GGZ blok 3 (paars) week 2

Wat weet je nog van de vorige les?
1 / 30
suivant
Slide 1: Carte mentale
Verpleging en verzorgingMBO

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 1 - Carte mentale

De route curatieve zorg GGZ is zorg waar je zonder verwijzing gebruik van kunt maken
Juist
Onjuist

Slide 2 - Sondage

Bij een ambulante behandeling is de zorgvrager opgenomen in een kliniek
Juist
Onjuist

Slide 3 - Sondage

De verpleegkundige is eindverantwoordelijk voor de behandelplannen in de GGZ
Juist
Onjuist

Slide 4 - Sondage

Een psychiatrische behandeling wordt nooit afgerond
Juist
Onjuist

Slide 5 - Sondage

Een beschermde woonvorm is bedoeld voor chronisch psychiatrische zorgvragers die blijvend begeleiding nodig hebben
Juist
Onjuist

Slide 6 - Sondage

Domein: Zorg

Domein: Beroep

Domein: Organisatie van de zorg

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Welke competenties beheers jij al?

Slide 9 - Diapositive

Wat doet inrichting van een ruimte op jou? (kleur, rommelig, strak)

Slide 10 - Carte mentale

Welke invloed hebben mensen in je omgeving op jou?

Slide 11 - Carte mentale

Therapeutisch milieu
  • Levende milieu
-alle mensen, dieren en planten in het leven van de zorgvrager
-therapeutisch gedrag verpleegkundige/ verzorgende
  • Dode milieu
-materiële voorzieningen 
-klimaat 

Slide 12 - Diapositive

Wat is belangrijk bij de leefomgeving van de zorgvrager?

Slide 13 - Carte mentale

Eisen aan de leefomgeving zorgvrager
  • zijn gezondheid bevorderen of in stand houden
  • zijn zelfzorg en mantelzorg stimuleren of ondersteunen
  • prettig en veilig zijn

Slide 14 - Diapositive

Wat is voor jou belangrijk therapeutische gedrag?

Slide 15 - Carte mentale

Therapeutisch gedrag
zichzelf zijn (echtheid);

zich kunnen inleven in de situatie van de zorgvrager (empathie);
concreet en duidelijk zijn naar de zorgvrager;
geen vooroordelen hebben;
respect hebben voor de zorgvrager;
de tijd nemen om de zorgvrager te begrijpen;
adequaat kunnen omgaan met kritiek;
contacten kunnen leggen en onderhouden;
geduld hebben.







Slide 16 - Diapositive

Contact maken met de zorgvrager

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Waarom therapeutisch milieu? 

  • Zelfzorgtekorten komen pas naar voren in relatie met anderen​
  • Conflicten en frictie als leermiddel inzetten
  • De groep helpt elkaar doordat iedereen zichzelf is.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Lien

Signaleringsplan
  • Signalen die de zorgvrager geeft die waarschuwen voor terugval.​
  • Helpt zorgvrager om juiste maatregelen te nemen​ 
  • Helpt VPK om te ondersteunen bij het nemen van de juiste maatregelen.​ Voor elke zorgvrager anders

Slide 24 - Diapositive

Door welke 3 factoren krijgt een woon/ leefmilieu betekenis?

Slide 25 - Question ouverte

Casus Irene

C.    Leg uit hoe de drie factoren betekenis geven aan het woon-/leefmilieu van Irene.

Slide 26 - Diapositive

Er is in de theorie gesproken over vijf gedragscategorieën voor zorgvragersgroepen.

a.    Vul het juiste woord in: Uitgangspunt van Abroms voor het ordenen van de te onderscheiden categorieën is……………..
b. Beschrijf kort twee sociale vaardigheden die een zorgvrager in zijn leefmilieu kan aanleren waar het gaat om:
-    Oriëntatie: Bijvoorbeeld: Bewust worden van de kwaliteit van zijn omgeving en welke invloed hij
daarop heeft en omgekeerd of bewust worden van welke rollen hij vervult en hoe hij daar vorm en
inhoud aan kan geven.
-    Assertiviteit:
-    Bezigheid en werk:
-    Ontspanning:

Slide 27 - Diapositive

Leefstijl

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Blok 9.
1)  Je leest onderstaand artikel over een gezonde leefstijl versus de GGZ. Je haalt de moeilijke woorden uit deze tekst en zoekt deze op. Geef jouw mening over dit artikel en beschrijf dit in 10 zinnen op papier. Je kan deze toevoegen aan het logboek.

Slide 30 - Diapositive