Dinsdag 14 december

Wat gaan we doen vandaag?
* Terugblik vorige les 
* Leerdoelen vandaag
* Goed gespeld 
- Aanhalingstekens
* Zelfstandig werken
* Evaluatie leerdoelen

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen vandaag?
* Terugblik vorige les 
* Leerdoelen vandaag
* Goed gespeld 
- Aanhalingstekens
* Zelfstandig werken
* Evaluatie leerdoelen

Slide 1 - Diapositive

Wat is een deelonderwerp?
A
Het onderwerp van een tekst
B
De titel van de tekst
C
Een onderwerp van een alinea
D
De schrijver van een tekst

Slide 2 - Quiz

Zet deze deelonderwerpen in een logische volgorde
Deelonderwerp 1 
Deelonderwerp 2
Deelonderwerp 3
Deelonderwerp 4
Wanneer worden Pinguïn-eieren gelegd?
Wat zijn pinquïns?
Zuidpool
Verzorging van de pinquïn-eieren

Slide 3 - Question de remorquage

Hoe achterhaal je het onderwerp?

Slide 4 - Question ouverte

Op welke manier van lezen vindt je het onderwerp/deelonderwerpen/hoofdgedachte?
onderwerp
deelonderwerpen
hoofdgedachte
oriënterend lezen
globaal lezen
precies lezen

Slide 5 - Question de remorquage

Leerdoelen vandaag
Je gebruikt aanhalingstekens correct.

Je spelt vaakgebruikte woorden foutloos.

Slide 6 - Diapositive

Wanneer gebruik je aanhalingstekens?

Slide 7 - Carte mentale

Wanneer gebruik je aanhalingstekens?
Als iemand iets zegt, vraagt of roept.
'Ik heb zo een gesprek met mijn coach', zegt Erwin.
'Wat is dat?', vraagt Kevin.
'Kijk daar!', roept Soumaya.
Als je iets niet serieus bedoeld is.
De wegpiraat werd 'liefdevol' op de bon geslingerd.
Dat was een 'grappig' verhaal. 

Slide 8 - Diapositive

Enkel of dubbel
- Zelf kiezen

-  Enkel = minder druk

- Blijf bij je keuze

Slide 9 - Diapositive

Zelfstandig aan het werk
Verder werken aan de doelen van Nederlands >
 portal > Blok 1 > Trede 3

Van het kopje schrijven maken >
- Goed gespeld
Klaar? > verder werken aan Nederlands of eigen leerdoelen
Werken aan je boekendoos!

Slide 10 - Diapositive

Aanhalingstekens gebruik je bij:
A
indirecte rede
B
directe rede

Slide 11 - Quiz

.
'  '
!
:
?
punt
aanhalingstekens
uitroepteken
Dubbele punt
vraagteken

Slide 12 - Question de remorquage

Aanhalingstekens of niet?
Joep zei: Ik ben moe!
A
Geen aanhalingstekens
B
Wel aanhalingstekens

Slide 13 - Quiz

tekstvormen
Terug naar de lastige zin-->
dubbele punt
Aanhalingstekens
Komma
puntkomma
om aan te geven dat je het woord en niet de betekenis van het woord bedoelt.
Voor een voegwoord als 'maar', 'omdat', 'want' en 'daarom'.
Voor een opsomming die aangekondigd is
Tussen twee zinnen die bij elkaar horen.
Voor een citaat.
Om aan te geven dat iets gezegd wordt.

Slide 14 - Question de remorquage

Waar komen de aanhalingstekens?
A
'Wat voor smaak pizza wil jij?'
B
'Wat voor smaak pizza wil jij'?

Slide 15 - Quiz

Aan het einde van de zin
Tussen twee persoonsvormen
Wel een hoofdletter
Geen hoofdletter 
Bij een citaat 
Punt
Komma
Namen
Maanden
Aanhalingstekens

Slide 16 - Question de remorquage

Hoe ging het met thuiswerken?

Slide 17 - Question ouverte

Ik begrijp nu hoe ik komma's en aanhalingstekens moet gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage