GGZ blok 3 (paars) week 2

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Wat weet je nog van de vorige les?
Vragen hierover?

Wat gaan we vandaag doen?

• Theorie over therapeutisch milieu 
• Moodboard maken over therapeutisch milieu 
• huiswerk voor volgende les=
• lezen theorie GGZ deel 2 blz 151-161

Wat doet inrichting van een ruimte op jou? (kleur, rommelig, strak)

Welke invloed hebben mensen in je omgeving op jou?

Leefmilieu in therapeutisch perspectief?

Als het leefmilieu wordt ingezet om een bijdrage te leveren aan het herstelproces, het stabiliseren van de situatie of het voorkomen van achteruitgang van de zorgvrager, spreekt men over een therapeutisch (leef) milieu. 

Als het woon/ leef milieu therapeutisch wordt ingezet is het belangrijk dat je antwoord krijgt op de volgenden vragen:

• Welk woon-/ leef milieu past bij welke zorgvragers?
• Welke houding van de hulpverlener past hierbij?
• Hoe kan de zorg het beste georganiseerd worden om de zorgvragers zo goed mogelijk te begeleiden bij hun problemen?
  

Waarom therapeutisch milieu? 

• Zelfzorgtekorten komen pas naar voren in relatie met anderen​
• Conflicten en frictie als leermiddel inzetten
• De groep helpt elkaar doordat iedereen zichzelf is.

Aan welke minimale kenmerken die ook ‘thuis’ gelden, moet een afdeling voldoen?

1. De zorgvrager moet er een eigen plek hebben.
2. De zorgvrager moet er vrienden hebben.
3. De zorgvrager moet er zichzelf kunnen zijn.
4. De zorgvrager moet zich er veilig kunnen voelen. Het moet een veilige plaats zijn.

Pijlers: Tijd, ruimte en handelen

Signaleringsplan

• Signalen die de zorgvrager geeft die waarschuwen voor terugval.​
  
• Helpt zorgvrager om juiste maatregelen te nemen​ 
• Helpt VPK om te ondersteunen bij het nemen van de juiste maatregelen.​ Voor elke zorgvrager anders

Lezen... theorie blz 151- 161 GGZ deel 2

Volgende les gaan we casus Irene maken. Je moet alvorens de theorie lezen.

Opdracht Moodboard

Kies een ziektebeeld en maak een passend Moodboard met betrekking tot Therapeutisch Milieu.

Casus Irene

C.    Leg uit hoe de drie factoren betekenis geven aan het woon-/leefmilieu van Irene.

Er is in de theorie gesproken over vijf gedragscategorieën voor zorgvragersgroepen.

a.    Vul het juiste woord in: Uitgangspunt van Abroms voor het ordenen van de te onderscheiden categorieën is……………..
b. Beschrijf kort twee sociale vaardigheden die een zorgvrager in zijn leefmilieu kan aanleren waar het gaat om:
-    Oriëntatie: Bijvoorbeeld: Bewust worden van de kwaliteit van zijn omgeving en welke invloed hij
daarop heeft en omgekeerd of bewust worden van welke rollen hij vervult en hoe hij daar vorm en
inhoud aan kan geven.
-    Assertiviteit:
-    Bezigheid en werk:
-    Ontspanning:

Leefstijl

Blok 9.

1)  Je leest onderstaand artikel over een gezonde leefstijl versus de GGZ. Je haalt de moeilijke woorden uit deze tekst en zoekt deze op. Geef jouw mening over dit artikel en beschrijf dit in 10 zinnen op papier. Je kan deze toevoegen aan het logboek.

Huiswerk

'blok 6'

Maken  (paars) opdracht 4 t/m 6 (incl. casus van Irene)

'blok 9'

maken (paars) opdracht 1 t/m 4  ... dit gaat over gezonde leefstijl/ GGZ ...