Dagbesteding les 5 week 3

Dagbesteding
les 5
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Dagbesteding
les 5

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

les agenda 
  • Terugblik vorige les
  • Behandelen theorie
  • Theorie zelfstandig doornemen
  • Heeft iemand nog iets te melden?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie zijn er momenteel vooral verantwoordelijk voor de financiering van zorg en welzijn?
timer
0:30
A
De regering
B
De gemeente
C
De burger zelf
D
De zorgverzekeraars

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Financiering en verantwoordelijkheid 
Vooral de gemeenten zijn verantwoordelijk voor de financiering van zorg en welzijn.

  • Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo): regelt voorzieningen voor cliënten met een beperking, zorgt voor huishoudelijke hulp, ondersteunt de mantelzorg, stimuleert wijkbetrokkenheid en geeft opvoedingsondersteuning.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dagbesteding




Thema 1 Dagbesteding
Hoofdstuk 2 De betekenis van dagbesteding voor de cliënt
Paragraaf 2.1 en 2.2 

Leerdoel: aan het einde van de les kun  je uitleggen wat participatie is



Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De betekenis van dagbesteding voor de cliënt
  • Dagbesteding geeft structuur en bied de cliënt de mogelijkheid om contact te leggen. 
  • Dagbesteding kun je inzetten om doelen te halen. 
  • Je formuleert de doelen op basis van een hulpvraag. 
  • Het is een middel voor de cliënt om mee te tellen. 
  • Het biedt mogelijkheden om onderdeel te zijn van de maatschappij.
  • Onze maatschappij vindt het belangrijk dat iedereen mee kan doen aan de maatschappij


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Participatie
 Participatie = het als volwaardig burger kunnen deelnemen aan wat er in de samenleving gebeurt.

 

 Scholing: ieder heeft het recht zich te ontplooien, ontwikkelen.
 Vrije tijd: ieder heeft het recht zich te ontspannen, verbonden te voelen, leven en beleven.
 Werk: ieder heeft recht op waardering voor zijn prestaties en de verantwoordelijk om een bijdrage te leveren aan zijn eigen (economisch) bestaan. 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Participatie indelen
Breed en smal
Breed = meedoen aan het maatschappelijke verkeer in al zijn facetten en ook op de
hoogte blijven van nieuws en actualiteiten.
Smal = deelname aan een bepaalde activiteit.

Domein
participatie heeft betrekking op een activiteit in een bepaald domein.
Bijvoorbeeld sport, onderwijs, vrijwilligerswerk of betaalde arbeid

Actief en passief
Lid zijn vs bestuursfunctie


Doel en mate van interactie --> participatieladder

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Participatieladder
  • Participatieladder= de opbouw van het niveau van meedoen in de samenleving van mensen. 

  • De zes niveaus (treden) van de ladder gaan van nergens aan meedoen tot volledige deelname.




Slide 9 - Diapositive

Bedenk in tweetallen activiteiten / voorbeelden die je kunt indelen in de participatieladder.
Met dagbesteding kun je doelen behalen.
timer
0:30
A
👍
B
👎

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op basis waarvan kun je een doel formuleren?
timer
1:00
A
Leeftijd
B
Autonomie
C
Hulpvraag
D
Participatie

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is participatie?
timer
1:00
A
Opbouw in gradatie van het niveau van meedoen in de samenleving van mensen.
B
Het als volwaardig burger kunnen deelnemen aan wat er in de samenleving gebeurt.
C
Mensen met een specifieke achtergrond eisen gelijke rechten op.
D
Deelname aan een bepaalde activiteit.

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Lisa doet elke ochtend een half uurtje een gymoefening met alle cliënten van de zorgboerderij. Hiervoor gebruikt ze allerlei attributen passend bij de verschillende hulpvragen van de cliënten, zoals ballen, hoepels en kegels.
In dit voorbeeld is sprake van:
timer
1:00
A
Smalle participatie
B
Brede participatie

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Participatie is in te delen in domeinen.
Jack is verstandelijk beperkt en gaat elke woensdag avond zwemmen in het plaatselijk zwembad.
timer
1:00
A
Sport
B
Onderwijs
C
Vrijwilligerswerk
D
Betaalde arbeid

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met actieve en passieve participatie gaat over de inzet die het van
de cliënt vraagt om deel te nemen.
timer
1:00
A
👍
B
👎

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Lees blz. 27 t/m 32 van je theorieboek Dagbesteding MZ zelfstandig door. 




Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions