Les 12/2
1 / 22
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Dico eum anxium esse.
A
Ik zeg dat hij angstig is.
B
Ik zei dat hij angstig is.
C
Ik zeg dat hij angstig was.
D
Ik zei dat hij angstig was.
Slide 16 - Quiz
Dixi eum anxium esse.
A
Ik zeg dat hij angstig is.
B
Ik zei dat hij angstig is.
C
Ik zeg dat hij angstig was.
D
Ik zei dat hij angstig was.
Slide 17 - Quiz
Dico eum anxium fuisse.
A
Ik zeg dat hij angstig is.
B
Ik zei dat hij angstig is.
C
Ik zeg dat hij angstig was.
D
Ik zei dat hij angstig was.
Slide 18 - Quiz
Dixi eum anxium fuisse.
A
Ik zeg dat hij angstig was.
B
Ik zei dat hij angstig was.
C
Ik zei dat hij angstig is.
D
Ik zei dat hij angstig was geweest.
Slide 19 - Quiz
Dixeram eum anxium esse.
A
Ik zei dat hij angstig was.
B
Ik zei dat hij angstig was geweest.
C
Ik had gezegd dat hij angstig was.
D
Ik had gezegd dat hij angstig was geweest.
Slide 20 - Quiz
Dixeram eum anxium fuisse.
A
Ik zei dat hij angstig was.
B
Ik zei dat hij angstig was geweest.
C
Ik had gezegd dat hij angstig was.
D
Ik had gezegd dat hij angstig was geweest.
