18 Jan Koppelwerkwoord, hulpwerkwoord, of zelfstandig werkwoord

ZWW, HWW, KWW
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

ZWW, HWW, KWW

Slide 1 - Diapositive

Noem de koppelwerkwoorden.

Slide 2 - Question ouverte


A
hww
B
kww
C
zww

Slide 3 - Quiz


A
hww
B
kww
C
zww
D
bn

Slide 4 - Quiz

Werkwoorden:
hww, zww, kww

Slide 5 - Carte mentale


A
hww
B
kww
C
zww

Slide 6 - Quiz


A
hww
B
kww
C
zww

Slide 7 - Quiz

Herhaling zww, hww, kww

Slide 8 - Diapositive

Ik ben de hele dag in bed blijven liggen.
ben=
blijven=
liggen=
A
hww kww zww
B
hww hww zww
C
kww kww zww
D
hww zww kww

Slide 9 - Quiz

Milou is de nummer 1 geworden.
is=
geworden=
A
hww kww
B
kww kww
C
zww kww
D
hww zww

Slide 10 - Quiz

Zij zou naar school komen.

komen: hww, zww of kww?
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 11 - Quiz

Die jongen blijkt een taaie.

blijkt: hww, zww of kww?
A
HWW
B
ZWW
C
KWW

Slide 12 - Quiz

Mijn oma heeft de lekkerste appeltaart gebakken

heeft: hww, zww of kww?
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 13 - Quiz

Aniek is 13 jaar geworden.

geworden: hww, zww of kww?
A
HWW
B
ZWW
C
KWW

Slide 14 - Quiz

Zij zou naar school komen vandaag.

komen: hww, zww of kww?
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 15 - Quiz

Ik kan nu hww, zww en kww herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage

Maak het stencil af! 

Slide 17 - Diapositive