Systematische probleem aanpak

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Systematische probleem aanpak

      Stappenplan om natuurkundeproblemen aan te pakken.

havo 3

Stappenplan

1. Gegevens noteren + situatieschets
2. Wat wordt gevraagd?
3. Welke formule? Wat is meer nodig? Eenheden omzetten?
4. Berekenen
   
5. Controleer je antwoord op wat gevraagd is en juiste eenheid
   

Zoals bij talen, moet je bij natuurkunde woordjes leren:

vaktermen en

grootheden met symbolen:

breking, de normaal, hoek van inval, convergent, divergent

lengte: l  

massa: m

snelheid: v

- sterkte: S
- vergroting: N
- hoogte beeld: B
- beeldafstand: b
- hoogte voorwerp: V
- voorwerpafstand: v
- brandpunt: F

- brandpuntsafstand: f

GROTE en kleine letters kan je NIET door elkaar gebruiken!!!!!!!

Grootheden meet je in eenheden:

sterkte: S
vergroting: N
beeld: B
beeldafstand: b
voorwerp: V
voorwerpafstand: v

brandpunt: F

brandpuntsafstand: f

Zoals lengte l in meters m

in dioptrie: dpt

- cm/cm = geen eenheid! -

in cm (of m, of mm)

in cm "

in cm "

in cm "

- heeft geen eenheid, is een punt -

in cm "

beeldafstand

voorwerpafstand

brandpunt

brandpuntsafstand

hoogte beeld

hoogte voorwerp

Zet het juiste symbool achter de grootheden

b

B

V

F

v

f

Lichtstralen construeren

Zet het symbool op de juiste plaats

V

v

B

b

F

f

Werkblad

Constructiestralen tekenen

Gegevens opschrijven

Een bepaalde lens heeft een sterkte van 3,2 dpt.

Bereken de brandpuntsafstand van deze lens in cm.

S = 3,2 dpt

f = ? in cm

Schrijf alle gegevens op

Een lens heeft een brandpuntsafstand van 8 cm.

Een voorwerp staat 12 cm voor de lens en vormt een beeld op een scherm. Het scherm staat 40 cm achter de lens, het beeld dat hierop ontstaat is 6 cm hoog.

Hoe hoog is het voorwerp?

Een lens heeft een brandpuntsafstand van 8 cm.
Een voorwerp staat 12 cm voor de lens en vormt een beeld op een scherm. Het scherm staat 40 cm achter de lens, het beeld dat hierop ontstaat is 6 cm hoog.

Hoe hoog is het voorwerp?

f = 8 cm

Een lens heeft een brandpuntsafstand van 8 cm.
Een voorwerp staat 12 cm voor de lens en vormt een beeld op een scherm. Het scherm staat 40 cm achter de lens, het beeld dat hierop ontstaat is 6 cm hoog.

Hoe hoog is het voorwerp?

f = 8 cm

v = 12 cm

Een lens heeft een brandpuntsafstand van 8 cm.
Een voorwerp staat 12 cm voor de lens en vormt een beeld op een scherm. Het scherm staat 40 cm achter de lens, het beeld dat hierop ontstaat is 6 cm hoog.

Hoe hoog is het voorwerp?

f = 8 cm

v = 12 cm

Een lens heeft een brandpuntsafstand van 8 cm.
Een voorwerp staat 12 cm voor de lens en vormt een beeld op een scherm. Het scherm staat 40 cm achter de lens, het beeld dat hierop ontstaat is 6 cm hoog.

Hoe hoog is het voorwerp?

f = 8 cm

v = 12 cm

b = 40 cm

Een lens heeft een brandpuntsafstand van 8 cm.
Een voorwerp staat 12 cm voor de lens en vormt een beeld op een scherm. Het scherm staat 40 cm achter de lens, het beeld dat hierop ontstaat is 6 cm hoog.

Hoe hoog is het voorwerp?

f = 8 cm

v = 12 cm

b = 40 cm

B = 6 cm

Een lens heeft een brandpuntsafstand van 8 cm.
Een voorwerp staat 12 cm voor de lens en vormt een beeld op een scherm. Het scherm staat 40 cm achter de lens, het beeld dat hierop ontstaat is 6 cm hoog.

Hoe hoog is het voorwerp?

f = 8 cm

v = 12 cm

b = 40 cm

B = 6 cm

V = ?

Formules

N=​V​​B​​

Lineaire vergroting

B?

V=​N​​B​​

B=N⋅V

V?

Lenssterkte

S=​f​​1​​

f?

f=​S​​1​​

Lenzenformule

​f​​1​​=​b​​1​​+​v​​1​​

​b​​1​​=​f​​1​​−​v​​1​​

​v​​1​​=​f​​1​​−​b​​1​​

b?

v?

N=​v​​b​​

b?

b=N⋅v

v?

v=​N​​b​​

Een man met een lengte van 1,80 m wordt gefotografeerd met een digitale camera. Op de lichtgevoelige chip (beeldsensor met veel fotocellen) is de man slechts 2,20 cm lang. 

Bereken waar de fotograaf staat als de brandpuntsafstand van de lens 19 mm is.

• Gegeven:       V = 1,80 m = 180 cm
  
•                          B = 2,20 cm
  
•                           f = 19 mm
  
• Gevraagd:      v = ? ...........  eerst: N= ?
  
• Formule:

N=​v​​f​​

Bereken de lineaire vergroting van de man.

Een man met een lengte van 1,80 m wordt gefotografeerd met een digitale camera. Op de lichtgevoelige chip (beeldsensor met veel fotocellen) is de man slechts 2,20 cm lang. 

Bereken waar de fotograaf staat als de brandpuntsafstand van de lens 19 mm is.

• Gegeven:       V = 1,80 m = 180 cm
  
•                          B = 2,20 cm
  
•                           f = 19 mm
  
• Gevraagd:      v = ? ...........  eerst: N= ?
  
• Formule:

N=​V​​B​​

N=​180cm​​2,2cm​​

N=0,0122=1,22⋅10​−2​​

N=​v​​f​​

Een man met een lengte van 1,80 m wordt gefotografeerd met een digitale camera. Op de lichtgevoelige chip (beeldsensor met veel fotocellen) is de man slechts 2,20 cm lang. 

Bereken waar de fotograaf staat als de brandpuntsafstand van de lens 19 mm is.

• Gegeven:       V = 1,80 m = 180 cm
  
•                          B = 2,20 cm
  
•                           f = 19 mm
  
• Gevraagd:      v = ? ...........  eerst: N= ?
  
• Formule:

N=​V​​B​​

N=​180cm​​2,2cm​​

N=0,0122=1,22⋅10​−2​​

N=​v​​f​​

N=​v​​f​​

Een man met een lengte van 1,80 m wordt gefotografeerd met een digitale camera. Op de lichtgevoelige chip (beeldsensor met veel fotocellen) is de man slechts 2,20 cm lang. 

Bereken waar de fotograaf staat als de brandpuntsafstand van de lens 19 mm is.

• Gegeven:       V = 1,80 m = 180 cm
  
•                          B = 2,20 cm
  
•                           f = 19 mm
  
• Gevraagd:      v = ? ...........  eerst: N= ?
  
• Formule:

N=​V​​B​​

N=​180​​2,2​​

N=0,0122=1,22⋅10​−2​​

N=​v​​f​​

v=​N​​f​​

Een man met een lengte van 1,80 m wordt gefotografeerd met een digitale camera. Op de lichtgevoelige chip (beeldsensor met veel fotocellen) is de man slechts 2,20 cm lang. 

Bereken waar de fotograaf staat als de brandpuntsafstand van de lens 19 mm is.

• Gegeven:       V = 1,80 m = 180 cm
  
•                          B = 2,20 cm
  
•                           f = 19 mm
  
• Gevraagd:      v = ? ...........  eerst: N= ?
  
• Formule:

N=​V​​B​​

N=​180​​2,2​​

N=0,0122=1,22⋅10​−2​​

N=​v​​f​​

v=​N​​f​​

v=​0,0122​​19mm​​

v=1557,4mm=1,56m

Een man met een lengte van 1,80 m wordt gefotografeerd met een digitale camera. Op de lichtgevoelige chip (beeldsensor met veel fotocellen) is de man slechts 2,20 cm lang. 

Bereken waar de fotograaf staat als de brandpuntsafstand van de lens 19 mm is.

• Gegeven:       V = 1,80 m = 180 cm
  
•                          B = 2,20 cm
  
•                           f = 19 mm
  
• Gevraagd:      v = ? ...........  eerst: N= ?
  
• Formule:

N=​V​​B​​

N=​180​​2,2​​

N=0,0122=1,22⋅10​−2​​

N=​v​​f​​

v=​N​​f​​

v=​0,0122​​19mm​​

v=1557,4mm=1,56m

12 cm voor de lens met een brandpuntsafstand van 8,5 cm staat een voorwerp. Er vormt een beeld op een scherm dat 32 cm achter de lens staat. Het beeld is 5,6 cm hoog.
Hoe hoog is het voorwerp?

• Gegeven:       v = 12 cm    
•                          f = 8,5 cm
•                          b = 32 cm      
•                          B= 5,6 cm
• Gevraagd:      V = ? ..... eerst N = ?
• Formule:

12 cm voor de lens met een brandpuntsafstand van 8,5 cm staat een voorwerp. Er vormt een beeld op een scherm dat 32 cm achter de lens staat. Het beeld is 5,6 cm hoog.
Hoe hoog is het voorwerp?

• Gegeven:       v = 12 cm    
•                          f = 8,5 cm
•                          b = 32 cm      
•                          B= 5,6 cm
• Gevraagd:      V = ? ..... eerst N = ?
• Formule:

N=​v​​b​​

N=​12cm​​32cm​​

N=2,67

12 cm voor de lens met een brandpuntsafstand van 8,5 cm staat een voorwerp. Er vormt een beeld op een scherm dat 32 cm achter de lens staat. Het beeld is 5,6 cm hoog.
Hoe hoog is het voorwerp?

• Gegeven:       v = 12 cm    
  
•                          f = 8,5 cm
  
•                          b = 32 cm      
  
•                          B= 5,6 cm
  
• Gevraagd:      V = ?
  
• Formule:

N=​v​​b​​

N=​12cm​​32cm​​

N=2,67

V=​N​​B​​

N=​V​​B​​

12 cm voor de lens met een brandpuntsafstand van 8,5 cm staat een voorwerp. Er vormt een beeld op een scherm dat 32 cm achter de lens staat. Het beeld is 5,6 cm hoog.
Hoe hoog is het voorwerp?

• Gegeven:       v = 12 cm    
  
•                          f = 8,5 cm
  
•                          b = 32 cm      
  
•                          B= 5,6 cm
  
• Gevraagd:      V = ?
  
• Formule:

N=​v​​b​​

N=​12cm​​32cm​​

N=2,67

V=​N​​B​​

N=​V​​B​​

V=​2,67​​5,6cm​​

V=2,10cm

12 cm voor de lens met een brandpuntsafstand van 8,5 cm staat een voorwerp. Er vormt een beeld op een scherm dat 32 cm achter de lens staat. Het beeld is 5,6 cm hoog.
Hoe hoog is het voorwerp?

• Gegeven:       v = 12 cm    
  
•                          f = 8,5 cm
  
•                          b = 32 cm      
  
•                          B= 5,6 cm
  
• Gevraagd:      V = ?
  
• Formule:

N=​v​​b​​

N=​12cm​​32cm​​

N=2,67

V=​N​​B​​

N=​V​​B​​

V=​2,67​​5,6cm​​

V=2,10cm