Me, Myself, I 5.1, 5.2 en 5.3 Rosemin Hendriks

Me, Myself, I 
Rosemin Hendriks
Zelfportret

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Beeldende vormingVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Me, Myself, I 
Rosemin Hendriks
Zelfportret

Slide 1 - Diapositive

Waarom maak je
een zelfportret?

Slide 2 - Carte mentale

Me, Myself, I 
Rosemin Hendriks
Een zelfportret maak je bijvoorbeeld
  • om te oefenen
  • om gevoelens weer te geven
  • om te abstraheren

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Abstraheren 

Een herkenbaar beeld vereenvoudigen

Slide 6 - Diapositive

Me, Myself, I 
Rosemin Hendriks
Contour
Mimiek
Plasticiteit

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Contour 

Omtreklijn

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Mimiek 

Gezichtsuitdrukking

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Plasticiteit

De ruimtesuggestie van het oppervlak van een vorm, door middel van licht en schaduw, je kunt het als het ware voelen

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Hoe werkt Rosemin Hendriks?

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Contépotlood

Een potlood met een stift erin van geperst houtskool

Slide 24 - Diapositive

Hoe werkt Rosemin Hendriks?

  • Houtskool
  • Contépotlood
  • Wattenstaafjes
  • WC-papier
  • (kneed)gum

Slide 25 - Diapositive

Welk tekening van Rosemin Hendriks
bestaat bijna volledig uit contourlijnen?
A
B
C
D

Slide 26 - Quiz

Hoe iemand zich voelt zie je aan de
A
mimiek
B
plasticiteit
C
contour
D
gezichtsuitdrukking

Slide 27 - Quiz

Een gezicht wordt plastisch als je
A
contourlijnen tekent
B
schaduwen maakt
C
het inkleurt
D
de mimiek verandert

Slide 28 - Quiz

Als je een gezicht abstraheert dan
A
laat je onbelangrijke delen weg
B
maak je de voorstelling eenvoudiger
C
maak je het minder realistisch

Slide 29 - Quiz