilstand is gekomen.
  • W = bewegingsenergie 
  • W = 650 kJ
  • W = F * s
      650 000= F * 1,0
  • F = 650 000 N

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Oefentoets 'Akker ploegen' vraag 6 t/m 9
timer
12:00
digitaal vraag 2, 3 en 4

Slide 9 - Diapositive

Bespreken via klaspapier
Hoe ging de opgave 'akker ploegen'? Welke vragen wil je bespreken?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stoot 
Stoot=Ft
Stoot in newtonseconde (Ns)
F de kracht in Newton (N)
t de tijd in seconden (s)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

stootarbeid
W(J) = F (N) * s(m)
Stoot(Ns) = F (N) * t(s)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stoot & beweging
  • Grotere stoot zorgt voor grotere snelheid voorwerp.
  • Grotere massa, grotere stoot nodig om dezelfde snelheid te krijgen.
Ft=mv

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Snelheid
Kracht
Massa
Tijd
F
t
m
v

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Snelheid
Kracht
Massa
Tijd
Stoot
m/s
s
N
kg
Ns 

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld
Corey rijdt op zijn fiets weg bij een stoplicht. Hij bereikt na 10 seconden een snelheid van 18 km/h. Corey en zijn fiets wegen samen 70 kg.

Bereken hoeveel kracht Corey gemiddeld heeft gezet tijdens het wegrijden.

  • 18 km/h = 5 m/s

  • F * t = m * v
  • F * 10 = 70 * 5
  • F * 10 = 350
  • F = 35 N

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Salomi schaatst met een snelheid van 8,0 m/s als ze een wak in het ijs ziet. Ze kan een remkracht van 100 N zetten en heeft een massa van 60 kg.
Bereken binnen hoeveel seconden ze stilstaat.
A
2,2 s
B
4,8 s
C
13,33 s
D
18,6 s

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gegevens:

v = 8,0 m/s
Frem = 100 N
m = 60 kg
t = ... s
Oplossing:

  • F * t = m * v
  • 100 * t = 60 * 8
  • 100 * t = 480
  • t = 480 / 100 = 4,8 s

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een botsproef heeft een testpop een bewegingsenergie van 5700 J. De gordel vangt 75% van de bewegingsenergie op en rekt bij de botsing 10 cm uit.
Hoe groot is de arbeid die de kracht van de gordel levert?
A
427,5 J
B
570 J
C
4275 J
D
7600 J

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De airbag vangt de overige energie (1425 J) op. De sensoren in de airbag registreren een gemiddelde kracht van 4570 N. Bereken hoe ver de testpop de airbag indrukt.

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Oefentoets 'Afremmen' vraag 10, 11, 14 en 15
digitaal vraag 5, 6, 9 en 10

Slide 21 - Diapositive

Bespreken via klaspapier
Hoe ging de opgave 'afremmen'? Welke vragen wil je bespreken?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions