afronden 1.3 + 1.4 + UL 1.5 + terughalen kennis microscopie

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

planning=

• afronden leerdoelen 1.3+1.4
• leren onderzoeken uitleg
• leerdoelen + uitleg 1.5
• opdrachten maken LO + 1.5
  

afronden 1.3 + 1.4 

Log in op deze lessonup

leerdoelen afronden;

1. Ik kan delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en functies.
2. Ik kan de kenmerken van chromosomen beschrijven. 

Welke afbeelding 

En welke afbeelding 

De dierlijke cel

De plantaardige cel

dierlijke cel 

plantaardige cel

Plantaardige cel 

Dierlijke cel 

Celkern

Vacuole

Cytoplasma

Celwand

Celmembraan

Bladgroenkorrels

Welke onderdelen tref je zowel aan in een plantaardige cel als een dierlijke cel? Sleep deze onderdelen naar het gele vak.

Deze onderdelen zitten zowel in een plantaardige cel als een dierlijke cel

Celwand

Celmembraan

Cytoplasma

Bladgroenkorrels

Celkern

Vacuole

Wat zijn de drie typen korrels bij planten?

1. Bladgroenkorrels Rijstkorrels Kleurstofkorrels
2. Kleurstofkorrels Bladgeelkorrels Zetmeelkorrel
3. Bladgroenkorrels, Zetmeelkorrels, Kleurstofkorrels
4. Bladgroenkorrels Kleurstofkorrels Bladgeelkorrels

Deze korrels slaan reservestoffen op in een plantencel;

1. Bladgroenkorrels
2. Kleurstofkorrels
3. Zetmeelkorrels
4. Plantenkorrels

In het cytoplasma van een plantencel komen verschillende soorten korrels voor. Welke korrels worden gebruikt voor fotosynthese?

1. Zetmeelkorrels
2. Bladgroenkorrels
3. Kleurstofkorrels

Wat is de functie van de kleurstofkorrel?

1. Vindt fotosynthese plaats
2. Geeft kleur aan bloemen en vruchten
3. Wordt zetmeel in opgeslagen
4. Heeft geen functie

Welke van de volgende groenten en fruit zijn niet gekleurd door kleurstofkorrels.

1. citroen
2. rode bessen
3. spinazie
4. winterpeen (voor paard van sint)

Waar of niet waar?
Bladgroenkorrels kunnen in kleurstofkorrels veranderen;

1. Waar
2. Niet waar

Wat zijn kleurstofkorrels

1. Plaatje links
2. Middelste plaatje
3. Plaatje rechts
4. Of alle plaatjes

Welk onderdeel bestaat uit DNA en eiwit.

1. Chromosomen
2. Celmembraan
3. Cytoplasma
4. Celkern

Hebben plantencellen ook DNA?

1. Ja
2. Nee

Een mens heeft in een lichaamscel ....... chromosomenparen.

1. 24
2. 48
3. 46
4. 23

sluit je chromebook voor nu

Wat kan ik straks?

1. Ik kan beschrijven hoe een gewone celdeling (mitose) verloopt, wat het doel van de mitose is en wat de kenmerken ervan zijn.   
2. Ik kan werken met een microscoop.

Vorming van nieuwe cellen

Ooit was je 1 bevruchte eicel 

--> 

nu ben je wel 

100 000 000 000 000 cellen

Vorming van nieuwe cellen

Vorming nieuwe cellen

• Nieuwe cellen zijn nodig om te groeien,  herstellen van een  wond en om oude cellen te vervangen.

Vorming nieuwe cellen bij alle 

organismen op een vergelijkbare manier: 

1. kerndeling 

2. celdeling 

3. plasmagroei 

Vorming nieuwe cellen 

(dit deel heb je geleerd in klas 1-2)

             1. kerndeling           2. celdeling             3. plasmagroei. 

Vorming nieuwe cellen

heet mitose.

Stappen van de gewone celdeling

Kopiëren van de chromosomen;

als voorbereiding op de kerndeling vormt elk chromosoom een kopie van zichzelf. 

Beide DNA-ketens zitten op 1 plaats aan elkaar vast. 

Spiraliseren van de DNA-ketens;

De DNA-ketens van elk chromosoom rollen op tot een spiraal.

Hierdoor worden de chromosomen korter en dikker.

De chromosomen worden daardoor zichtbaar door een microscoop.

Stappen van de gewone celdeling

Nog vragen over deze leerdoelen?

Boek open op blz. 46,

hier vindt je van alles over (werken met) de microscoop

Maak nu online van thema 1:

1 = basisstof 1.5 -  opdracht 1 t/m 6, waarvan 3 in je werkboek

2 = Lees/bekijk goed en zelfstandig blz. 44 t/m 47 van leren onderzoeken; 

3 = maak online van onderzoek doen opdracht 1 + 2 + 3 (echt alleen de eerste 3 van de hele reeks)

Wat niet af is in de les, wordt automatisch huiswerk voor de volgende les. !