9.4 - Voortplanting planten

9.4
voortPLANTing

VMBO-TL 4
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

9.4
voortPLANTing

VMBO-TL 4

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw van een blad. Sleep de juiste naam naar het onderdeel. 
Blad
Zijnerf
Bladmoes
Bladsteel
Hoofdnerf

Slide 2 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van bladeren?
A
stevigheid
B
koolstofdioxide opnemen
C
fotosynthese
D
water afgeven

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een plant is een plant als de cel:
A
Bladgroenkorrels, geen celorganellen en geen celwand heeft.
B
Geen bladgroenkorrels, een celwand en geen celorganellen.
C
Bladgroenkorrels, geen celwand en celorganellen heeft.
D
Een vacuole, bladgroenkorrels en celmembraan heeft.

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De huidmondjes kunnen

A
Zuurstof afgeven en koolstofdioxide opnemen
B
Water opnemen
C
Mineralen opnemen
D
Glucose opnemen en afgeven

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Huidmondje
Opperhuid
Bladmoes
Vaatbundel

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Als veel water in de sluitcellen van de huidmondjes zit, zijn de huidmondjes
A
open
B
dicht

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

 Door fotosynthese maakt een plant de energierijke stof 
 Uit glucose maakt een plant allerlei andere 
  
  Hierdoor kan een plant                                        en zich 

 Mensen en dieren eten energierijke stoffen uit                                       als voedsel. 

Door                                         maakt een plant zuurstof.

Mensen en dieren hebben het gas                                        nodig.

Glucose
ontwikkelen
Fotosynthese
Planten
Groeien
Energierijke stoffen
Zuurstof

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ongeslachtelijke voortplanting
door mitose = gewone celdeling
Nakomelingen hebben hetzelfde DNA als de ouderplant.
  • Stekken
  • Enten
  • Bollen
  • Knollen
  • Wortelstokken
  • Uitlopers

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ongeslachtelijke voortplanting
Stekken - stuk van plant afsnijden en op water -> groeien nieuwe wortels uit
-> wordt nieuwe plant




Enten - stengel van plant op andere stengel plaatsen -> vaatbundels groeien aan elkaar -> plant kan verder leven

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Knollen en bollen
                             Knol -> verdikte stengel; vb. aardappel
                                         Bol -> wortel met dikke bladeren er omheen; vb. ui

                               Kunnen uitgroeien tot nieuwe planten


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geslachtelijke voortplanting
Stuifmeelkorrel (mannelijk) + eicel (vrouwelijk)

Twee ouderplanten -> nakomeling heeft een mix van eigenschappen van ouders

Bestuiving = stap 1 -> taak van de bloem

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderdelen bloem

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderdelen
Kelkbladeren - bescherming tegen kou, uitdroging beschadiging
Nectarkliertjes - kliertjes onderin bloem, maken nectar
Kroonbladeren - lokken insecten
Stamper - vrouwelijk voortplantingsorgaan (functie = voortplanting)
Meeldraden - Mannelijk voortplantingsorgaan (functie = voortplanting)

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meeldraden en stamper
De meeldraden en stamper zijn de voortplantingsorganen van de plant.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meeldraden

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meeldraden

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meeldraden
Meeldraden= mannelijke voortplantingsorgaan

In het bovenste deel van de meeldraad groeien de stuifmeelkorrels = mannelijke geslachtscellen.

Als stuifmeelkorrels rijp zijn, komen ze uit de meeldraad.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

stamper en stempel
Meeldraad & stamper

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stamper
  • Geheel = stamper
  • Stempel vangt stuifmeelkorrels op
  • In zaadbeginsel zit eicel
  • Eicel = vrouwelijke voortplantingscel

Slide 20 - Diapositive

Het volgende onderdeel van een bloem is de stamper. De stamper bestaat uit drie delen: Stempel, stijl en vruchtbeginsel. In het vruchtbeginsel bevind zich het zaadbeginsel waarin de vrouwelijke geslachtscel van de plant zit: het eicel. 
Meeldraden en de stamper zijn dus nodig om voort te kunnen planten. 

Stampers 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken van insectenbloemen en windbloemen

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschil Windbloem / Insectenbloem

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een aardappel kan uitgroeien tot een plant
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk deel van de plant is bedoeld om insecten te lokken?
A
Kelkbladeren
B
Kroonbladeren
C
Bloembodem
D
Stamper

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een aardappel die uitgroeit tot een plant is een voorbeeld van geslachtelijke voortplanting
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Krokus
2. Gras
3. akelei
4. Paardenbloem
4. Brandnetel
Windbloem
Windbloem
Windbloem
Windbloem
insectenbloem
insectenbloem
insectenbloem
insectenbloem
insectenbloem
Windbloem

Slide 27 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk deel van de plant is bedoeld om stuifmeelkorrels te verspreiden?
A
Kelkbladeren
B
Stamper
C
Nectarkliertjes
D
Meeldraden

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je ziet een vlinder bij een bloem. Waarom vliegen vlinders van bloem naar bloem?
A
Om de plant te bevruchten
B
Om nectar te drinken
C
Om zaden te verspreiden

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions